Soedan, november 2012, tropische ziekten bestuderen op de Universiteit van Khartoum. Een eerste entree via de vrouweningang. Plots oog in oog met het zwart van de nikabs. Een moment overrompeld en gevoelens van afkeer. Tegelijkertijd nieuwsgierig naar wat er onder zit. Oogcontact was mogelijk, het enige onbedekte. Een gesprek ontstond en een gedaante bleek meer mens te zijn dan nikab. Een ‘gewone’ studente geneeskunde, met een gezonde droom om arts te worden. Al gauw ontstond een nooit voor mogelijk gehouden vriendschap. Openbaringen over normen en waarden. Geen dwang en onderdrukking. Sterker nog, de nikab werd pas aangeschaft tijdens een studieperiode in Engeland. Een goed doordachte en vrijwillige beslissing, zeggen haar woorden. Voorheen in Soedan enkel een hoofddoek.
Na enkele dagen leek ik door de nikab heen te kijken, een normaal gezicht vormde zich voor mijn netvlies. Tijdens een later bezoek aan de moskee, werd het gezicht ontbloot. Er waren immers enkel vrouwen in de ruimte. Een ander gezicht, met ander haar en een andere uitstraling. Dat alles deed er niet toe. De gedaante onder de nikab was een mens zoals jij en ik. Met eigen dromen en ideeën. Een verschillende achtergrond, met andere tradities en gewoonten, maar evengoed een waardig mens. Enkel gescheiden door een zwarte stof.