In China’s zuidwestelijke provincie Yunnan ligt op gemiddeld 2.500 meter hoogte het nog weinig bezochte Rode Aarde-gebied, Hongtudi, waar boeren op hun eigen akkertjes verschillende gewassen verbouwen als koolzaad, gerst, mais en aardappelen. Dat levert landschappelijk een kleurrijke lappendeken op, waaronder met witte bloemetjes bedekte aardappelvelden in plaats van groene, goudgele of spiegelende rijstterrassen waar Yunnans berglandschap beroemd om is.
Ongeschonden door toerisme laten de boeren ons zeldzame stel vreemdelingen uit het land van aardappeleters ongemoeid als we met camera’s dwars over hun akkers lopen en voor hun voeten de handmatige oogstverwerking gadeslaan. In China eet men net zoveel aardappelen als rijst, maar dan verwerkt in diverse groentegerechten. Als snack worden dunne schijfjes aardappelen gewokt tot knapperig verse chips, vele malen lekkerder dan de westerse uit een zakje. Eenmaal thuis lees ik op internet dat China het grootste exportland van aardappelen en niet van rijst is.