Het ging heen en weer. Onder luid gejuich van pro-Russische demonstranten stond de Russische driekleur op het dak van het regionale regeringsgebouw in de Oost-Oekraïense stad Donetsk. Het blauw-geel van Oekraïne verdween om een paar dagen later weer terug te keren ten koste van de Russische vlag. Dan weer bezetten de pro-Russen het regeringsgebouw om enkele dagen later het pand gedwongen te moeten verlaten en vervolgens opnieuw proberen binnen te dringen.
Wie dit beeld voor zich heeft, denkt dat Donetsk in brand staat. Dat de geest van de contra-revolutie, na de machtswisseling in de hoofdstad Kiev, hier overal rondwaart. Maar het aparte is, niets is minder waar. Van het regionale regeringsgebouw naar de hoofdstaat, de Artjomstraat, is het een minuut lopen. Winkels zijn open, in koffiebar Travelers Coffee zijn alle tafels bezet tijdens de lunch en bij de McDonalds, schuin tegenover het door pro-Russische demonstranten bewaakte Leninstandbeeld op het gelijknamige plein, staat een rij. De automobilisten zuchten zoals altijd om de files in de stad.
De gedachten in Donetsk, een stad met ongeveer een miljoen inwoners, staan niet naar een oorlog of protest, maar naar een stabiel leven met een salaris en een pensioen. De vertegenwoordigster van de appartementenverhuur die de huur komt ophalen, zegt nuchter: 'De zaken gaan door.'
Maar de pro-Russische demonstranten bij het regeringsgebouw, variërend van een paar honderd tot tweeduizend mensen, zetten de de toon en bepalen de krantenkoppen. Met voorop hun leider, de inmiddels gearresteerde, Pavel Goebarjov, de zelfbenoemde volksgouverneur van de regio rond Donetsk. Hij streeft naar meer autonomie en aansluiting met Rusland. Een tegenactie komt ook: vooral jongeren protesteren bij de Kathedraal van de Transfiguratie van Christus voor een verenigd Oekraïne. Donderdag ontmoetten beide kampen elkaar met als resultaat zeker één dode en vijftig gewonden. De volgende dag hebben inwoners van Donetsk hun facebookprofielfoto op zwart met rechtsonder een gele en blauwe streep, naar de kleuren van de Oekraïense vlag.
De pro-Russen laten zich niet zien in de hoofdstad Kiev. De stad is in handen van de revolutionairen, sommigen in legerkleding, en dan vooral het centrum: het Onafhankelijkheidsplein, ook wel het Majdan, en de straten rondom, het hart van de protesten. De demonstranten hier hebben hun groene legertenten opgeslagen. Ze gaan pas weg als ze vertrouwen hebben in de nieuwe regering. Kaarsen en eindeloze bloemen liggen op straat of bij foto's van overleden demonstranten.
Autobanden liggen nog altijd opgestapeld als barricades en blokkeren de ingangen naar het plein. Een buitgemaakte politiewagen staat als trofee op de hoofdstraat van Kiev, de Kresjtsjatik. De grond is nog altijd zwart geblakerd van de veldslag vorige maand, net als een van de gebouwen rond het Onafhankelijkheidsplein. Voor afleiding zorgen twee tafeltennistafels, waar wordt gespeeld. Het plein en omgeving zijn inmiddels een toeristisch uitje geworden.
Nieuwsgierige Oekraïners kijken rond en maken foto's van de politiewagen. Ze poseren bij een van de de tenten met iemand verkleed als Minnie Mouse. Tussendoor kunnen toeristen terecht bij souvenirstalletjes die tussen de tenten staan opgesteld. Een man in een kraam verkoopt croissants en koffie.
Buiten de blokkades op de Kresjtsjatik, normaal gesproken in het weekend autovrij en dan het podium voor straatartiesten, hebben kledingwinkels hun deuren geopend. Winkelend publiek loopt tussen de barricades door. De zaak van het beroemde Oekraïense chocolade- en taartenmerk Roshen verwelkomt op de Kresjtsjatik haar klanten. In de Bogdan Chmelnitskistraat, een zijstraat van de Kresjtsjatik, staat de bevolking zoals altijd in de rij voor worstenbroodjes bij Kievska Perepitsjka.
's Avonds is het opvallend rustig in het centrum van Kiev. Anarchie heeft de overhand. Voornamelijk mannen in donkere kleding lopen rond. Deze week probeerden gemaskerde mannen een bank te bestormen en vatte de beroemde Besarabskimarkt aan de Kresjtsjatik vlam. Het gewone leven gaat door, maar Kiev en Donetsk zijn nog niet de oude.