De een noemde hem een 'havik', vanwege zijn hardhandige optredens tegen Palestijnen. Onder meer door tussen Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoveer een kilometerslange muur te bouwen.
Maar aan het einde van zijn politieke carrière ontpopte hij zich volgens sommigen ook als 'vredesduif'. Dat gebeurde eind 2003, toen kondigde Sharon een verrassende koerswisseling aan: hij stemde in met een vredesplan van de VS en de EU, waarbij hij zich committeerde aan de vorming van een onafhankelijke Palestijnse staat en aan eenzijdige Israëlische terugtrekking uit de Gazastrook. De joodse nederzettingen daar moesten worden ontruimd. De kolonisten reageerden ontzet.
Sharon erkende dat de ontruiming pijn deed, maar vond de nederzettingen in de Gazastrook onhoudbaar. De veiligheid van Israël ging voor. Er zijn te veel Palestijnen in de Gazastrook, zonder toekomst, met veel haat tegenover Israël, zo redeneerde hij.
Ondanks fel verzet vanuit zijn eigen Likudpartij, onder wie zijn rivaal Benjamin Netanyahu, zette hij door. In augustus 2005 liet hij 21 nederzettingen in de Gazastrook en vier op de Westelijke Jordaanoever ontruimen. Bijna 10.000 kolonisten moesten vertrekken; hun huizen werden met bulldozers platgewalst. Kort daarna verliet ook het Israëlische leger de Gazastrook. (Bron: deels NOS)
De VPRO radio is in de periode dat hij partijleider en later premier was vaak afgereisd om met eigen ogen te zien en horen wat de gevolgen waren van zijn beleid voor de mensen die er direct mee te maken hadden. Hieronder een selectie en een korte samenvatting van zijn hoogte- en dieptepunten.