Stel: je woont met man en kinderen in Brussel, de plek waar je als europarlementariër werkt. Verblijfskosten in verband met je werk zijn er dus niet. Jouw partij besluit daarom, volgens opgestelde gedragscodes, dat je de dagvergoeding van 304 euro, waar elke europarlementariër recht op heeft, niet consumeert maar voor tweederde inlevert. Kwestie van principe.
Bij de PvdA geldt die code sinds 1999. Al was het maar om het beeld bij te stellen van de ‘graaiende europarlementariër’. Die heeft al een maandsalaris van ruim 8000 euro én een maandbudget van 4300 euro voor kantoorkosten waarover geen verantwoording hoeft worden afgelegd.
Daar bovenop nog eens jaarlijks 200 werkdagen x 304 euro netto dagvergoeding, totaal 60.000 euro? Nee, dat acht de partij te veel van het goede, dat past niet in de PvdA-ideologie.
PvdA-er Judith Merkies past in dit plaatje: woonachtig in Brussel, voor de partij in het Europarlement sinds zomer 2009. Boven op haar salaris ligt er elke dag dat ze op haar werk verschijnt nog eens 304 euro voor haar klaar bij de kassa van het Europees parlement, die ze volgens de PvdA-gedragscodes dus grotendeels weer moet afstaan.
Maar volgens PvdA gaf ze “te weinig prioriteit” aan het terugbetalen van die dagbonussen. Vrij vertaald: ze betaalde te laat terug, en pas na lang aandringen. Merkies ontkent. Ze spande tegen haar eigen partij een kort geding aan dat aanstaande vrijdag dient. Ze verzet zich ook tegen het partijoordeel dat ze “slecht samenwerkt in een team”. Maar de PvdA heeft haar al afgeserveerd. Ze mag zich niet kandideren als nieuwe eurofractieleider.
Einde politieke loopbaan van Merkies? Een affairetje?
Wellicht. Maar van alle affairetjes die ik in Brussel de afgelopen jaren langs zag komen is er geen enkele zo gênant als de ‘zaak-Merkies’.
De kwestie is nu volop in het nieuws. Bezorgde PvdA-kopstukken roepen inmiddels hun partijtop op om de zaak in der minne te schikken. Het is uit de hand gelopen, vinden ze, en erg schadelijk voor het PvdA-imago, een half jaar voor de Europese verkiezingen. Maar het kwaad is al geschied. En, dat maakt het extra gênant: de regie in dit verhaal is van meet af aan in handen van de partij zélf.
Jullie journalisten nog een rol gespeeld? Ik moet toegeven: de stank van de drek was zó groot dat het me dwong tot enige reserve: eerst nog maar eens dubbelchecken, eerst nog maar eens achterhalen waarom partijgenoot A partijgenoot B zwart maakt.
Maar dat duurde de PvdA kennelijk allemaal te lang. Partijvoorzitter Hans Spekman hing de vuile was liever zélf buiten.
Beter laat dan nooit toch maar even Thijs Berman gebeld, leider van PvdA’s eurofractie en directe collega van Merkies. Hoe gaat hij om met het zwervende bestaan dat een europarlementariër eigen is?
“Vreselijk dat je me naar mijn privésituatie vraagt,” zegt Berman.
Ja, vreselijk, vind ik ook. Maar PvdA’s eigen gedragscodes gáán over het privéleven, dus acht ik het bij uitzondering opportuun.
Berman ligt in scheiding. Zijn bijna ex-vrouw woont in Genève waar ze haar eigen huur betaalt. Als woonplaats geeft Berman bij de partij een appartement in Parijs op. “Daar staan mijn meubels, daar ontmoet ik mijn studerende zonen.” Berman werkt in Brussel en woont er samen met zijn vriendin. “Dit is een topzware baan, ik zie familie en vrienden zelden.”