de keerzijde van het paradijs
In Licht op het Noorden peilt Stine Jensen achtereenvolgens de Noorse, Finse, Zweedse en Deense ziel. ‘Het goede Scandinavische leven is natuurlijk relatief. Zodra je met andere ogen gaat kijken, kantelt het beeld.’
de eerste drie afleveringen
Wat zijn de associaties van de gemiddelde Nederlander met Scandinavië? Borgen of Festen? Drank of design? Ikea of Filippa K.? Ons beeld van Scandinavië wordt sterk bepaald door de goede films en televisieseries die er vandaan komen, en door de boeken die in steeds hogere stapels over ons worden uitgestort door uitgevers die hopen de nieuwe Knausgård of Stieg Larsson in huis te hebben. Er worden prachtige kleren en meubels gemaakt, en je kunt er heerlijk eten. En dan hebben we het nog niet eens gehad over die jaloersmakende kinderopvang, de voltooide emancipatie en het feit dat Scandinaviërs op internationale lijstjes steevast bovenaan prijken als het gaat om welvaart en geluk. Maar er gebeurt ook wel eens wat: motorbendes die elkaar naar het leven staan, blackmetal-satanisten die kerken in de fik steken, rellen in Husby, Anders Breivik. Zijn dat incidenten of is het walhalla toch niet zo paradijselijk?
Filosoof en schrijver Stine Jensen trok haar sneeuwlaarzen aan en ging met regisseur Hans Pool op reis. In Licht op het Noorden peilt ze de Noorse, Finse, Zweedse en Deense ziel en toont ze ons zowel de lichte als de donkere kanten van het paradijs. De scepticus die met smaak de exotische avonturen van Jelle Brandt Corstius, Adriaan van Dis en Bram Vermeulen heeft gevolgd, vraagt zich misschien af of dat niet heel saai is, een reisserie over landen die in veel opzichten sterk op ons eigen land lijken. Dat valt reuze mee. De aflevering over Noorwegen, waarmee de serie begint, zit gelijk al vol verrassingen. Qua rijkdom is Noorwegen een soort Golfstaat. Toch blijkt Oslo heroïnestad nummer een van Europa, en doet de voedselbank er goede zaken. Jensen was er zelf ook verbaasd over.
Stine Jensen: ‘Noorwegen is het rijkste land ter wereld. Wij waren bang dat we alleen maar beeld zouden hebben waarin ik in een fijne trui met de ene na de andere gelukkige Noor door een fjord vaar. Maar in elk land is iets aan de hand. Als toerist zie je die fjorden en een prachtig deel van Oslo, maar er is ook een andere kant. Ik vond het shockerend om er met mijn neus bovenop te staan terwijl twee heel aardige jonge mensen heroïne zaten te spuiten. Dat drugsprobleem is iets waar de Noren zich zelf ook geen raad mee weten. Het wordt gewoon weggestopt. Net zoals je in Nederland niet dagelijks op de Wallen komt. Je sluit je ogen voor wat er om de hoek gaande is. Dat is ook de basisgedachte van de serie: de keerzijde van het paradijs. Scandinavië fungeert als voorbeeld. Natuurlijk zijn het drankprobleem, de eenzaamheid en de donkerte ons niet onbekend, maar in Noorwegen blijkt dat welvaart ook problemen kan veroorzaken. En dat niet iedereen profiteert van die welvaart.’
Symbolisch voor de Noorse ziel is misschien het beeld van het boze jongetje, dat in een park in Oslo staat. Een jongetje met gebalde vuistjes en een van woede verwrongen gezichtje. De Noren zijn dol op dat beeld. Emoties worden hier bij voorkeur niet geuit en men heeft grote moeite te accepteren dat het kwaad soms van binnenuit komt. Of Jensen nu met de leden van een blackmetalband praat of met schrijver Karl-Ove Knausgård, Anders Breivik is nooit ver weg. Wat opvalt is dat ze bij die gesprekken geen tolk nodig heeft. Hoewel Stine Jensen pas een jaar oud was toen ze naar Nederland verhuisde, bleven haar Deense ouders altijd Deens met hun kinderen spreken. Die tweetaligheid, die ze zelf ‘een groot geschenk’ noemt, bleek nu goed van pas te komen.
Jensen: ‘In de aflevering over Noorwegen spreek ik Deens en zij antwoorden in het Noors. In principe kunnen Denen en Noren elkaar goed verstaan. Bij Denen en Zweden en Zweden en Noren gaat dat minder goed. Wij spraken thuis Deens, maar ik ben niet opgegroeid in Denemarken. Mijn Deens is wel goed, maar het is een beetje oubollig, want het is het Deens van mijn ouders en grootouders. Ik mis soms woorden, maar dat is helemaal niet erg. Het was leuk en ook spannend om te zien hoe dat zou gaan met die taal. De crew verstond niet wat er gezegd werd. Ik was de enige. In Finland had ik trouwens wel een tolk nodig hoor, Fins is een volstrekt andere taal.’
Als je haar vooraf had gevraagd of het leven in Scandinavië inderdaad zo goed is, of dat Noordse paradijs echt bestaat, had ze waarschijnlijk ja gezegd. ‘Eigenlijk was mijn beeld heel positief. Met dat zwangerschapsverlof van een jaar, en die mannen die zo goed meedoen. En die prachtige natuur. Denemarken is zo progressief, en er komen mooie spullen vandaan. Maar ik moest wel altijd een beetje grinniken als ik hoorde dat Denemarken weer eens als het gelukkigste land op aarde uit de bus was gekomen. Want ik weet hoe dat werkt. Ik zat een keer met mijn oma in een nieuw café. We hadden net besproken dat de koffie lauw was en de bediening waardeloos toen we een enquête kregen. Mijn oma vulde in: hoe was de koffie? Uitstekend. De bediening? Geweldig. Ik zei tegen mijn oma: je vond het toch helemaal niet goed? Nee zei ze, maar dat hoeven zij toch niet te weten? Zo gaat dat ook in die onderzoeken naar geluk. Hoe gaat het met u? Geweldig. In films als Festen zie je dat ook wel. Alles verdwijnt onder het tapijt. Het feit dat ze moeite hebben met het tonen van emoties wordt ook wel als verklaring gegeven voor dat drugsprobleem. Als je buiten de samenleving valt, kun je in de blackmetal gaan, of je gaat drugs gebruiken. Woede is een emotie die je niet mag laten zien. Een van die blackmetaljongens zegt dat als Anders Breivik blackmetal had gespeeld, hij misschien een andere uitlaatklep had gehad voor zijn boosheid. Dan had hij misschien niet thuis in zijn eentje World of Warcraft zitten spelen.’
Hoe dat regime van goedheid Noorwegen regeert en wat dat voor gevolgen heeft, wordt heel goed uitgelegd door een Poolse sociologe die in Oslo woont. Jensen: ‘Je kunt natuurlijk alleen maar junks filmen, of een metalband volgen, maar ik wilde uitleggen hoe dat hele idee van goed- en kwaadheid werkt. Meestal worden er in reisseries geen deskundigen opgevoerd, maar wij hebben dat wel gedaan. Omdat het bij mij past, maar ook omdat zij je kunnen helpen om te kijken naar die samenleving. Mijn filosofische missie was in Noorwegen die worsteling met goed en kwaad te laten zien. In Finland gaat het over sisu, een typisch Fins begrip dat iets als doorzettingsvermogen betekent. En in Zweden heb ik het over gelijkheid en ongelijkheid.’
In Zweden ging Jensen onder meer naar een voorschoolse crèche. ‘Zweedse kinderen gaan pas vanaf hun zevende naar school. Tot die tijd zitten ze op de kinderopvang. Daar doe je je kind tekort als je het niet de hele week naar de crèche brengt. Hier geldt nog steeds het omgekeerde. Er bestaat daar een wezenlijk andere opvatting over wie de beste opvoeder is wat het beste voor je kind is. Ik heb zelf een dochter van drie en in dit opzicht denk ik als een Scandinaviër: natuurlijk moet ze naar de crèche, daar kan ze buiten spelen met andere kinderen terwijl ze thuis op drie hoog in haar eentje binnen zit. In Zweden heb ik ook een seksuologe gesproken, en een voormalige softpornoster. Ooit was Zweden in dit opzicht het meest vrije land. De porno-industrie is er heel groot geweest. In een van haar bekendste films knalde deze vrouw met een ooglapje voor allerlei mannen af. Ze was daarmee de inspiratiebron voor Tarantino’s Kill Bill. Een soort Lisbeth Salander avant la lettre. Destijds was ze een schietschijf voor feministen, nu is ze een culticoon geworden voor diezelfde feministen.
Finland was het enige land waar ik nooit eerder was geweest. Ik was benieuwd in hoeverre het op Scandinavië leek. Het was heel anders. Een soort Rusland zonder corruptie, waar Scandinaviërs wonen met emoties. Ik had gehoord dat Finnen heel stug waren, maar we kregen de ene na de andere huilende Fin voor de camera.
´Het goede Scandinavische leven is natuurlijk relatief. Als je in Husby komt, die wijk in Stockholm waar onlangs die rellen waren, denk je in eerste instantie: hm, niet gek voor een achterstandswijk. Veel groen, mooie flats. Beter dan de Bijlmer. Maar dan zegt iemand: “Je laat je toch niet in de luren leggen door zo’n aangeharkt parkje? Vijftig procent is hier werkloos.” Zodra je met andere ogen gaat kijken, kantelt het beeld. In Oslo kwamen we in een buurt waar je normaal niet komt en daar stond een enorme rij voor de voedselbank. Ik denk dat Noorwegen wel de heftigste kanteling van dat paradijselijke beeld was. Wat ik interessant vond, was dat de natuur daar als oplossing voor de problemen wordt gezien. De natuur geneest. Er zijn ook heel veel verslavingsklinieken in de bergen waar je kunt afkicken door de hele dag buiten te zijn.’
De ongekende populariteit van series als Borgen en The Killing hebben de belangstelling voor Scandinavië aangewakkerd. Jensen: ‘Het succes van die series heeft enorm geholpen. Ik heb dat ook gebruikt in mijn voorstel: iedereen kijkt naar die series, moet er niet eens iemand gaan kijken hoe het daar echt is? We hebben de Mohammedcartoons gehad, Breivik, Husby. Die werden steeds beschouwd als rare incidenten. Maar zijn dat wel incidenten? Vooraf heb ik aan veel mensen gevraagd wat hun beeld was van Scandinavië. Thérèse Boer van restaurant De Librije begon meteen over de regionele producten waarmee ze daar werken, en dat het zo puur en zuiver is. Mijn kapster Carmen begon gelijk over de mooie kleren en de goeie kappers. Maar iedereen voegde er gelijk aan toe: verder weet ik er eigenlijk niet zo veel van. Is dat stereotype beeld over puurheid, zuiverheid, schoonheid, strakheid een verkeerd beeld? Niet altijd. Er komen heel mooie spullen vandaan. En ze zijn op bepaalde gebieden echt voorlopers. Daarom is het ook zo interessant om die ontwikkelingen daar beter te volgen. Het is een spiegel voor Nederland.’
Aflevering 3 van Licht op het Noorden: Zweden,
zondag 3 november, Nederland 2, 20.25 uur