Al met de eerste regel 'De man die vrolijk met zijn masker speelde (…..)' van zijn gedicht 'Maskers' begon Komrij aan een zelfportret.

Het roept associaties op met de emblemen uit de allegorische schilderkunst. Een dantesk levensbericht is het, dat zich ontwikkelt naar een ijzingwekkende plot. Een superieur gedicht, waarin de echo meeklinkt van Komrij’s enorme belezenheid zonder dat de betekenis van 'Maskers' erdoor wordt overschreeuwd. En wat het gedicht ook nog meedeelt, is het grenzeloze plezier dat Komrij aan de poëzie en het schrijven ervan heeft beleefd.
 

Dezer dagen verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij zijn – letterlijk – laatste bundel, getiteld Boemerang.