De jury van de VPRO Bob den Uyl-prijs 2017 heeft zich met groot plezier door een enorme stapel boeken heen gelezen. De meer dan tachtig ingezonden boeken geven een divers beeld van Nederland en de wereld door de bril van correspondenten, journalisten en schrijvers. Zij doen vanuit een persoonlijke invalshoek verslag van de actualiteit. Altijd onderweg of vanaf een standplaats, vaak met een terugblik op verleden of vanuit een speciaal perspectief. Haast altijd met grote betrokkenheid en kennis van zaken. Het jaar 2016 is er anders uit gaan zien voor de jury door de eigen accenten en verhalen die al die schrijvers hebben opgetekend bij het nieuws of achter het nieuws. Mijn boekenkast heeft er tussen alle literatuur een waardevolle plank bijgekregen.
De VPRO Bob den Uyl-prijs is in het leven geroepen voor literaire reisboeken; verhalen van betrokken auteurs die zich tussen reportage en beschouwing in bewegen. Documentair vertelde verhalen waarin de auteur zelf een hoofd- en bijrol speelt. De hoofdrol als verteller die je meevoert, de bijrol omdat de belevenissen van de auteur dienstbaar zijn aan het beschrijven van de gebeurtenissen zelf. De beste vertellers nemen je mee op reis, maken dilemma’s invoelbaar en tonen je nieuwe invalshoeken en perspectieven. Het persoonlijke verhaal maakt de wereld dan niet besloten maar toegankelijk, niet kleiner maar juist universeler.
De zes genomineerde schrijvers hebben zo’n verhaal verteld. Zij putten uit eigen ervaringen, persoonlijke interesse en betrokkenheid om een groter verhaal te vertellen.
We noemen ze in alfabetische volgorde:
In Winter-IJsland vertelt Laura Broekhuysen hoe ze na haar verhuizing naar een afgelegen fjord in IJsland wordt overvallen door het besef dat ze iets heel definitiefs heeft gedaan. Het overdonderende landschap, de lange winter, haar dochtertje dat met de dag meer IJslander wordt. Laura zelf moet haar weg vinden in dat betoverende maar genadeloze landschap. Ze schrijft over haar nieuwe leven in prachtige, lyrische observaties die zowel universeel als heel persoonlijk zijn. Dit kleine boek maakte diepe indruk op de jury.
Jan Brokken reist in De gloed van Sint-Petersburg naar de stad die hij in 1975 voor het eerst bezocht, op zoek naar de geest van de vele kunstenaars en schrijvers die hier hun wortels hebben. Met de elegantie die al zijn werk kenmerkt neemt hij de lezer mee op reis in deze ideale combinatie van persoonlijke herinneringen, kunstbeschouwingen en anekdotes. Brokken is de gedroomde gids, erudiet en toegankelijk. Dankzij hem wil je onmiddellijk je koffers pakken om zelf door de straten van Sint-Petersburg te gaan dolen.
Robert Dulmers reist met een doosje bonbons in zijn koffer af naar Syrië waar hij toegang zoekt tot president Assad en zijn gevolg. Met ingehouden adem volg je hem op zijn missie. Dankzij zijn bravoure en flair weet hij uiteindelijk door te dringen tot presidentiële kringen om zo een nieuw licht te werpen op de oorlog die Syrië nu al zes jaar teistert. Onze goed ingevoerde juryleden kregen dankzij Bonbons voor mevrouw Assad een nieuwe kijk op deze ontwrichte samenleving waarin het leven ondanks alles gewoon doorgaat.
In Op reis met mijn vader (die dood is) maakt Maarten van Riel de reis die hij eigenlijk met zijn vader had willen maken: terug naar Bosnië, waar zijn vader als militair naartoe ging. Maar zoals de titel al verraadt moest Maarten deze reis alleen maken, met het dagboek van zijn overleden vader in zijn tas. Knap weet hij de turbulente geschiedenis van de Balkan te verweven met herinneringen aan zijn vader en diens missie. Groot en klein drama zijn in dit ontroerende verhaal prachtig in balans.
In Atjeh toont Anton Stolwijk ons hoe onze koloniale geschiedenis tot op de dag van vandaag doorwerkt. Hij reisde naar het noordelijkste puntje van Sumatra om zo de bloedige Atjeh-oorlog te reconstrueren die naar schatting aan honderdduizend mensen het leven kostte. Zijn indrukwekkende kennis over het onderwerp koppelt hij aan de soepele pen van een romanschrijver, waardoor de lezer alleen maar wil doorlezen. Een belangrijk boek, waarin een inktzwarte periode voor de vergetelheid is behoed dankzij gedegen onderzoek, interviews en reportage.
In Een woord een woord neemt Frank Westerman de lezer mee langs een reeks spraakmakende gijzeldrama’s. Zoals altijd is ook nu zijn invalshoek persoonlijk. Als jongetje dat opgroeide in het Assen van de jaren zeventig maakten de Molukse acties diepe indruk op hem. Nu stelt hij zich de vraag welke waarde het woord nog heeft in een wereld die in toenemende mate gedomineerd lijkt door geweld. Deze mengeling van reportage, persoonlijke bespiegelingen en historisch onderzoek levert een actueel en urgent boek op dat de lezer meesleept en dwingt tot nadenken.
In de afwegingen van de jury om een winnaar aan te wijzen heeft de kwaliteit van de zes genomineerde boeken uiteindelijk geen rol gespeeld. Het zijn stuk voor stuk goed geschreven, originele verhalen die we ademloos hebben uitgelezen. De een wat meer journalistiek van aard, de ander haast poëtisch of lyrisch, soms meer beschrijvend, dan weer dicht op de huid van de schrijver. Samen vormen deze zes boeken een mooi palet van dit genre.
De jury heeft dit jaar misschien wel meer dan anders gekeken naar de relevantie van de verhalen en hun relatie tot de soms haast bizarre excessen van onze geglobaliseerde informatiesamenleving. In een tijd waarin woorden besmet zijn geraakt, waarin feiten worden betwist en leugens regeren hebben dit soort boeken enorm aan relevantie gewonnen. Meer dan ooit hebben we behoefte aan schrijvers die voor ons op zoek gaan naar de verhalen achter de propaganda, de oneliners van Twitter en de gehackte sociale media. Nu iedereen - van president tot treitervlogger - er met de waarheid vandoor kan gaan, klinkt ook de roep om meer onderzoeksjournalistiek steeds luider. De schrijver en de journalist zijn wapenbroeders in de strijd tegen leugen en bedrog.
De jury heeft dit jaar voor zo’n wapenbroeder gekozen. De VPRO Bob den Uyl-prijs 2017 gaat naar het boek waarin de vraag centraal staat of het woord een wapen kan zijn in de strijd tegen geweld. Of praten en onderhandelen, overtuigen en in gesprek blijven nog middelen kunnen zijn om geweld te voorkomen of te onderdrukken. Hoe we met woorden kunnen de-escaleren in een tijd waarin woorden vooral conflicten aanscherpen en tegenstellingen opblazen. En waarin geweld steeds weer met geweld wordt beantwoord.
Frank Westerman onderzoekt in zijn boek Een woord een woord die vraag op een onderhoudende manier. Zonder moraliserend te zijn. Op basis van gebeurtenissen uit ons onverwerkte verleden. Als jongetje en participerend journalist. Hij laat zien hoe smal de demarcatielijn is tussen activisme en koelbloedige terreur. Hoe iedere tijd eigen geweld en excessen kent. Hoe klein de stap is naar radicalisering. Hoe ijdel woorden kunnen zijn en hoe hard we ze ook vandaag nog nodig hebben. We moeten woorden met woorden bestrijden. Daarom gaat de VPRO Bob den Uyl-prijs 2017 naar Een woord een woord van Frank Westerman.
Lennart van der Meulen