Vader Rinus overleefde de Jappenkampen en verhuisde naar Argentinië. Ida groeide er op. Er was toen al een behoorlijk Hollandse gemeenschap in Tres Arroyos. De eerste immigranten, meestal arme boeren uit Groningen en Friesland, arriveerden er al in 1889. Midden jaren twintig kwam een tweede golf, dit keer afkomstig uit de Haarlemmermeerpolder. In de jaren vijftig droogde de stroom op. Intussen is er weinig authentiek Hollands meer te bespeuren aan de bevolking van Tres Arroyos. Tegen Trouw zei Carolijn Visser: 'De immigranten zijn getrouwd met Argentijnen, hun kinderen spreken Spaans en zijn niet meer te onderscheiden van de andere Argentijnen. Alleen de ouderen zijn nog blond en hebben blauwe ogen. Ze spreken soms nog wel Nederlands, maar meestal met gepaste tegenzin. Ze houden van Argentijnse barbecues, van maté. En ze zijn in weinig meer de stijve, gereformeerde Nederlanders die ze ooit waren. Ik was nog net op tijd om de herinneringen van de oudste generatie te noteren.'
Juni vorig jaar was carolijn Visser te gast in Brands met Boeken.