VPRO Bagagedrager nominatie 2015

Lourdes

Het bejaardentehuis is craquelé. Ik bingo vrijwillig met kaakjes en oudjes. De molen draait op volle toeren en de weeïge lucht van hutspot vermengd met incontinentieluiers drukt als een deken op ons neer. Gefascineerd kijk ik naar de halfslapende bejaarden waarvan sommige kwijlend in hun rolstoel hangen. Ze staren zonder te zien, ze leven zonder een echt bestaan. Door de speakers knarst goddelijke muziek. Iedereen gelooft namelijk.

We ruilen bingo in voor Lingo. Als het afgelopen is, verschijnt er een documentaire. Het gaat over Lourdes, een bedevaartsoord in Zuid-Frankrijk. Dat is een plek waar mensen hopen op genezing en kracht. Het water uit de Mariagrot heeft een helende werking. Ik zie glimlachende gezichten en ogen glinsterend van hoop. Er valt een stilte, ademloos leven we verder. Mevrouw Pauli kijkt me doordringend aan. ‘Dit zou mijn laatste wens wezen,’ fluistert ze. ‘Ik hoop dat mijn offer helpt. ’ Ik glimlach pijnlijk. Vorige week stak ze bijna een hardgekookt ei in de fik.

Een Gregoriaans slotakkoord galmt door de kamer, het is bedtijd. Medicijnen worden door vanillevla geprakt en ik zet rollators netjes op een rij. Onwillekeurig dwalen mijn gedachten af. Ik denk aan kruistekens, Bijbelboeken en de ellenlange kerkdiensten waar ik vroeger een hekel aan had. Geloven is voor veel ouderen een houvast, de laatste rots in de branding. Familie en vrienden spoelen steeds verder weg in de zee van oneindigheid. Diep van binnen knaagt er iets. Het liefst zou ik al deze mensen die laatste droomreis laten maken. Maar dat is helaas onmogelijk.                                                   

Daarom zou ik graag als vrijwilliger mee willen op bedevaartstocht naar Lourdes. Zodat ik mensen uit de sloot naar de wal kan helpen. Het enige probleem is, dat ik slechts een arme pelgrim op sokken ben, een jonge vrijwilliger. Ik kan misschien collecteren. Al heb ik stiekem een hekel aan Jehova getuigen langs de deur. Tenminste, dat soort taferelen ontstaan dan.                                                        

Ik dweil nog wat kwijl van tafel en doe dan het licht uit. Morgen is er weer een dag. Het vredige gebrom van bewakingsapparatuur gonst door verlaten gangen. Vanuit kamers klinkt onverstaanbaar gemompel. Verhalen waar niemand meer naar luistert.   

Als pelgrim wil ik mijn weg afleggen. Ik zal luisteren en zien; verloren verhalen vertellen. Het water van Lourdes is mijn bron vol inspiratie. In de avond flonkeren duizenden lichtjes van de processie door de stad. Kleine sprankjes hoop in de duisternis. Een sprookje waar ik steeds meer in begin te geloven.

Wie is Romy?

Romy van Dongen (1998) zit in 5 VWO en schrijft sinds haar elfde verhalen. Later wordt ze het liefst wetenschapsjournalist of schrijfster. In 2013 publiceerde ze een verhaal in (Re)writing History. Ook won ze meerdere schrijfwedstrijden. Inspiratie komt van typemachines, palmbomen en bingoballen. Het is haar droom om in de toekomst een eigen boek te schrijven. Romy woont in het Brabantse Sprang-Capelle, waarvan iedereen denkt te weten waar het ligt. Bij Rotterdam, niet dus.

Met de Bagagedrager hoopt ze het dorp tijdelijk te verruilen voor een plek vol nieuwe ervaringen en ontmoetingen. Een hele leerzame reis.