Generatiegenoten Barbara Pogacnik, Razvan Tupa en Andrej Sen-Senkov hebben gemeen dat hun gedichten kernachtig zijn en tegelijk heel vol.

Verhuizing

'Ik wacht, totdat ze alle beelden van de TV met papier omwikkelen, de geuren uit restaurants, gebaren, het lopen van mensen in de stad.'

In haar gedicht ‘Verhuizing’ beschrijft de Sloveense dichteres Barbara Pogacnik (1973) hoe verhuizers alles inpakken en daarmee onbedoeld ook de herinneringen van degene die er woonde. Deze niet ongewone situatie wordt door Pogacnik uitgebouwd tot de wensdroom van menig dichter: hoe zou het zijn als alle indrukken, beelden, emoties en gedachten in papier konden worden opgeslagen?

Veel hedendaagse poëzie probeert recht te doen aan de ervaring dat we overspoeld worden door informatie. Nauwelijks krijgen we de kans wat we horen en zien tot ons te laten doordringen, laat staan te verwerken en doorgronden. De vervreemding die daaruit volgt, speelt een wezenlijke rol in de poëzie van drie dichters die zo ongeveer tot dezelfde generatie behoren: de Roemeen Razvan Tupa (1975), de Rus Andrej Sen-Senkov (1968) en de al genoemde Barbara Pogacnik.

Er bestaan grote verschillen tussen deze drie dichters, maar ze hebben gemeen dat hun gedichten kernachtig zijn en tegelijk heel vol. In vaak maar een paar zinnen wordt een doorgaans raadselachtige wereld opgeroepen waarin tal van opmerkelijke zaken bij elkaar worden gebracht. Die verschillende elementen zijn op zich niet vreemd, wel hun combinatie.

Bij Andrej Sen-Senkov is het vermengen van uiteenlopende werelden zeker opzet. In het voorwoord bij zijn  bundel Anatomical Theatre beschrijven de vertalers Ainsley Morse en Peter Golub hoe Sen-Senkov met precies dezelfde bevlogenheid over het weer of een jazzplaat praat als over ontwikkelingen in politiek en poëzie. ‘Het is allemaal zinnig: voor Sen-Senkov kan van alles poëzie zijn en alles is poëzie.’

Zijn gedichten hebben ook wel wat weg van een gesprek. Niet zelden vertrekt een gedicht uit een schijnbaar onbelangrijke aanleiding. Zoals het gedicht hiernaast waarschijnlijk begon met de verwondering over de soms lieflijke namen die orkanen krijgen.

Juist dat keuvelende begin laat de slotzin hard aankomen. Net als de tennissters en de lezer morst de dichter met tijd. Vier van de dertien regels bestaan uit een eenvoudige opsomming van namen. Nog eens vijf regels gebruikt hij om de lezer te tonen hoe de tennissters oud worden.

Een noodzakelijke vertraging, want daarmee wordt duidelijk hoezeer zij hun leven hebben geofferd aan de sport. Aan wat voor hen ten langen leste waarschijnlijk wezenlijker was, zijn ze niet toegekomen. De essentie, hier krachtig verbeeld als de inhoud van een tennisbal, zit onbereikbaar aan de binnenkant. Daarmee drukt het gedicht een gevoel uit dat velen kennen. Maken we ons wel druk om de belangrijke dingen? Doen we wat we moeten doen?

Luchtdruppeltennis

als ze door meisjesnamen heen zijn
gaan ze orkanen de achternamen
van russische tennissters geven s
afina koeznetsova dementjeva
petrova sjarapova zvonarjova
kleibanova kirilenko vesnina
pavljoetsjenkova

tegen die tijd zijn de meeste
       sportvrouwen dood
en zullen zij die dan nog leven
bij het horen van hun dood
       brengende achternaam
de vingers, verminkt door artrose,
diep in
denkbeeldige tennisballen drukken,

waarbinnen het is als bij wie nooit gebaard heeft

Ook bij Barbara Pogacnik worden de personages in de gedichten overrompeld door een schijnbaar eindeloze stroom indrukken. Alles loopt al snel door elkaar. Een meisje ziet acteur Sean Penn door de straten rennen. In een ander gedicht duikt ineens Mrs. Dalloway, het beroemde personage van Virginia Woolf op. Weer een ander gedicht vertrekt vanuit de associatie dat kombucha wel erg op een kwal lijkt. Tal van Wikipedia-achtige weetjes worden opgedist, maar steeds weer wordt duidelijk dat de ik in het gedicht ‘Landschap met kwal’ het liever over heel andere dingen zou hebben.

Over zoenen bijvoorbeeld en gemiste kansen:

Het moment, dat de vent zich plotseling
       naakt
voor mijn handen bevindt, en we staan
in de spotlights, en we zwijgen als kwallen.

Een blote man fel verlicht binnen handbereik, maar de ik deed niets en zit nu thuis met een glazen pot kombucha die op een kwal lijkt en die kwal op de man die ze liet ontglippen.

Langzaam

aanvankelijk kun je niet geloven dat een mens om de twee minuten van gezicht verandert en je ziet enkel wat je van huis hebt meegebracht je ademhaling neemt geleidelijk elk lijf in beslag en daarna alles wat je positie bepaalt vóór de gele koffiemok
voor even slechts hingen onze gedachten aan de broze melodie van de ademhaling dat is alles

Razvan Tupa is niet alleen de jongste, maar ook de extreemste van dit drietal. Zijn gedichten zijn blokken vol dicht opeen gedrukte woorden. Tupa schakelt binnen een gedicht tussen verschillende perspectieven of lijkt meerdere gedichten te hebben samengeperst tot één. Het idee van vluchtigheid en vervreemding dat daardoor ontstaat, wordt gecontrasteerd met veel nadruk op het lichamelijke. De geest dwarrelt, het lijf houdt stand. Er kan van alles veranderen, elk jaar is er een nieuwe mode, maar ieder mens blijft sterfelijk. Tupa’s gedichten bewegen schijnbaar mee met de voortsnellende tijd en dan steekt hij soms ineens een spaak tussen de wielen. Even een moment van bezinning, voor wat het waard is. ‘[..]het spijt ons en we doen het weer.’

Barbara Pogacnik is vertaald door Katjusa Rucigaj, Ingrid Jooren en Mateja Seliskar-Kenda, Andrej Sen-Senkov door Nina Targan Mouravi, Razvan Tupa door Jan H. Mysjkin.

Barbara Pogacnik
Ro Theater, Studio
do 9 juni, 21.30 uur

Razvan Tupa en Andrej Sen-Senkov
Ro Theater, Studio
za 11 juni, 20.00-21.00 uur

Hoorspel met tekst van Andrej Sen-Senkov, geluid van Lukas Simonis en Henk Bakker
Ro Theater, Grote Zaal
vr 10 juni, 20.00-21.00 uur

Alle dichters zijn op meerdere festivaldagen te zien, kijk voor het hele programma op www.poetry.nl