Laten we beginnen met The Alphabet (2008), een duizend pagina’s tellend gedicht over alles. Een epische woordenbrij waarin je ademloos blijft lezen. De relatie tussen de ene regel en de volgende is vaak afwezig. Het beste is je vrij associerend mee te laten voeren door die stroom woorden. Poëzie als wildwaterbaan. Je bent blij als je weer aan de kant bent, maar eenmaal op de oever wil je ook graag weer terug.
Karaoke Shakespeare: day awash with
rain
stains the windows. That woman
forms the voice of Homer
Simpson. One person’s horizon
is the next one’s limit.
(uit: The Alphabet)
Ron Silliman maakt deel uit van een groep experimentele Amerikaanse dichters die bekendheid heeft gekregen onder de naam L=A=N=G=U=A=G-E Poets. “IK HAAT TAAL” schreef een van de pioniers van die stroming, Robert Grenier, begin jaren zeventig boven een essay. Die uitspraak luidde volgens Ron Silliman een nieuw tijdperk in de Amerikaanse poëzie in.
Hoogste tijd om het genre opnieuw uit te vinden en alle sleets geworden tradities ter discussie te stellen. Uit de as herrees een poëzie die doorgaans lang van stof is, zich meestal voordoet als proza, niet zelden politiek van aard is en waarin veel tussen de regels gelezen moet worden. Dat het een soort poëzie is waar sommige Nederlandse lezers aan zullen moeten wennen, heeft te maken met onze eigen poëtische traditie. Hoe rijk die ook is, gedichten zoals die van Silliman en de zijnen bestaan hier nauwelijks. Pas de laatste jaren heeft een aantal jonge Nederlandse dichters belangstelling gekregen voor de experimenterende Amerikanen. Arnoud van Adrichem, Samuel Vriezen en Jeroen Mettes, om er enkele te noemen.
Amechtig
Vooral Mettes plaatste zijn werk nadrukkelijk in de traditie van de L=A=N=G=U=A=G-E Poets. Net als Ron Silliman was Mettes een onvermoeibaar poëzieblogger. Hij maakte in 2006 op 28-jarige leeftijd een einde aan zijn leven, maar liet wel een epos na dat N30 heet en vorig jaar werd uitgegeven, samen met een keuze uit zijn kritische stukken. ‘Nieuwe zinnen’ is de ondertitel van N30, wat verwijst naar een baanbrekend essay van Silliman uit 1977: The New Sentence. Net als The Alphabet is ook N30 een gedicht als een wildwaterbaan. Je kunt niet anders dan je mee laten voeren. Ook bij hem sta je na afl oop amechtig hijgend op de oever en vraag je je af wat je nu eigenlijk hebt gelezen. Is dit briljant of is dit de grootst mogelijke fl auwekul? Dat is de reactie die alle dichters die voortkomen uit de traditie van de L=A=N=G=U=A=G-E Poets voortdurend oproepen. Ze worden beurtelings op schilden gehesen en met pek en veren de straat uit gejaagd. Ron Silliman heeft altijd blijk gegeven van een grote behoefte aan theoretische onderbouwing van zijn radicale poëzie. Dat leverde hem een reputatie op van moeilijk dichter. Waarschijnlijk was hij juist daarom zo opgetogen toen criticus Andrew Ervin in een recensie van The Alphabet opmerkte dat het lezen van zijn werk beslist niet moeilijker is dan in de trein zitten en naar buiten kijken. ‘It’s good to see that some people are getting it, that you can just read what’s there and that will tell you everything you need to know about my work.’
Debat: Argumenten gezocht! Ron Silliman en Language-poëzie in de Lage Landen
Donderdag 14 juni, 17.15-18.15 uur in de Rotterdamse Schouwburg
‘Zo raakte ik los/ van elk idee van anker’. Samuel Vriezen interviewt Ron Silliman Donderdag 14 juni, 19.00-19.45 uur in de Rotterdamse Schouwburg
Dichterslezing: Ron Silliman, Inuo Taguchi, Chus Pato
Donderdag 14 juni, 20.00-21.00 uur in de Rotterdamse Schouwburg
Dichterslezing: o.a. Ron Silliman
Zaterdag 16 juni, 18.45-19.15 uur in de Rotterdamse Schouwburg
Het werk van de experimentele dichter Ron Silliman roept felle reacties op. Is het briljant of de grootst mogelijke flauwekul? ‘Je kunt niet anders dan je laten meevoeren.’