De afgelopen jaren controleren banken hun klanten steeds strenger op witwassen en terrorismefinanciering. Maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk zijn extra vaak de klos. Zij worden internationaal in verband gebracht met terrorismefinanciering en worden door banken automatisch aangemerkt als 'hoog-risicoklanten', blijkt uit onderzoek van Argos.
Het begint vaak met een mail of telefoontje van de bank: waar hun geld vandaan komt, wie de bestuursleden precies zijn, waarom bepaalde betalingen zijn gedaan. Mark Molenaar, van de Vereniging van Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk, kent de verhalen maar al te goed: “Iedere vereniging denkt bij zichzelf van: hé, wat overkomt mij nou? Het zal wel aan mij liggen, ík moet zal wel iets niet goed doen. Maar die zien natuurlijk niet het hele brede plaatje: dat het heel veel meer organisaties overkomt.’
Advocaat Tamara Buruma is kritisch op de stempel van 'hoog-risicoklanten' die de organisaties krijgen. “Daarmee kom je eigenlijk met een onevenredig vergaande maatregel die veel te veel mensen en instanties en organisaties raakt. Volgens mij is het voor de bank ook idioot duur, terwijl het eigenlijk extreem weinig oplevert."
Waar komt dit label vandaan? Is het risico van terrorismefinanciering reëel? En wat gebeurt er als maatschappelijke organisaties geen toegang meer hebben tot het financiële systeem?