Uit onderzoek van Argos blijkt dat het gaat om een jongen die eerder dit jaar wegliep uit een beschermde opvang in Limburg. Hij was daar geplaatst om hem te beschermen tegen mensenhandelaren. De medewerkers van de opvang mogen niet reageren, maar geven aan dat het nieuws veel impact heeft. ‘Het spreekt voor zich dat het een groot drama is’, zegt een woordvoerder van het COA namens hen. Het COA wil ‘om privacyredenen’ geen uitspraken doen over de identiteit van de jongen.
Onderzoek naar identiteit
Ook Nidos, de organisatie die de voogdij voert over alleenstaande minderjarige vluchtelingen in Nederland, kan nog geen uitsluitsel geven over welke jongen gaat. ‘Het onderzoek om de identiteit vast te stellen wordt op dit moment uitgevoerd door AVIM, de Nederlandse vreemdelingenpolitie’, laat een woordvoerder weren. Dat onderzoek wil Nidos afwachten. Als daaruit komt dat het inderdaad om een jongen gaat die bij Nidos onder voogdij stond, dan zal Nidos bekijken of er mogelijkheden bestaan om bij te dragen aan zijn repatriëring.
Verschillende families in Vietnam hebben inmiddels aangegeven dat zij zelf niet in staat zijn om de kosten te dekken die nodig zijn voor het terugbrengen van het lichaam van hun dierbare. Het Verenigd Koninkrijk dekt deze kosten niet. De Vietnamese overheid biedt nabestaanden een lening aan om de repatriëring te bekostigen.
‘Vietnamezen verdwijnen altijd’
Argos doet al langer onderzoek naar de verdwijningen van Vietnamese kinderen na aankomst in Nederland. Zeker zestig Vietnamese kinderen verdwenen de afgelopen vijf jaar uit de beschermde opvanglocaties die hen juist moeten beschermen. Het COA worstelt met de opvang van Vietnamese kinderen, zo blijkt uit interne e-mails. ‘Deze vluchtelingen verdwijnen altijd’, schrijft een medewerker in oktober 2017.
Staatssecretaris Harbers van Justitie (VVD) zei vorig jaar dat er ‘op dit moment bij uitvoeringsorganisaties geen informatie bekend is dat een smokkelnetwerk betrokken is bij de vermissing van minderjarige Vietnamese migranten.
Na de uitzending van Argos over de verdwenen Vietnamese kinderen, vroeg de Tweede Kamer unaniem om een onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het EMM, het expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel van de politie. ‘De onderzoeken zijn in de afrondende fase’, aldus een woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid. ‘De Kamer zal zo spoedig mogelijk daarna worden geïnformeerd over de onderzoeksresultaten en of de resultaten aanleiding geven om de maatregelen in de beschermde opvang te wijzigen, dan wel om andere maatregelen te nemen voor deze specifieke groep.’
Naast de omgekomen Vietnamese jongen verdwenen dit jaar nog zeker zes andere Vietnamese jongeren uit de beschermde opvang. Algemeen Dagblad berichtte vorige maand over twee meisjes en vier jongens die wegliepen uit de opvang in Limburg. De medewerkers hadden al de hele dag het vermoeden dat de groep er vandoor zou gaan, maar konden en mochten hen niet tegen houden. Een zoektocht van de politie, met behulp van een helikopter, leverde niets op.
Het COA wil ‘hangende het onderzoek van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel’ niet zeggen hoeveel Vietnamese minderjarigen dit jaar zijn verdwenen. Uit cijfers die Lost in Europe eerder al had opgevraagd, blijkt dat dit jaar 14 minderjarigen verdwenen uit de beschermde opvang. Het COA gaf toen aan dat ‘het merendeel Vietnamezen’ betreft.
‘We hebben het hier niet over een hondje’
‘Dit is echt ongelooflijk’, reageert Ina Hut, directeur-bestuurder van het Coördinatiecentrum Mensenhandel CoMensha. ‘We hebben het hier niet over een hondje dat verdwenen is. We hebben het over mensen die onder onze ogen verdwijnen. Vietnamese kinderen die onder onze bescherming zouden moeten vallen! Daar moeten we fors op inzetten dat die veilig zijn hier.
‘Het is echt schandalig dat - terwijl bij een Nederlands kind dat verdwijnt alle alarmbellen terecht op rood staan - dat kennelijk bij het verdwijnen van buitenlandse kinderen niet het geval is.’
'De medewerkers van de opvang weten dat Vietnamezen in het netwerk zitten, herkennen de signalen van vertrek, maar staan machteloos. De beschermde opvang is geen gesloten setting. Ze proberen de kinderen bewust te maken van het uitbuitingssysteem waar ze in zitten, maar het heeft geen effect. Daarvoor is de druk vanuit het netwerk te groot.'
Ina Hut benadrukt dat de Vietnamese verdwijningen veel meer prioriteit zouden moeten krijgen, zowel vanuit de opsporing als vanuit de opvang. Ook de opvang zelf zou veel meer zicht moeten krijgen op de veiligheid en de verdwijningen. ‘Zet in op preventie. Er zijn voorafgaand aan de verdwijningen vaak al duidelijke vermoedens dat er sprake zou kunnen zijn van mensenhandel of mensensmokkel. Daar moet je iets mee!’