‘Ik kan me nog herinneren dat ik erg verbaasd was toen ik het op het nieuws zag’, aldus Bart Nieuwenhuizen. ‘Ik wist niet dat het zo zou gaan.’
De toenmalig hoofdofficier van het Landelijk Parket deed zijn uitspraken dinsdag tegen de rechter-commissaris in Rotterdam tijdens een getuigenverhoor in de zaak van Julio Poch tegen de Nederlandse Staat.
Nieuwenhuizen was als baas van het parket naar eigen zeggen ook tegenstander van het verstrekken van informatie aan Argentinië over de reisbewegingen van Poch. Nederland gaf die informatie toch, waardoor Poch in september 2009 tijdens zijn laatste vlucht voor Transavia op de luchthaven van Valencia kon worden gearresteerd en uitgeleverd aan Argentinië. Daar zat hij acht jaar in voorarrest op verdenking van misdaden tegen de menselijkheid tijdens de Argentijnse dictatuur, voordat hij eind 2017 op alle punten werd vrijgesproken.
De opmerkingen van de oud-hoofdofficier zijn opmerkelijk en duiden mogelijk op onenigheid over de zaak-Poch destijds in de top van het openbaar ministerie. Volgens Nieuwenhuizen is zijn standpunt destijds ‘ongetwijfeld’ gedeeld met het college van procureurs-generaal. De toenmalige voorzitter van het college, Harm Brouwer, vond echter wél dat Nederland de vluchtgegevens van Poch aan Argentinië kon geven. Brouwer wist ook toenmalig minister Hirsch Ballin van dat standpunt te overtuigen. Naar nu blijkt, had Nieuwenhuizen daarover duidelijk een andere mening.