Al in de prille beginfase van het Nederlandse politieonderzoek bood de bekende Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Gárzon aan om gegevens over Poch eventueel via de Spanjaarden aan Argentinië te verstrekken, schrijft de commissie-Machielse in haar rapport.
Doel van Gárzons voorstel was dat ‘het in Argentinië zou lijken dat Spanje een onderzoek doet’ in plaats van Nederland.
Vermoedelijk ging de Spaanse onderzoeksrechter er in die periode nog van uit dat een eventuele Nederlandse vervolging van Poch tot problemen zou leiden indien Argentinië erachter zou komen dat Nederland het onderzoek zou doen. Een zaak tegen Poch zou immers betrekking hebben op de ernstige misdaden die waren gepleegd door het militaire regime van Argentinië, waarvan Jorge Zorreguieta, de vader van Máxima, deel uitmaakte.
De Nederlandse delegatie zegde Gárzon toe de gegevens over Poch aan Spanje te verstrekken, meldt de commissie-Machielse in haar rapport. ‘Op 21 juni 2007 werd via Eurojust informatie over het onderzoek (personalia van Poch en een “tijdslijn Poch inclusief plaatsen”) aan de Spaanse autoriteiten verstrekt.’