Het onderzoek dat minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid sinds een jaar laat doen naar misstanden rond de uitlevering van oud-Transavia-piloot Julio Poch naar Argentinië, blijkt pas half december daadwerkelijk te zijn begonnen. De onafhankelijk onderzoeker die in maart vorig jaar door Grapperhaus is aangesteld, heeft maandenlang slechts een ‘oriënterende verkenning van het dossier’ uitgevoerd. Dit blijkt uit onderzoek van Bureau Buitenland (NPO Radio 1) en RTL Nieuws.

Grapperhaus beloofde in januari 2019 er alles aan te doen om de waarheid over de Nederlandse rol in de zaak-Poch te achterhalen. ‘Ik hecht eraan dat er duidelijkheid is over de feiten’, schreef hij destijds aan de Tweede Kamer. Nu blijkt dat de minister pas 18 december een officiële onderzoekscommissie instelde, tien maanden na de benoeming van oud-advocaat-generaal Ad Machielse tot onderzoeker van het Poch-dossier. Hij deed dit zonder de Tweede Kamer erover in te lichten.

Machielse deed afgelopen jaar slechts één dag per week onderzoek naar de affaire-Poch. Volgens het minsterie van Justitie was dat een keuze van de oud-advocaat generaal. ‘Het was aan Machielse.’ Ook de late opschaling van het onderzoek naar een officiële commissie is volgens het ministerie een wens van Machielse zelf. Hij heeft in september ‘aangegeven hoe hij het onderzoek wilde uitvoeren’, schrijft Justitie in antwoord op vragen van Bureau Buitenland en RTL Nieuws. Pas daarna kon de commissie worden benoemd.

Schadevergoeding

Onduidelijk is welke werkzaamheden Machielse in die ene dag per week heeft uitgevoerd om de waarheid over de rol van de Nederlandse Staat in de zaak-Poch te achterhalen. Die kwestie rond de oud-Transavia-piloot ligt juridisch en politiek inmiddels zeer gevoelig. Julio Poch zat, mede door toedoen van Nederland, acht jaar in voorarrest op verdenking van misdrijven tegen de menselijkheid tijdens de dictatuur in Argentinië. Eind 2017 werd Argentijnse Nederlander door rechters in Buenos Aires vrijgesproken. Sindsdien eist hij een schadevergoeding van de Nederlandse Staat, onder meer vanwege de – volgens sommigen onrechtmatige – medewerking die overheid verleende om Poch via Spanje uit te leveren aan Argentinië.

De advocaten van Poch en Tweede Kamerleden als Sjoerd Sjoerdsma (D66) proberen de overheid al twee jaar tot meer openheid te bewegen. In het dossier blijken allerlei documenten te ontbreken. Zo meldden Bureau Buitenland en RTL Nieuws in oktober dat een belangrijk politieverslag over de affaire is vernietigd. Ook een cruciaal ‘journaal’ van een politie-liaison die betrokken was bij een eerste dienstreis is nog steeds niet boven tafel.

Eerder al onthulde Argos op basis van vertrouwelijke politiedocumenten dat toenmalig minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin persoonlijk opdracht heeft gegeven om het strafrechtelijk onderzoek naar Poch voort te zetten, hoewel de politie aanvankelijk weinig zag in de aantijgingen tegen de piloot. En vorige maand kwam ineens een politiek zeer gevoelig document uit 2008 boven tafel, waaruit blijkt dat het plan om Poch via ‘een derde land’ aan Argentinië uit te leveren, uit de koker van het Nederlandse openbaar ministerie kwam.

Bureau Buitenland en RTL Nieuws hebben aanwijzingen dat Machielse bij de politie nog geen enkel document over de zaak-Poch heeft opgevraagd – niet het ‘vernietigde’ politieverslag, niet de interne politiedocumenten die de basis vormden voor de Argos-uitzending uit november 2018 en evenmin de vele andere documenten die nog in het dossier ontbreken.

Tijd kopen

D66-Tweede Kamerlid Sjoerdsma reageert geprikkeld op deze zoveelste episode in de Poch-affaire. ‘Het is zeer bevreemdend dat minister Grapperhaus een onafhankelijk onderzoek aankondigt naar de misstanden rondom de uitlevering van Poch, dat de minister dat onderzoek vervolgens aanvoert om antwoorden op talloze Kamervragen te weigeren, maar dat dat onderzoek zelf vervolgens pas tien maanden later echt van start gaat. Dat onderzoek was bedoeld om de waarheid boven tafel te krijgen, niet om tijd te kopen in een lastig dossier.’

Grapperhaus schreef begin 2019, na de uitzending van Argos, dat hij waarheidsvinding belangrijk vond, ‘juist in een zaak als de onderhavige’. De minister achtte de waarheidsvinding zelfs zo belangrijk dat ‘een uiterste inspanning’ moest worden geleverd in de vorm van een ‘aanvullend onderzoek’ naar het dossier-Poch.

Nu blijkt dat die ‘uiterste inspanning’ in werkelijkheid weinig om het lijf had: Grapperhaus stelde Machielse tussen maart en september slechts voor één dag per week aan - zonder hulp van een secretaris, laat staan van een tweede commissielid.

Politie en openbaar ministerie willen niet zeggen of de commissie al bij de politie heeft aangeklopt voor documenten. De secretaris van de commissie zegt dat Machielse vorig jaar ‘een oriënterende verkenning van het dossier’ heeft uitgevoerd, zonder dit verder te willen toelichten.

Volgens Geert-Jan Knoops, advocaat van Julio Poch, verhoudt de gang van zaken zich niet tot de toezegging van Grapperhaus om een uiterste inspanning te verrichten om de waarheid te achterhalen. ‘Waarom was het nodig om zo lang, van maart tot september, dossieronderzoek te doen? Bij mijn weten is dat dossier zeer beperkt. Tenzij er nog ergens verhuisdozen vol documenten staan waarvan wij het bestaan niet weten.’

De commissie bestaat naast voorzitter Machielse inmiddels ook uit prof. mr. Egbert Myjer, oud-rechter bij het Europees Hof voor de Recht van de Mens. De twee worden bijgestaan door een secretaris en een forensisch deskundige gespecialiseerd in onderzoek naar informatiediefstal, belangenverstrengeling en corruptie bij overheidsinstellingen.

Informeren

Kamerlid Sjoerdsma vindt het ‘hoog tijd’ dat Grapperhaus de zaak afkaart met Poch en de Kamer ‘volledig wordt geïnformeerd’ over wat er is gebeurd. ‘De eerste stap is duidelijk maken wanneer de Kamer het onderzoek zal ontvangen en alle nog uitstaande Kamervragen per ommekeer beantwoorden.’

Eind deze maand moet Grapperhaus zich in een Tweede Kamerdebat verantwoorden. Daarna volgen bij de rechter nieuwe getuigenverhoren met hoofdrolspelers van politie en OM, die zijn afgedwongen door de verdediging van Poch.

De minister heeft de aanstelling van Machielse inmiddels uitgebreid naar drie dagen per week, blijkt uit het instellingsbesluit. Egbert Myjer schuift één dag per week aan. De ministeries van Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken, alsook het openbaar ministerie en de korpschef van de politie dienen de onderzoekers toegang te geven ‘tot alle informatie die de commissie nodig acht’. Ambtenaren van genoemde ministeries ‘zijn verplicht’ om de commissie medewerking te verlenen.