Tenzij je onverhoopt op jonge leeftijd een dodelijke ziekte krijgt, je een ongeval overkomt of besluit zelf uit het leven te stappen: iedereen wordt een keer oud. Na je dertigste zet de aftakeling van je lijf al in, dus veel mensen zien logischerwijs niet perse naar de ouderdom uit. Rimpels, kwaaltjes, rollator – dat werk.
Maier werkt, met andere wetenschappers, aan de ontwikkeling van een anti-verouderingspil. Zij ziet ouderdom als een ziekte en wil daarvoor een preventieprogramma opstarten. Ze denkt zelfs dat we in de toekomst wel 130 jaar kunnen worden. Lijkt extreem, maar de gemiddelde levensverwachting is de afgelopen 150 jaar met veertig jaar toegenomen, en de oudste mens tot nu toe werd bijna 123 jaar oud, dus why not? Maar als dit betekent dat je vanaf je tachtigste nog eens vijftig jaar extra met een incontinentieluier rondloopt, zit je daar wellicht niet op te wachten. Tijdens een debat met Maier bracht filosoof, publicist en verpleeghuisarts Bert de Keizer in dat mensen zoals Maier ervoor zorgen dat de meest vervelende fase van ons leven langer wordt opgerekt dan leuk is. ‘Een mooie symfonie duurt ook geen drie dagen', wil hij maar zeggen. Is 130 jaar worden dan wel iets om naar uit te kijken?