In de serie ontmoet de jonge Leonie Patrick op een bijeenkomst. Ingrid heeft in 1989 Martin Conlon, een IRA-vrijwilliger, leren kennen tijdens het wachten op een tram. Conlon is geboren in Engeland maar verhuist met zijn ouders naar Ierland. Hij is bijna tien jaar ouder dan de jonge vrouw en windt haar zo om zijn vinger. Conlon probeert zelfs op een gegeven moment Leonie in te zetten als honey trap, maar hier wil zij niks van weten.

Na een paar maanden stelt Martin haar voor aan twee vrienden: Sean Hick en Dessie Grew. Conlon vertrekt weer naar Ierland en Leonie zit ondertussen al met haar gedachtes bij iemand anders: Hick. Zij wonen aanvankelijk samen in haar studentenflat in Amstelveen. Later huurt ze voor de cel het safe house aan de Pletterijstraat in Den Haag en verblijft daar ook regelmatig. Ze heeft dus het safe house voor de IRA-cel gehuurd, heeft haar schrijfmachine uitgeleend voor het invullen van valse documenten, heeft explosieven tijdelijk verborgen maar er is nooit bewezen dat ze daadwerkelijk mee heeft geholpen met de aanslagen. Toen de IRA-leden uit de cel in Nederland op het punt stonden om opgepakt te worden tijdens de achtervolging is Ingrid nog wel naar Chaam gereden om de voortvluchtige Hick op te pikken, maar ze kon de afgesproken plek niet vinden waarna ze weer terug is gereden. ‘We zijn haar op het spoor gekomen omdat ze een brief had gestuurd naar het huis van bewaring met het verzoek om Sean op te gaan zoeken. Wij lazen natuurlijk al die post die daar binnenkwam en zo kwam ze bij ons in het vizier’, aldus oud-hoofd van het internationale inlichtingenteam Verhaeren.