Maak kennis met Jan Jambon (1960), de Belgische vicepremier en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken die zijn land weer veilig moet maken.

‘Een groot deel van de moslimgemeenschap reageerde dansend op de aanslagen van 22 maart,’ zei Jambon na de aanslagen in Brussel. Nog een controversiële uitspraak, vijftien jaar terug op een bijeenkomst van oud-vrijwilligers van de Vlaamse Waffen-SS: ‘De Vlamen hoeven zich niet te verontschuldigen voor collaboratie met de Duitsers in de oorlog.’ Grote uitspraken heeft de Belgische vicepremier nooit geschuwd. Grote plannen om het land veiliger te maken ook niet.

Wie is deze controversiële man? En hoe wil hij België behoeden voor terrorisme?

draconische maatregelen

Jambon gaat in zijn vrije tijd graag naar de opera, maar sinds zijn aantreden in 2014 als vicepremier en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken komt hij daar nog maar zelden aan toe. Want Jambon voert een oorlog tegen terrorisme. Na de aanslagen in Parijs (november 2015) en Brussel (maart 2016) kwamen de Belgische inlichtingendiensten onder vuur te liggen.

Sindsdien is Jambon hard bezig de opsporingscapaciteit te versterken om de terreurdreiging in te perken. En dat gaat niet zonder slag of stoot. Zo uitte Human Rights Watch eind 2016 in het rapport Reden tot bezorgdheid haar zorgen over de maatregelen waarmee dit gepaard gaat. 

bedrijfsleven

De vicepremier rolde pas op latere leeftijd de politiek in. Na zijn studie informatica aan de Vrije Universiteit van Brussel maakte hij carrière in het bedrijfsleven: zo reorganiseerde hij de klantendiensten van de grote Belgische uitgever VUM (van De Standaard, De Morgen en Het Volk) en was hij later directeur van de Bank Card Company, de maker van VISA en MasterCard. De goede contacten binnen het bedrijfsleven die hij in deze jaren opbouwde, zouden hem later in de politiek nog goed van pas komen.

nazicollaborateurs

Via de rechtervleugel maakte hij daar in 2001 gelijk een controversiële entree. Op een feestje van het Vlaamse Legioen, een militaire eenheid die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het oostfront met de Duitsers meevocht tegen de Russen, deed hij uitspraken die hem jaren later nog steeds achtervolgen. ‘De Vlamingen hoeven zich niet te verontschuldigen voor collaboratie met de Duitsers in de oorlog,’ zei hij tegenover een publiek van hoogbejaarde oud-vrijwilligers. Toenmalig minister Johan Sauwens die ook bij de bijeenkomst aanwezig was, trad nog hetzelfde jaar af. Jambon wist onder de radar te blijven, maar in 2013 stortten de Belgische media zich op het schandaal. 

'Een significant deel van de moslimgemeenschap danste na de aanslagen. Dat is het echte probleem.' 

Jan Jambon na de aanslagen in Brussel begin 2016

vlaams nationalisme

Jambons passie voor het politieke Vlaamse nationalisme begon al tijdens  zijn studententijd, toen hij radicale standpunten innam rond de Vlaamse zelfstandigheid als lid van de Volksunie. Dat was een vereniging die inmiddels is opgegaan in de Nieuw-Vlaamse Volksalliantie (N-VA), de partij van Bart de Wever die fel campagne voert voor een onafhankelijk Vlaanderen. De N-VA wordt vaak gezien als een salonfähig alternatief voor het rechts-conservatieve Vlaams Belang van Filip de Winter. De N-VA komt moderner over en gebruikt minder extreme oneliners. 

Jambon schaart zich achter de N-VA en heeft zich de afgelopen tien jaar gestort op het ideaal van een Vlaamse afsplitsing van Wallonië. Dat deed hij vanuit de provinciale bestuurskamers van Antwerpen, maar ook als voorzitter van nationalistische denktanks als Res Publica.

Na een functie als schepen in de gemeente Antwerpen lonkte de nationale politiek, waar hij altijd een harde communautaire lijn heeft verdedigd. In dat opzicht valt Jambons politieke opkomst helemaal samen met de snelle groei van zijn partij N-VA. Waar de centrumrechtse regering-Michel sinds begin 2014 vooral heeft ingezet op bezuinigingen en sociaal-economisch herstel, blijven Jambon en zijn partij focussen op de bestuurlijke verhoudingen binnen het land. 

slechts een puist

Ergens is dat ironisch: waar Jambon altijd heeft aangestuurd op een Vlaamse afsplitsing, moet hij als terrorismebestrijder van de federale regering het land bijeenhouden. Dat geldt vooral voor de inlichtingendiensten, die na de aanslagen in Brussel veel kritiek kregen. België kampt niet alleen met de meeste Syriëgangers van alle Europese landen, maar ook met een record aan verschillende politie- en veiligheidsdepartementen – die versplinterd langs regionale en federale lijnen moeilijk met elkaar kunnen samenwerken.

Momenteel is Jambon bezig met het opbouwen van een volwassen veiligheidssysteem na de aanslagen. En daarbij staat hij niet op de rem. Vorig jaar presenteerde de minister plannen om op eigen houtje alle passagiers die via internationaal verkeer België binnenkomen bij te houden. Om te kunnen controleren of er gezochte personen de grens oversteken, maar ook om met big data geautomatiseerd te speuren naar verdachte reisbewegingen. De plannen werden direct bekritiseerd door de Europese Commissie.

‘Terroristen zijn slechts een puist. Daaronder zit een veel moeilijker te behandelen kanker.'

Jan Jambon na de aanslagen in Brussel

Het is de vraag welke kant België opgaat, nu een hardliner aan het roer staat van de nationale veiligheid. Voorlopig heeft de minister genoeg te doen. ‘Terroristen zijn slechts een puist. Daaronder zit een veel moeilijker te behandelen kanker,’ zei hij in maart 2016. Die behandeling zoekt hij niet alleen in België, maar ook ver buiten eigen land in Israël.