Behalve in Japan, Korea en vreemd genoeg - Bretagne, wordt er nergens ter wereld veel zeewier gegeten. Terwijl het aan de meeste zeekusten in grote hoeveelheden voorkomt. De gezondheidsclaims van zeewier worden door niemand betwist. De talloze eetbare soorten bevatten hoge concentraties calcium, kalium, jodium en ijzer. Ook zit er in zeewier 5 tot 30% eiwit en bevat het veel vitamine C en E. De vezels in zeewier bevorderen bovendien de maag-darmfunctie. Zo gek is het dus niet dat Japan procentueel de meeste 100+ers telt, en dat de onlangs overleden oudste mens ter wereld een 117-jarige Japanse was, en dat nu een landgenote van eveneens 117 de oudste mens ter wereld is. Niet alleen vis houdt de Japanners gezond, maar vooral ook zeewier!
Jaap de Waart van TNO-voeding was er in 1994 stellig over. Zeewier zou de wereld gaan veroveren. Hij durfde zelfs de vergelijking te maken met het succes van Coca-Cola. Binnen dertig jaar na de uitvinding was de frisdrank een wereldhit. De Waart verwachtte dat in 1994 van zeewier ook. Tot dusverre is zijn voorspelling niet uitgekomen. Toch doen groene voedselpioniers in de Oosterschelde wederom een nieuwe poging. Zal het deze keer wel lukken om Nederland en de wereld massaal aan het zeewier te krijgen?
Japan
In Japan wordt zeewier al minstens 10.000 jaar gegeten, zo hebben archeologen aangetoond. Ook de Kelten en de Vikingen aten al zeewier. Met name het Dulse-zeewier (een rode alg) was populair vanwege de vitamine C die scheurbeuk voorkwam. Toch stond zeewier buiten Japan vrijwel nergens op het dagelijks menu. Het werd vooral gegeten als ‘noodvoedsel’, in tijden van hongersnood bijvoorbeeld. Zo aten de Ieren tijdens de ‘Great Famine’ – de grote hongersnood van ca. 1845 -1850 - voor het eerst massaal zeewier (‘Iers mos’) om te overleven. Sindsdien wordt zeewier gezien als armeluis-voedsel waar de moderne Ier niet meer mee geassocieerd wil worden. Ierse en Schotse schapen eten het nog wel.
De Bretonnen (bewoners van Bretagne) waren lange tijd de enige Europeanen voor wie zeewier een vanzelfsprekende voedselbron was. Toch werden pas in 1980 dertien soorten zeewier door de Franse overheid officieel bestempeld als voedsel dat door mensen mag worden verhandeld en gegeten. Want zo gaat dat in Frankrijk: de overheid bepaalt wat geconsumeerd mag worden en wat niet.
Zeeland
En Nederland dan? Eten de Zeeuwen, bekend van hun mossel- en oesterteelt, daar niet een lekker blaadje zeewier bij? Voor zover bekend niet. Zeewier werd door de Zeeuwen wel gebruikt als varkensvoer, maar uitsluitend als er geen maïs of aardappelen voorhanden waren. Door het zeewier kreeg het vlees een wat ziltige smaak en daar was niet iedereen verzot op.
Maar nood brak wet en zo werden bijvoorbeeld tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen voedsel ook in het neutrale Nederland steeds schaarser werd (denk aan het Aardappeloproer van 1917!), massaal gedroogd zeewier aan koeien en varkens gevoerd. Dagloners die de zogenaamde ‘klappers’ (de meest voorkomende soort zeewier in de Oosterschelde) verzamelden konden daarmee een goed dagloon verdienen.
Vanaf de jaren vijftig groeide ook de wetenschappelijke belangstelling voor zeewier als menselijke voedselbron. Tijdens een congres van biologen dat in 1955 in het Noorse Trondheim werd gehouden werden allerlei ideeën geopperd om zeewier te verwerken in o.a. brood en chocolade. Maar telkens bleef het bij proefnemingen. De zeewier-producten verschenen nimmer in reguliere winkels.
The Seaweed Streak
Bij de Olympische Zomerspelen van 1956 in Melbourne won de toen pas 17-jarige Australische zwemmer Murray Rose voor eigen publiek maar liefst drie gouden medailles. Zijn prestaties kregen extra aandacht omdat Rose een overtuigd vegetariër was die grote hoeveelheden zeewier in zijn dieet opnam. Maar ook deze ‘Seaweed Streak’, zoals hij al snel genoemd werd, bleek niet in staat om het zeewier massaal op de Australische eettafels te krijgen. Desondanks won hij vier jaar later bij de Spelen in Rome zijn vierde gouden medaille. Zeewier bleef hij eten tot zijn dood in 2012.
Macrobiotiek
In de jaren 70 en 80 komt er steeds meer aandacht voor wat dan nog ‘alternatieve voeding’ of ‘macrobiotiek’ heet. In een rapport van de ‘commissie alternatieve voeding’ van de Voedingsraad uit 1986 wordt voor het eerst gesproken over zeewier als alternatieve voedingsbron. Er staat o.a. ‘Het stadium van zeewier eten was in Nederland nog niet bereikt, maar al eerder hebben we met de feiten aangeklopt bij officiële instanties. Tot nu toe heeft niemand interesse getoond.’
Het eerste publieksboek over zeewier en wat je er als consument mee kan verschijnt in 1983 van de hand van –hoe kan het anders- een Japans echtpaar. Seibin en Teruko Arasaki beschrijven in ‘Vegetables of the Sea’ uitgebreid alle eetbare zeewieren die er op de wereld voorkomen. Een bestseller wordt het niet en het boek zal ook geen Nederlandse vertaling krijgen. Behalve de Bretonners wil in Europa gewoon niemand aan de zeewier.
Derde Wereld
In 1994 probeert dr. Jaap de Waart van TNO-voeding in Zeist het eten van zeewier, met name in Derde Wereldlanden, opnieuw te promoten. Volgens hem is zeewier een veel betere voedingsbron dan algen, zoals destijds diverse internationale organisaties propageerden. Volgens onderzoek van TNO wordt er in 1994 wereldwijd 3,5 miljoen ton zeewier geoogst, waarvan 2,4 miljoen ton in Azië. Maar alleen in Azië wordt de zeewier grotendeels door mensen gegeten. Buiten Azië dient zeewier nog steeds voornamelijk als veevoer of als meststof voor de akkers. De Waart ondervindt weinig enthousiasme, gezien zijn conclusie: “De autoriteiten zijn nog steeds niet overtuigd van de hoge voedingswaarde van zeewier." Toch blijft hij geloven dat het “kaviaar van de armen” ooit de magen van miljoenen ondervoede wereldburgers zal gaan vullen.
Soerabaya
Als de paupers niet aan het zeewier willen, dan moet de elite maar het voortouw nemen. In 1995 verschijnt het boekje ‘Zeeuwse koks koken met zeewier’. Chefkok Ernst van Toll van restaurant Soerabaya in Vlissingen kwam op het spoor van zeewierrecepten uit Soerabaya en omgeving, en ging daarmee experimenteren. Ook Corné Rasenberg van Badhotel Domburg sloot zich bij het experiment aan en zo kwam zeewier onder de naam ‘zeesla’ na vele eeuwen dan toch op officiële Zeeuwse menukaarten terecht. In het restaurant van het Delta College in Middelburg werden de nieuwe zeewierrecepten twee weken lang door horecastudenten bereid en geserveerd. Zo kregen de gasten een zeewier-aperitief voorgeschoteld, een mousse van Atlantische zeewieren en als hoofdgerecht een in zeesla/zeewier gehulde varkensmedaillon.
En zo komt zeewier als zeesla dan toch op onze borden terecht. Inmiddels heeft zeewier een prominente plaats gekregen op de menukaart van restaurant Noma in Kopenhagen, waarmee de zegetocht als ‘gestegen cultuurgoed’ van zeewier voltooid lijkt. Noma is immers al vele malen uitgeroepen tot het beste restaurant van de wereld en is onlangs na sluiting in een nieuw pand heropend waar de eigenzinnige en inmiddels wereldberoemde chef-kok René Redzepi zich nu vooral toelegt op lokale maar onbekende gerechten, waaronder diverse zeewiersoorten. Het wachten is nu slechts op het weer afzinken tot volksvoedsel van het nu exclusieve zeewier. Laten we hopen dat het Rebecca Wiering en Jennifer Breaton met hun Zeeuwse zeewierboerderij Zeewaar deze keer wel gaat lukken!