Het is hét cliché van de grote techbedrijven. Jonge mannen die in een garage dag en nacht werken aan een vinding die de wereld gaat veranderen. Zo begonnen de sprookjes van Apple, Google en Amazon. De garage in Palo Alto, Californië waar Bill Hewlett en Dave Peckard hun bedrijfje begonnen is hét bedevaartsoord als de geboorteplaats van Silicon Valley.
In het Limburgse mijnwerkersplaatsje Hoensbroek staat ook zo’n garage, met tomatenplanten, een boksbal, printplaatjes en gereedschap. Twee Limburgse broers met een zachte g, een Italiaanse achternaam en een Marokkaanse voornaam sleutelen er al zeven jaar aan hun droom: de Walter-Pro, een aluminium doos ter grootte van een wasmachine.
‘Honderd mensen hadden zich aangemeld als groene techpionier,’ zegt Martijn van Haalen, ‘Een man die een motor op algen laat rijden, iemand die aardappelen in zout water verbouwt, een paar vrouwen die zeewier verbouwen.’ Samen met Paul Cohen was hij gevraagd om een aflevering te maken voor VPRO Tegenlicht, over dit soort groene ondernemers. Zo stuitten Van Haalen en Cohen – bekend van hun briljante reportages en prijswinnende documentaires (google die mannen) – op Saïdi en Kharim Pani.
‘Twee mannen van midden veertig,’ zegt van Haalen aan de telefoon, ‘hun moeder was ooit met een Italiaanse gastarbeider getrouwd en had twee dochters met hem. Maar die man ging terug naar Italië en toen kwam de volgende golf van gastarbeiders. Ze werd verliefd op een Marokkaanse man. Haar familie nam dat haar niet in dank af en verstootte haar ongeveer.’