We schrijven december 2016; we zitten met Annigje in een rooftopbar met uitzicht op de skyline van Ho Chi Minh City, het voormalige Saigon – uw schrijver geniet een minisabbatical. Ho Chi Minh is zo’n stad die een grote bouwput is, waar de bouwwoede voortvarender verloopt dan dat mensen met een planologische visie nadenken over een infrastructuur. Annigje Jacobs werkt in de reclamewereld en is net terug uit Cambodja, doodmoe van een week pitchen. Komende week vliegt ze naar Myanmar. En dat is just another workweek in het leven van Annigje, ze vliegt heel Zuidoost-Azië door voor haar werk. Wanneer we haar een maand later spreken, heeft ze haar baan opgezegd. Waarom zou je zo’n wereldbaan opzeggen? ‘Ik wil nadenken over wat er nog meer is en nieuwe dingen uitproberen’, verklaart ze over Skype.
Vrijheid
In Nederland zou ze dit niet snel hebben gedaan. ‘Hier ervaar ik de vrijheid om een andere carrière uit te proberen; om les te geven bijvoorbeeld of om artikelen te schrijven’, licht ze toe. ‘Die vrijheid heeft met twee dingen te maken. Ten eerste zijn mijn vaste lasten hier een stuk lager - en dus is het makkelijker om een buffer van een paar maanden op te bouwen, die me in staat stelt dingen te doen waar ik niet voor wordt betaald. Ten tweede heb ik het gevoel dat als ik over een paar maanden weer een vaste baan zoek, er wel ergens plek voor me is.
Twee jaar geleden begon Annigje aan het Aziatische avontuur. Ze werkte in Amsterdam als copywriter en had op zich een prima leven. ‘Maar het niveau in Nederland is hoog, en de concurrentie hijgt echt in je nek’, vertelt ze. ‘Ik moest het met twee jaar ervaring opnemen tegen mensen met 20 jaar ervaring; tja. En ik wilde bepaalde concessies niet meer doen. Ik vind het leuker om creatieve dingen te bedenken dan banners en radiocommercials schrijven, en daar bestond een groot deel van mijn werk in Nederland uit. Omdat ik wist dat de economie in Azië omhoog schoot, keek ik al die richting uit. Via via kwam ik in contact met iemand in Vietnam die zei: ‘Ik kan je niet via Skype aannemen, laten we een keer lunchen als je hier bent’. Toen dacht ik: ‘Fuck it, ik ga gewoon’.’
Optimisme
Jacobs gaf zich twee maanden de tijd om het land af te reizen en de cultuur te verkennen. Na zeven weken belde ze het betreffende contact op om te lunchen. Binnen een week was ze aan het werk. ‘Het werken met Vietnamese collega’s ging heel makkelijk. Mensen zijn hier heel beschaafd, echt een verademing. Dat lompe en directe van Nederland mis ik niet. Ik voelde ook dat ik hier echt iets kan betekenen. Als buitenstaander heb je een frisse blik. Zo bevreemdt het mij bijvoorbeeld dat een helm dragen voor iedereen op een motorbike verplicht is, behalve voor kinderen.'
Vietnam is in opkomst. Annigje: 'Onze klanten zijn steeds vaker Vietnamees in plaats van buitenlanders. Het wordt een zelfverzekerder markt. De opleidingen zijn ook steeds beter, ik krijg dus steeds meer Vietnamese collega’s in plaats van vooral expats. Voor entrepeneurs is het goed toeven hier, vooral technische startups, mensen met een eigen kledinglijn of meubelontwerpers. Arbeidskracht is goedkoop en productie is makkelijk. Als je hier aan mensen vraagt hoe het hier over tien jaar is, zegt iedereen: nog veel beter. Men is rooskleurig over de toekomst. Dat geeft een optimisme en een opgewektheid die ik niet in Nederland ervaar. Er hangt geen sombere deken over het land.’