Op 6 mei 2010 voltrekt zich een bizarre crisis op de Amerikaanse aandelenmarkt. De Dow Jones maakt in enkele minuten een duikeling van ongeveer 1000 punten om zich vervolgens snel weer te herstellen. Het is de grootste puntendaling binnen één dag in de geschiedenis van de Dow Jones en de op een na grootste schommeling in de index aller tijden. The Crash of 2:45 was niet voor iedereen rampzalig. In dit bonusfragment bij De Wall Street Code praten Dave Lauer en Eric Hunsader over wie baat had bij de crash.
Bonusfragment Dave Lauer en Eric Hunsader
Wat was de Flash Crash in 2010 precies en wat gebeurde er? Zie in dit bonusfragment bij De Wall Street Code wie er geld verdienden aan deze crash.
Hete aardappelen volume
Over de oorzaak van de Flash Crash in 2010 bestaan verschillende theorieën. De officiële is te lezen in het gezamenlijke rapport van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) en de Commodity Futures Trading Commission (CFTC). Na vijf maanden onderzoek brachten zij een gezamenlijk rapport uit over het voorval met als titel Findings regarding the market events of May 6, 2010. In dit rapport beschrijven de instanties een markt die zich zorgen maakte over de crisis in Griekenland en met dit negatieve sentiment de hele dag al dalend was.
Deze "gefragmenteerde en fragiele" markt raakt in een plotselinge neerwaartse spiraal door de verkoop van een ongewoon groot aantal E-Mini S&P 500 futures contracten op de CME-beurs van Chicago door een groot beleggingsfonds. Gevolgd door agressieve verkoop van high-frequency traders (HFT) wordt die verkoop versterkt en versnelt en dat leidt tot de scherpe daling van die dag.
Gevolgd door agressieve verkoop van high-frequency traders (HFT) wordt die verkoop versterkt en versnelt. Omdat er een tekort aan kopers ontstaat, gaan de HFT-algoritmes op hoge snelheid elkaar contracten verkopen en terugkopen. Dat snelle heen-en-weer kopen en verkopen van de algoritmes wordt het 'hete aardappelen' volume effect genoemd. De stortvloed aan E-Mini transacties leidt vervolgens tot een paniekreactie op de aandelenmarkten: handelaren trekken zich massaal terug uit de markt, met grote koersdalingen tot gevolg.
Uiteindelijk herstelt de markt zich door een ingebouwd stopmechanisme op de beurs van Chicago, waardoor het handelen in de E-Mini-contracten voor vijf seconden wordt stilgelegd. Die korte tijd is net genoeg voor de geautomatiseerde systemen om zich te herstellen en daarna is rond 15.00 uur de Flash Crash van 2010 voorbij. Volgens Dave Lauer had zelfs 9/11 niet zo'n impact op de markten: het was dan ook deze gebeurtenis die hem het vertrouwen in handelen op hoge snelheid en het kapitalisme doet verliezen.
Meerdere theorieën over oorzaak
De officiële lezing van de SEC en CFTC wordt niet door iedereen gedeeld. Vooral het feit dat één order van één beleggingsfirma de reden zou zijn. In het rapport wordt die niet bij naam genoemd, maar niemand lijkt nog te twijfelen dat het gaat om Wadell & Reed uit Kansas. Onder andere Eric Hunsader doet eigen onderzoek op basis waarvan hij overtuigd is dat de 'flash crash' niet verklaard kan worden door die ene E-mini transactie van Wadell & Reed.
De focus op die ene order leidt de aandacht af van wat in zijn ogen de werkelijke oorzaak is: het gedrag van high frequency traders dat een overbelasting van de systemen veroorzaakt. Een andere theorie is de fat-finger theorie. Die stelt dat de gebeurtenissen zijn gestart door een grote verkoop van Procter & Gamble aandelen. Deze theorie wordt snel ontkracht en afgeserveerd. Veranderingen in de structuur van de markt en technische fouten zijn nog twee andere theorieën die genoemd worden als mogelijke oorzaak.