'Ik was altijd met muziek bezig, heel jong al,' vertelt Michel Banabila. 'Mijn moeder was erg geïnteresseerd in muziek, waardoor er bij ons thuis allerlei instrumenten stonden waar ik op kon spelen.' Noten lezen leerde hij echter nooit, Banabila speelt geheel op zijn gehoor. 'Maar daar heb ik nooit last van gehad. En tegenwoordig bestaan er zelfs programma's die mijn composities naar bladmuziek kunnen vertalen.'
Michel Banabila is een kunstenaar met geluid. 'Het is leuk om te zien hoe je muziek nieuwe betekenis en een tweede leven krijgt krijgt wanneer het bijvoorbeeld gebruikt wordt in een film van Tegenlicht.’
Jong geleerd..
Naïef en blut
De komst van computers was sowieso een uitkomst voor Banabila. Daarvoor was hij afhankelijk van opnamestudio's die je moest huren. 'Mijn eerste kennismaking met muziekstudio's was eigenlijk heel naïef. Ik was een jaar of achttien en woonde op mezelf in Amsterdam. Ik wilde graag geluiden opnemen, dus ging ik uitzoeken hoe dat kon en kwam erachter dat er bij mij in de buurt ook opnamestudio's zaten. Ik ben daar als het ware gewoon binnen gelopen en heb een studio gehuurd. Ik sleepte van alles mee de studio in: gevonden voorwerpen, spullen van thuis, uit de wereldwinkel, de speelgoedwinkel. Daar experimenteerde ik dan mee. Opnemen groeide echt uit tot een passie. Maar ja,' besluit hij lachend, 'daarna was ik wel blut.'
Dat veranderde toen de eerste computers en muzieksoftware verschenen. 'Ik was er als de kippen bij,' vertelt Banabila. 'Het gaf zo ontzettend veel vrijheid en onafhankelijkheid! Nu is dat allemaal gesneden koek, maar toen was het werkelijk een verádeming dat je altijd alles zelf op kon nemen, en ook nog kostenloos. Ik had één van de eerste personal computers en versies van de muzieksoftware Apple Logic Pro. Inmiddels ben ik al vele computers verder.'
Eerste optredens
Banabila produceert ook veel muziek met anderen. Eén van de eerste bands waar hij mee optrad was CHI, een groep die in 1984 werd opgericht en muziek maakte voor audiovisuele voorstellingen van kunstenaars. Hun album The original Recordings werd in 1996 opnieuw uitgegeven. 'We waren de allereerste audiovisuele groep in Nederland,' vertelt Banabila. 'We maakten muziek die nu het beste als ambient omschreven kan worden. Tegenwoordig hoor je dat overal, maar toen was het nog iets heel nieuws.'
In de jaren negentig trad hij onder andere op met de wereldmuziekband East meets West. 'We zaten middenin de opkomst van de wereldmuziek, dat was toen enorm hot.' Zelf vind hij de naam wereldmuziek niet zaligmakend. 'Het is nogal een generieke term. Alles wat niet westers is heet wereldmuziek.' Banabila speelde daarna nog met onder andere de Marokkaanse zanger Ali Idrissi, en de Turkse muzikant Erkan Ogur. 'Ik heb er veel van geleerd, maar ben daar denk ik wel in veranderd. Ik houdt zelf wel van bijvoorbeeld traditionele oosterse muziek, maar zal nooit proberen om deze te imiteren. Liever gebruik ik elementen of instrumenten uit oosterse muziek om een bepaalde toon of sfeer in mijn muziek te creëren.'
VoizNoiz
Met zijn album VoizNoiz uit 2000 vestigde Banabila zijn naam internationaal. 'Voor dit album heb ik veel samples van stemopnames gebruikt,' vertelt hij over de titel. Ook voor latere nummers maakte hij veel gebruik van stemgeluid. 'De melodie van spraak is een grote bron van inspiratie voor me. Muziek is voor mij een taal, maar taal is voor mij ook muziek,' legt Banabila uit. 'Het is interessant om te werken met iets wat zo alledaags, maar zo expressief is. En wanneer je de taal zo vervormd of verknipt dat de letterlijke betekenis wegvalt, dan ga je meer naar de intuïtieve betekenis en muzikale elementen ervan luisteren.' Hij glimlacht: 'zo maak ik een beetje mijn eigen taal. Ik denk dat elke muzikant dat wel wil, zijn eigen taal ontwikkelen.'
Vruchtbare samenwerking
Tegenwoordig maakt Banabila muziek voor theaterproducties en werkt hij samen met onder andere saxofonist Mete Erker, trompettist Eric Vloeimans en mediakunstenaar Geert Mul. Mul ontmoette hij tijdens een jeugdtheaterproject over dakloze kinderen in Afrika. 'Dat was een hele intensieve periode en sindsdien zijn we goede vrienden. Daarnaast was ik erg onder de indruk van Geert als kunstenaar.' Met Mete Erker nam hij in 2011 het album Route Planner op, waarvan drie tracks werden gebruikt in de Tegenlichtuitzending 'China: van Cartier tot Confucius.'
‘Het is grappig om te zien hoe vaak je heel druk bezig bent met een album en dan denkt: ‘Laat ik nog even een laatste nummertje doen.’ Het is altijd raak! Bij zo’n laatste nummer ben je los, alle pretentie is weg. Zo zat ik een keer samen met Eric Vloeimans. We zaten er allebei een beetje doorheen die avond. Ik was toen bijna klaar met mijn album Fields of Flowers en zocht nog naar iets leuks voor een laatste nummer. Ik vroeg hem:’Kun je spelen alsof je een klein beestje bent.’ Wat hij toen speelde was zo prachtig. Ik heb het afgemixt en Early Morning Light is denk ik het mooiste wat we samen gemaakt hebben. ‘
Het geluid van Tegenlicht
Naast nummers van het album Route Planner met Erker, werden eerder al tracks van zijn album VoizNoiz gebruikt voor Tegenlichtdocumentaires. ‘Het is leuk om te zien hoe je muziek nieuwe betekenis en een tweede leven krijgt krijgt wanneer het bijvoorbeeld gebruikt wordt in een film van Tegenlicht.’
Naar aanleiding van zijn album Traces werd Banabila gevraagd om ook muziek voor documentaires te componeren. ‘Deze manier van samenwerken is heel leuk door de uitdagingen en opdrachten die je krijgt om soms dingen te maken die je normaal nooit zelf gemaakt zou hebben.’ En sommige opdrachten voor Tegenlicht leiden weer tot eigen producties. Zo gebruikte Banabila een track die hij maakte voor de Tegenlichtfilm I am Gurgaon: the new city in India later voor het nummer Gopalam.
In de volgende Tegenlichtuitzendingen wordt muziek van Banabila gebruikt:
Mama please call me (2004)
Onze Jongens (2007)
Satellite Queens (2008)
I am Gurgaon: de nieuwe stad in India (2009)
Grand Paris the president & the architect (2010)
China: from Cartier to Confucius (2012)
We vroegen Banabila om aan de hand van verschillende beeld- en geluidsfragmenten uit te leggen hoe deze tot stand zijn gekomen.
China: van Cartier tot Confucius
Traffic Flow is voorbeeld van een voor Banabila typisch laatse-nummer-succes: 'Mete Erker en ik waren bijna klaar met ons album Route Planner. Voor een laatste nummer gebruikte ik oude lexicon galm hardware met een loop-functie. Ik vroeg Mete of hij iets wilde spelen op de saxofoon en vervolgens wilde reageren op wat de lexicon terugspeelde. Zo ontstond er een dialoog. Het gehele nummer is in één opname gemaakt.'
Voor Read My Lips koos Banabila opnieuw voor een dialoog. Dit keer tussen Mete en de fictieve stem die je in het nummer hoort. 'Deze stem creëerde ik door uit allerlei stemopnames losse stukjes te knippen, hier en daar toonhoogtes aan te passen, achter elkaar te plakken en te mixen. Ik vroeg Mete om met de saxofoon te reageren op haar stem. Nu zeg ik wel haar stem en lijkt het één stem, maar in werkelijkheid zijn het allerlei verschillende stemmen, van zowel vrouwen als mannen.'
Banabila was zelf in 2011 in Shanghai, de stad waar China: van Cartier tot Confucius werd opgenomen. ‘Ik vind het een machtige stad. Het is zo groot en er valt zoveel te ontdekken en te beleven,’ vertelt hij. Banabila gaf een audiovisueel optreden op de SIFT universiteit en een lezing op het conservatorium van Shanghai. ‘De studenten waren heel nieuwsgierig en kwamen allemaal naar me toe om vragen te stellen na afloop. Dat was echt heel leuk om mee te maken!’
I am Gurgaon: de nieuwe stad in India
De Tegenlicht film I am Gurgaon (2009) gaat over een nieuwe stad die gebouwd wordt in India. Banabila werd gevraagd om muziek te componeren voor de film. 'Een stuk van de film wat me erg bij staat is een scène waarin de arbeiders teruglopen van de bouwplaats in de stad naar de sloppenwijk die ernaast ligt. Het geheel heeft iets grauws met de koeien en mensen die rondlopen op de vuilnisbelt naast de sloppenwijk en de onafgemaakte gebouwen van de nieuwe stad daarnaast. Die sfeer wilde ik vangen in mijn muziek.'
'Ik gebruikte een drone waar ik zelf op een keyboard akkoorden bij speelde. En omdat de film in India speelt heb ik ook een paar traditionele Indiase instrumenten gebruikt. Je hoort bijvoorbeeld een bansuri, een Indiase fluit, gespeeld door Julia Orhmann en een tabla, een Indiase drum. Maar ik heb er bewust voor gekozen om geen traditionele Indiase muziek te maken, omdat die niet de volledige ruimte en sfeer in de film zou weergeven. De muziek moet aansluiten bij wat de film laat zien. Wanneer de arbeiders de sloppenwijk in lopen hoor je bijvoorbeeld Indiase muziek uit de wijk op de achtergrond (1:06). De muziek die ik gemaakt heb valt in dezelfde toonsoort, zodat het een geheel vormt.'
Mamma Please Call Me
Voor de intro van de Tegenlicht documentaire Mamma Please Call Me (2004) maakte Banabila een compositie waarbij hij gebruik maakte van verschillende opnames van bellende mensen en telefoongeluiden. Met een sampler mixte hij de compositie af tot een geheel met muziek.
Onze Jongens
'Onze Jongens (2007) is wel een heel leuk voorbeeld van een opdracht waarvoor ik iets moest maken wat ik normaal nooit zelf gemaakt zou hebben. De film gaat over het Nederlandse leger en de regisseur wilde dat ik muziek zou maken die daarbij paste. Uiteindelijk werd het een stuk dat een beetje in de trend van Rogier van Otterloo's Soldaat van Oranje was, maar toch net even anders. Ik gebruikte bijvoorbeeld een trommel, maar dan in een 7/8 maat, wat net een ander ritme is dan het militaire trommelritme. Het was leuk om aan te werken. Samenwerken op deze manier is heel inspirerend, omdat het nieuwe uitdagingen geeft en opdrachten waar je zelf nooit aan zou denken.'
Compositie, drone en toetsen door Michel Banabila, snare door Arend Niks, trompet door Arthur Flink.
Klik hier om het nummer gratis te downloaden.