In samenwerking met economenplatform Me Judice schrijven Nederlandse economen voor Tegenlicht over het thema Future of Finance. Dit keer schrijft hoogleraar Esther-Mirjam Sent over wat we kunnen leren van de uitzending "Allah, vrouwen en de bank".

We lijken de economische crisis voorgoed achter ons te hebben gelaten en daarmee lijken we ook de kans te hebben gemist om lessen te trekken uit de crisis. Het probleem is namelijk dat er veel geld is gepompt in economische symptoombestrijding, maar dat de dieperliggende oorzaken nauwelijks zijn aangepakt. Reden des te meer om op het puntje van de stoel ‘Allah, vrouwen en de bank’ te bekijken.

De islam heeft in Nederland een bijzonder slecht imago. Volgens PVV-partijleider Geert Wilders is de islam ‘een gewelddadige religie’. Volgens Roel Kuiper, lijsttrekker namens de ChristenUnie bij de komende statenverkiezingen, moeten we, als het nodig is, in de grondwet vastleggen dat er in ‘Nederland geen plek voor de sharia’ is. Maar als we al onze vooroordelen nu eens opzij leggen, dan kunnen we drie belangrijke lessen leren uit de documentaire.

Diversiteit is een bewezen succesfactor en de (moslim)vrouwen maken een verschil

Ten eerste, er moeten meer vrouwen aan de top komen in de financiële wereld. In ‘Allah, vrouwen en de bank’ valt te zien dat ook in Maleisië deze wordt gedomineerd door mannen. Rond de vijftien tot twintig procent van de topposities in de bankwereld wordt bekleed door vrouwen. Echter, diversiteit is een bewezen succesfactor en de (moslim)vrouwen maken een verschil. Mannen monopoliseren kennis, vrouwen mobiliseren kennis.

Uit psychologische tests blijkt dat mannen zonder stress beter risico's inschatten dan vrouwen, maar mét stress zijn de vrouwen beter. Oftewel, in stabiele economische tijden, zijn typisch mannelijke eigenschappen nodig voor het stimuleren van innovatie en groei. In onstabiele economische tijden, is vrouwelijke inbreng in de vorm van behoedzaamheid en zorgzaamheid noodzakelijk.

In onstabiele economische tijden is vrouwelijke inbreng in de vorm van behoedzaamheid en zorgzaamheid noodzakelijk

Ten tweede, oplossingen voor de crisis worden vooral gezocht in de sfeer van ‘compliance’. Uitgaande van opportunistisch gedrag, worden de regels aangescherpt. Het probleem hierbij is gebrekkige informatie. En een spiraal van steeds meer regels is uiteindelijk niet te handhaven. Zoals de filosoof Derrida al heeft beargumenteerd, betekent iedere toepassing van een regel meteen de vernietiging van de regel.

Een complementaire aanpak benadrukt ‘integrity’. Hierbij wordt gezocht naar het optimaliseren van gedrag door autonome zingevers. Dit gaat dieper dan de regelcyclus. In de integrity benadering is de focus op de verantwoordelijkheid van de mensen. Deze zijn medeschepper van waarden die in een bank of land actueel zijn. Islamic banking is daar een mooi voorbeeld van.

Betaald werk is een weg naar zelfbeschikking en zelfverwezenlijking

Ten derde, banken kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het stimuleren van de economische zelfstandigheid van vrouwen. In Nederland is 48% van de vrouwen economisch zelfstandig. Oftewel, minder dan de helft van de vrouwen heeft door betaald werk minimaal een inkomen op bijstandsniveau.

En dat terwijl betaald werk een weg naar zelfbeschikking en zelfverwezenlijking is. Ook kan een vrouw die te maken krijgt met huiselijk of eergerelateerd geweld hier eerder aan ontsnappen als ze economisch zelfstandig is. Nu voelen vrouwen zich in het bijzonder aangesproken tot islamic banking omdat zij over het algemeen geen voorkeur hebben voor grote risico’s en zij hun leningen terugbetalen op een manier die de financiële belangen van hun familie en de toekomst van hun kinderen veilig stelt.

Zoals Loesje zo wijs schreef: ‘Moslimvrouwen, baas op eigen hoofd.’ De moslimvrouwen uit de documentaire ‘Allah, vrouwen en de bank’ leren ons een drietal belangrijke lessen over hoe we voorbij de symptoombestrijding weer baas over onze eigen toekomst kunnen worden.

 

Esther-Mirjam Sent is hoogleraar Economische Theorie en Economisch Beleid aan de Radboud Universiteit Nijmegen en raadslid bij de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Hiervoor doceerde zij aan de University of Notre Dame in de Verenigde Staten en is zij visiting fellow geweest aan de London School of Economics en het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS). Haar onderzoeksinteresses omvatten de geschiedenis en filosofie van de economische wetenschappen alsmede de economie van de wetenschap hetgeen onder andere is uitgemond in twee boeken: The Evolving Rationality of Rational Expectations: An Assessment of Thomas Sargent's Achievements (Cambridge University Press, 1998), waarvoor zij de Gunnar Myrdal-prijs ontving, en Science Bought and Sold: The New Economics of Science (University of Chicago Press, 2002, samen met Ph. Mirowski). Zij is tevens mede-redacteur van de Journal of Institutional Economics. Recentelijk zijn haar onderzoeksinteresses uitgebreid naar gedragseconomie, experimentele economie en economisch beleid. Esther-Mirjam Sent is in 1994 gepromoveerd aan Stanford University in de Verenigde Staten.

meer bijlagen