Het is hard gegaan met Ahmed Marcouch. Hij was onder meer politieman en leraar maatschappijleer, voor hij vanaf 2006 een stevige reputatie opbouwde als voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart, door zijn geprononceerde uitlatingen en harde aanpak van overlast en criminaliteit. Zijn onorthodoxe benadering van de problemen in de wijk bezorgde hem de bijnaam ‘Sheriff van Slotervaart’. Hij geldt binnen en buiten de PvdA als een groot politiek talent en hét antwoord op Wilders, maar de meningen zijn ook verdeeld: sommige Marokkaanse Nederlanders vinden hem een ‘verrader’ die aanpapt met het blanke establishment, sommige autochtonen waren bang dat hij heel Slotervaart onder islamitisch bestuur wilde plaatsen.
VPRO Gidsartikel
De film Het Marcouch-effect, opmaat van een Tegenlichtdrieluik over moderne democratie, volgt de hectische strijd om het politieke bestaan van Ahmed Marcouch, van stadsdeelvoorzitter in Slotervaart tot kandidaat-Kamerlid.
December 2009 begon de positie van Marcouch opeens te wankelen, toen het afdelingsbestuur van het nieuw te vormen stadseel Nieuw-West hem niet als lijsttrekker voor de gemeenteraadsverkiezingen wilde. Ondanks inmenging van de PvdA-partijtop verloor Marcouch tijdens een enerverende ledenvergadering de stemming en vervolgens het voorzitterschap aan de onbekende Achmed Baâdoud. Marcouch’ politieke bestaan hing nu aan een zijden draadje; hij moest zijn toevlucht nemen tot een plaats als lijstduwer voor de centrale stad. Met 12.000 voorkeurstemmen – alleen lijsttrekker Lodewijk Asscher kreeg er meer – kwam hij in de gemeenteraad. Maar de raad heeft vooral een controlerende functie, en het raadslidmaatschap is een parttime functie. Op 17 maart stelde Marcouch zich daarom kandidaat voor een plaats op de PvdA-kieslijst voor de Tweede-Kamerverkiezingen; hij wil zowel raads- als Kamerlid zijn.
Nordin Lasfar, eerder goed voor onder meer Panna!, over twee straatvoetballers, en De ongekroonde koning van Amsterdam-West, een portret van jongerenwerker Said Bensallam, volgde Marcouch vanaf de strijd om het voorzitterschap van Nieuw-West tot aan diens kandidaatstelling voor de Tweede Kamer. Lasfar: ‘Aanvankelijk wilde ik gewoon een campagnefilm rond Marcouch maken, als markant figuur. Ik kende hem alleen uit het nieuws, de vrijdag voor die bewuste ledenvergadering sprak ik hem voor het eerst. Zij kenden de film over Bensallam, maar ook De Wouter-tapes, waaruit natuurlijk een bepaald beeld van Bos oprijst. Bovendien ben ik als filmer nadrukkelijk aanwezig; ik hou van intensief contact. Toch stelden ze vooraf geen voorwaarden. Toen kwamen dus die berichten over een voorzitterscrisis, en in combinatie met de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen heb je als filmer dan een dramatische spanningsboog. Na zijn verlies kreeg ik een paar weken geen contact meer. Hij was natuurlijk aangeslagen, maar dat kun je als politicus niet tonen. Toen kwam hij als nummer 29 op de lijst voor de centrale stad. Een lijstduwer doet het normaal gesproken voor de partij, maar Marcouch wilde zelf ook echt gekozen worden en moest dus campagne voeren. Iedereen kent hem wel, maar de mensen moesten nu ook op hem gaan stemmen. Het pikante is dat Asscher hem begin 2009 al als nummer 2 voor de centrale stad had gevraagd, maar Marcouch wilde beslist voorzitter van Nieuw-West worden. Nu, als lijstduwer, kreeg hij opeens geen steun meer van Asscher. Maar zoiets kun je haast niet zichtbaar maken, en zij kunnen het niet hardop vertellen. Dat maakt zo’n film zo lastig, in de politieke arena houdt iedereen z’n kaarten voor zich.’
Uit: VPRO Gids 16 (17 t/m 23 april 2010)