door David Nieborg
Het Amerikaanse leger maakt gretig gebruik van de populariteit van deze digitale oorlogsspellen en verzegelde de samenwerking met de commerciële game industrie, die over een veel grotere kennis en capaciteiten beschikken om volmaakte simulaties te incorporeren in aantrekkelijke spelletjes. Het leger en de commerciële industrie vangen hiermee twee vliegen in één klap: training en entertainment.
Vroeger speelde men oorlogje met tinnen soldaten, maar het spelbord is verdrongen door geavanceerde computerspellen. Door technologische ontwikkelingen is het mogelijk het gevechtsterrein steeds realistischer te verbeelden. En zoals vroeger spelen niet alleen adolescenten; ook soldaten en officieren gebruiken digitale computerspellen om hun oorlogen te oefenen.
Net als in Nederland bestaat het leger in Amerika uit vrijwilligers. En die zijn moeilijk te vinden voor de oorlog in Irak. Een computerspel biedt uitkomst. Niemand is zo weinig te benijden als de generaal aan het hoofd van het rekruteringsbureau. Op een willekeurige dag in februari, zeg vrijdag de derde, vallen er zeven Amerikaanse slachtoffers in Irak. De persberichten van het Pentagon zijn allemaal hetzelfde: ‘The Department of Defense announced today the death of a soldier who was supporting Operation Iraqi Freedom.’ De doden zijn nagenoeg allen mannen, ze hebben vaak een lage rang en ze sterven in Bagdad, Najaf of Fallujah, op een waardeloze manier. In een hinderlaag, door een sluipschutter of door een zelfgemaakte boobytrap. Elk slachtoffer maak het werk van de generaal een stukje moeilijker. Om toch mensen te vinden stellen meer dan achtduizend speciaal geselecteerde rekruteringssoldaten Amerikaanse pubers een redelijk betaalde baan in het vooruitzicht, met maar liefst veertigduizend dollar aan mogelijke bonussen. Niet-Amerikanen kunnen zelfs het Amerikaans staatsburgerschap verdienen door het nieuwe moederland te dienen.
Als je maar tekent. Er is dan ook heel wat aanwas nodig. Maar liefst tachtigduizend rekruten per jaar. Ook wordt er veel reclame gemaakt om de doelgroep te bereiken. Voor de komst van internet gebeurde dat met radiospotjes, later met posters en tv-reclames. Net als de grote Amerikaanse merken McDonald’s en Coca-Cola werd het Amerikaanse leger eind jaren negentig een brand met een eigen slogan en logo. Voortaan was het: ‘US Army: An Army of One.’ Het epicentrum van de wervingscampagne van de laatste jaren is een speciale website, GoArmy.com. Alle reclame leidt naar deze site waar achtergrondinformatie te vinden is over de baantjes binnen het immense militaire apparaat. Althans, dat is de bedoeling. De boodschap van een militaire carrière dreigt echter ondergesneeuwd te raken in de stortvloed van reclame die dagelijks over de Amerikaanse burger wordt uitgestrooid. Ergens in 2001 ontdekte een Amerikaanse kolonel de ontbrekende schakel. Hoe kun je beter doordringen tot de belevingswereld van Amerikaanse jongeren dan met een computerspel? Overal om hem heen zag hij kinderen oorlogsspelletjes doen. Als er honderden miljoenen dollars geïnvesteerd werden in reclamespotjes, dan was er ook wel een paar miljoen beschikbaar om te experimenteren met het maken van een spel, veronderstelde hij.
Het team dat werd samengesteld om het eerste officiële legerspel te ontwikkelen, kon gebruik maken van twee verworvenheden. Allereerst waren er al honderden oorlogsspellen op de markt voor de pc; er diende slechts een keuze gemaakt te worden welk genre het beste aansloot bij de doelen van het spel. Daarnaast was er een enorme schat aan ervaring binnen het leger wat betreft het gebruik en ontwikkelen van oorlogssimulaties. De makers konden direct profiteren van wat het militaryentertainment complex wordt genoemd. Een wijdverbreid netwerk van commerciële bedrijven uit de entertainmentindustrie die samenwerken met een krijgsmacht. Veel grote spelontwikkelaars en distributeurs maken onderdeel uit van dit complex. In het diepste geheim werkten de makers aan het spel, en tijdens de nationale feestdag op 4 juli 2002 werd America’s Army, ‘de officiële US Army-game’, gelanceerd. Het pc-spel is gratis te downloaden op de website americasarmy.com en is bedoeld als een virtuele reclamesticker. Het leger benadert gamers niet via het spel maar hoopt dat spelers zo enthousiast worden dat ze zelf naar de GoArmy-website gaan of, nog beter, naar een rekruteringsbureau. Het genre dat werd gekozen om het leger te simuleren was de First Person Shooter, het schietspel. Vanuit eerste persoonsperspectief volbreng je als Amerikaanse soldaat allerlei missies. De nadruk ligt daarbij op teamwork en tactiek. Het spel is alleen via internet te spelen; het team van de tegenstanders bestaat eveneens uit online spelers. In groepsverband redden spelers een vip of moeten ze een schakelaar verhalen. Dat hierbij gedood moet worden, is onvermijdelijk. De makers hebben goed gekeken naar Counter- Strike, een schietspel dat dagelijks honderdduizenden gamers trekt.
America’s Army is een uniek en een zeer interessant onderzoeksobject omdat het bijna ongemerkt onderdeel is gaan uitmaken van de populaire cultuur. Het spel staat met één been in de militaire communities en met het andere in de game communities. Met de beelden van de Tweede Golfoorlog nog vers in het geheugen is het een rare gewaarwording om America’s Army te spelen. Alles is er aan gedaan om het spel ‘realistisch’ te maken. Dat wil zeggen: het ontwerp van de spelomgeving is dusdanig dat je je als speler echt in de woestijn waant. Er zitten wel grenzen aan de ‘echtheid’ van het spel. De spelers en fans van America’s Army zijn dan ook vele malen kritischer over het vermeende realistische gehalte van het spel dan de gemiddelde journalist of wetenschapper. Het voornaamste doel van America’s Army is Amerikaanse tieners te laten zien hoe het is om soldaat te zijn. Het spel heeft daarom een aanzienlijk educatieve dimensie.
Voordat er ook maar een schot gelost mag worden, moet je als speler getraind hebben op de schietbaan. Hoe verder je komt in het spel, des te meer mogelijkheden er zijn om je te professionaliseren als soldaat. Je kunt leren parachute springen of bij de Special Forces (elitetroepen) proberen te komen door tientallen uren online te spelen en trainingen te volgen. De training voor medic, ziekenverzorger, spant de kroon. Spelers moeten naar een diapresentatie kijken in een klaslokaal (goed opletten!), waarna een meerkeuzetoets volgt. De virtuele opleidingen zijn volledig binnen het spel geïntegreerd en leggen de nadruk op hoe belangrijk training is binnen de US Army. Omdat America’s Army bepaalde militaire handelingen zeer authentiek weet te simuleren, gebruiken ook de ‘echte’ Amerikaanse soldaten het spel tijdens hun basisopleiding. Zij oefenen er onder meer het verkennen van een onbekend gebied mee. Verder test men ook nieuwe wapensystemen met het spel. Soldaten worden ingezet om de nog te ontwikkelen technologieën virtueel te testen op onvoorzien gebruik, en spelers worden warm gemaakt voor dat nog dodelijkere superkanon. Ten slotte heeft America’s Army een sterke propagandadimensie. De tekst die spelers te zien krijgen voordat het spel begint, is veelzeggend: ‘I am an American Soldier. I am a Warrior and a member of a team. I serve the people of the United States and live the Army Values. (…) I am a guardian of freedom and the American way of life. I am an American Soldier.’ Het spel is niet voor niets beschikbaar over de hele wereld.
Iedereen dient te weten hoe goed het Amerikaanse leger is.Deze boodschap zal zeker overkomen. Dagelijks spelen tienduizend gamers America’s Army. Hoe lastig het ook is om telkens nieuwe rekruten te vinden voor de oorlog in Irak, aan het spel zal het niet liggen. America’s Army enthousiasmeert de Amerikaanse gamer voor de strijd, maakt hem klaar voor het leger en traint hem. Tot de eerste kogel om zijn oren fluit, dan is het game over.
Uit: Folia, jaargang 59, nummer 23