Scheffer prijst Sen om zijn belezenheid en zijn pogingen het multiculturalisme-debat weer vlot te trekken. Maar hij laat volgens Scheffer op overtuigende wijze zien hoe 'leeg' het spreken over identiteit eigenlijk is. Dubieuze eer, dus. Scheffer's conclusie: 'Dat is de essentie van immigratie: door zich te verplaatsen worden nieuwe mogelijkheden blootgelegd, worden veranderingen in gang gezet. Die vrijheid om te veranderen hoort meer nadruk te krijgen dan het pleidooi voor het behoud van culturele tradities. Zo bezien is het multiculturalisme inderdaad weinig meer dan het hedendaagse conservatisme.'
Bas Heijne is eveneens kritisch, maar gebruikt Sen in zijn eigen denken over (de houdbaarheid van) oude idealen. In hoofdstuk 7 van zijn laatste essay-bundel 'Onredelijkheid' staat het denken over 'identiteit' centraal. Hoezeer Sen het concept van de 'multiple identity' ook weer nieuwe zeggingskracht geeft door het in onze huidige tijd te plaatsen, Heijne is niet helemaal overtuigd. Identiteit is niet altijd een keuze, zoals Sen stelt. Wat valt er bv. te kiezen als een imam jouw identiteit met die van een varken vergelijkt? Heijne lijkt dus meer oog te hebben voor de angst en 'globaliseringsweerstand' bij bepaalde groepen van bevolking dan Sen (die in het gesprek met Kijne hierover zegt: '...dan onderschat u uw landgenoten wellicht'.)
Verhofstadt is blij met Sen's idee dat we een 'mozaïek aan identiteiten' zijn. Als schrijver voor Liberales licht hij vanzelfsprekend het thema 'vrijheid' uit Sen's teksten. Waar Scheffer hamert op de 'vrijheid om te veranderen', is voor Verhofstadt de vrijheid om als individu zelf 'onze bindingen met groepen te bepalen' het meest belangrijk. Zo gaan we van het ene complexe begrip 'identiteit' naar die andere onmogelijke term 'vrijheid'.
"Sen cannot accept the causes of violence inherent to human beings" (John Gray)
"Sen invokes the myriad identities within every individual" (Kenji Yoshino)
"...but what exactly áre these layers of identity, Mr. Sen?" (Tunku Varadarajan)
In Engeland was John Gray de gezaghebbende criticus. De professor 'European Thought' aan de London School of Economics schreef een recensie in The Guardian. Gray, wiens 'Black Mass' onlangs uitkwam, is aanvankelijk mild voor de 'liberal rationalist' Sen. Vooral Sen's vernietiging van het 'solitaristische' identiteit-begrip krijgt een voldoende, maar verder is Sen niet erg realistisch. Geweld voortkomend uit verschillen in identiteit zijn geen denkfout, maar hebben te maken met de menselijke aard: angst, wanhoop, en wreedheid. Zolang Sen geen oog heeft voor emoties, zal zijn pleidooi voor geweldloosheid als vlieger niet erg hoog opgaan.
Dan de VS. Ook volgens Kenji Yoshino (NYT) zit de waarde van Sen's werk in de intuitieve waarheid dat elk mens per definitie tot meerdere groepen tegelijk behoort, maar de zwakte van Sen's hypotheses ligt in het ontbreken van verklaringen. Als het voor iedereen geldt, en als iedereen het weet, waarom staan andersdenkenden elkaar dan tóch zo naar het leven? 'Is it because human cognition tends to trade in binaries? Is it because violence creates identity as much as identity creates violence? Is it because human beings fear the choices or solitude a more cosmopolitan outlook would force them to face? These and other possibilities go unexamined'.
Tunku Varadarajan (evenals Sen in India geboren) schrijft voor de Wall Street Journal een iets anders geaarde reactie: hij beschouwt Sen als een typische vertegenwoordiger van de 'Bengaals gentlemen kaste', en wordt verdrietig van de grote afstand tussen Sen's ideaal en de dagelijkse realiteit. Hij eindigt met de grap 'one Bengali is a poet; two Bengalis are a film society; three are a political party; and four are two political parties--both leftist'. Aldus illustreert Varadarajan al dan niet gewild - en zij het goedmoedig- het potentiële venijn dat schuilt in identiteiten en het debat daarover.