Hé, is dat John Malkovich die opendoet? Nee, het is toch Ronny Naftaniel. De directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (cidi) ontvangt ons in zijn doorzon woning in Amstelveen, de gemeente waarvan onderzoek heeft uitgewezen dat er de gelukkigste mensen ter wereld wonen. De in 1948 in Amsterdam geboren Naftaniel is slechts zes maanden jonger dan de Joodse staat waarvan hij het bestaansrecht in woord en geschrift verdedigt. In januari was hij nog op een debat over de Israëlisch-Palestijnse kwestie op de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar oud-premier Dries van Agt weigerde met hem in discussie te gaan omdat hij een ‘buitenlandse agent’ zou zijn. Ronny Naftaniel: ‘In NRC Handelsblad noemde Van Agt het cidi een betaalde propagandamachine voor Israël. We hebben hem in een ingezonden brief uitgenodigd bij ons in de boeken te komen kijken. Het cidi krijgt al zijn inkomsten uit Nederland van donateurs en contribuanten. De NRC heeft die brief overigens niet geplaatst.
Ronny Naftaniel wil bijdragen tot begrip voor Israël en daarmee tot vrede. ‘Ik vind dat de nederzettingen in een vredesregeling dienen te verdwijnen en de Palestijnse vluchtelingen zich in een Palestijnse staatmoeten vestigen.’
Centrum Informatie en Documentatie Israël (cidi)
’Wat beoogt het cidi?‘
Het cidi werd in 1974 opgericht om op te komen voor het recht van het Joodse volk om in Israël in vrede en veiligheid te leven. Het was een paar maanden na de Jom Kippoer oorlog en door de Arabische olieboycot dreigde de politiek zich tegen Israël te keren. Door informatie en documentatie te geven hoopte men de mening bij te sturen. In 1976 ben ik erbij gekomen en sinds 1980 ben ik directeur. Daarnaast ben ik uitvoerend vice-voorzitter van het Europees Joodse Informatiecentrum, dat veel doet aan het bestrijden van vooroordelen, ook op het gebied van vrouwendiscriminatie, homohaat en islamofobie.’Wat betekent Israël voor u?‘Iets waar ik veel om geef. Een garantie voor het voortbestaan van het Joodse volk. Het betekent ook veerkracht en doorzettingsvermogen in een vijandige omgeving. Een inspiratiebron.’Noem eens iets wat u mooi vindt aan Israël. ‘Meestal is het de zon en de lucht die ik ontzettend lekker vind.
’Hoe populair is Israël in Nederland?'
’Denk je als Nederlandse Jood niet: hé, kijk, een Joodse vuilnisman!?‘ Dat had ik bij mijn eerste bezoek. En meteen vroeg ik me af of de vuilnis wel zou worden opgehaald. ’Hoe populair is Israël in Nederland?' ‘Dat gaat met golfbewegingen. Het dieptepuntwas na de Bijlmerramp [het neergestorte toestelwas een vrachtvliegtuig van El-Al –red.]. Na de aanslagen van 11 september 2001 was Israël heel populair. Er is een stabiele groep die Israël steunt en zonodig bereid is ervoor te strijden. Tegelijk er is een groep die vindt dat het tijd wordt dat de Palestijnse rechten worden ingevuld. Maar het zou verkeerd zijn om te zeggen dat die mensen vijanden van Israël zijn. Integendeel soms.
’Iedere Jood mag zich in Israël vestigen, ook al hebben zijn voorouders er al honderden jaren geen stap meer gezet. Waarom mogen Palestijnen die na de onafhankelijkheidsoorlog van 1948 zijn gevlucht, en hun nakomelingen, dan niet terugkeren naar Israël?'
‘Als er een onafhankelijke Palestijnse staat komt, is het van de gekke als de Palestijnse vluchtelingen zich zouden vestigen in Israël. ’En die Palestijnse opa die de roestige sleutel van zijn huis in Haifa heeft bewaard?' ‘Over die Palestijnse opa valt wat mij betreft te praten, maar daar zijn er niet zoveel meer van. Van de 700 duizend Palestijnen die gevlucht zijn, zijn er nog zo’n 80 à 100 duizend over. Maar waarom zouden hun nakomelingen in Israël moeten wonen? Dan moeten de Joden zich ook in de Palestijnse staat kunnen vestigen. Maar dan komt er nooit een onafhankelijke Palestijnse staat. Dan krijg je twee Joodse staten, een in het eigenlijke Israël en een op de Westoever.
’De Palestijnen wijzen dan naar de joodse nederzettingen op de Westoever.' ‘Ik ben een tegenstander van die nederzettingen, maar als men 3,5 miljoen Palestijnse vluchtelingen in Israël wil vestigen, waarom zouden die nederzettingen er dan niet mogen zijn? Ik vind dat de nederzettingen in een vredesregeling dienen te verdwijnen en de Palestijnse vluchtelingen zich in een Palestijnse staat moeten vestigen.'
’Zijn er veel Palestijnen verdreven tijdens de onafhankelijkheidsoorlog?'
‘Natuurlijk zijn er Palestijnen verdreven, maar ook Joden. Niemand praat over de Joden die uit Oost-Jeruzalem zijn verdreven of uit Goesj Etzion. Maar het was oorlog. En die oorlog is begonnen door de Arabische wereld. Die accepteerde de Joodse staat niet, hoe groot of klein ook. Zij zijn het land binnengevallen en daardoor is er een vluchtelingenprobleem ontstaan. Als de Arabische wereld in1947 het delingsplan van de Verenigde Naties had geaccepteerd, dan waren er geen Palestijnse vluchtelingen geweest, was Israël een stuk kleiner en was er allang een Palestijnse staat.
’Je omschrijft jezelf als zionist. Ga je ooit nog in Israël wonen?'
‘Als alle Joden in de diaspora in Israël gingen wonen zou het dichtslibben. Ik probeer hier het mijne bij te dragen. Om mij op hoge leeftijd daar te vestigen lijkt me niet echt een bijdrage. Ik voel mij in Israël heel goed thuis, kom er ook regelmatig, maar ik ben ook verankerd in Nederland. Ik hou van Nederland met alle idiotie erbij, maar ik vind Israël ook een prachtig land met hele expressieve mensen. Mensen die weten waar ze voor leven, terwijl dat in Nederland wat minder is.’En waarvoor ze soms moeten sterven.‘Ja, daardoor zijn ze ook intensiever met het leven bezig. Het is een creatieve, veerkrachtige samenleving. Nederlanders hebben na de Tweede Wereldoorlog nooit meer een groot conflict gekend. Ze zijn lui geworden, zijn happy en gelukkig.’Amstelveners...‘Ja, heel passief. Mensen laten zich hier veel aanleunen, kijken veel toe. Hebben weinig interesse in politiek, het vormen van je samenleving. Israëli’s zijn daar dagelijks mee bezig. Ook omdat het je laatste dag zou kunnen zijn.'
’Maakt Israël jouw werk soms moeilijk?'
‘Ha ha, beetje lastige vraag. Ik kan de Israëlische politiek niet sturen en moet maar kijken wat ze daar doen. Ik ben niet gelukkig met de uitbreiding van nederzettingen, omdat het niet bijdraagt aan een vreedzame oplossing. Voor mijn werk maakt het niet uit, maar ik heb ook nog mijn persoonlijke drijfveren. Ik wil met mijn werk bijdragen tot begrip en hopelijk ooit tot vrede.
VPRO Gids #19: van 10 mei tot en met 16 mei 2008