Schoonmakers hebben het moeilijk. Ze ontvangen lage lonen en werken vaak onder hoge druk en slechte omstandigheden. Wie er wat van tegen zijn baas durft te zeggen, wordt weggepest of zelfs ontslagen. Maar van de 170.000 werknemers die in Nederland in de schoonmaaksector werkzaam zijn, is slechts 7% lid van een vakbond. Zo kan deze moeilijk een vuist maken tegen de grote schoonmaakbedrijven. De FNV wil dit veranderen door een op Amerikaanse leest geschoeide methode, organizing.
Jono Shaffer, werkzaam voor de Amerikaanse overkoepelende vakbondsorganisatie SEIU (Service Employees International Union), boekt al twintig jaar succes met zijn aanpak. Over zijn overwinning op de schoonmaakbonzen in Los Angeles maakte regisseur Ken Loach in 2000 de film Bread & Roses, waarin Adrien Brody het personage van Shaffer speelt.
‘In de jaren tachtig was het erbarmelijk gesteld met de arbeidsomstandigheden in de schoonmaaksector’, vertelt Shaffer vanuit Californië. ‘Veelal illegale werknemers uit Midden-Amerika werkten lange dagen voor minder dan vier dollar per uur. Pensioenfondsen, doorbetaling bij ziekte of een ziektekostenverzekering waren er niet bij. Wie zijn mond opendeed, werd ontslagen. In 1987 begonnen we onze campagne Justice for Janitors.’
Shaffer begon op een actieve manier leden te werven. Hij reed mee in de bus die de schoonmakers midden in de nacht naar hun werk bracht. Hij glipte stiekem gebouwen binnen om met ze te praten. Hij ging zelfs bij ze thuis langs om ze te overtuigen dat ze met collectieve actie hun arbeidsomstandigheden en loon konden verbeteren. Daarnaast stak hij veel tijd in het doorgronden van de organisatiestructuur van de kantoorgebouwen die schoongemaakt werden. ‘We gingen grondig te werk, zochten uit wie de beslissingen namen en overtuigden hen ervan dat het niet oké is dat de mensen die jouw kantoor schoonhouden in armoede leven.’
Met al die kennis en het vertrouwen van de werknemers ging Shaffer over tot wat hij ‘direct action’ noemt. ‘Voorheen was het werk van de vakbond toch vooral overleggen met bedrijven namens de werknemers. Wij gingen de straat op met borden, organiseerden luide protestmarsen, werden daarbij desnoods opgepakt, zorgden voor media-aandacht en maakten mensen op die manier bewust van de omstandigheden van de schoonmakers.’
Dit alles had effect: dankzij Shaffers inspanningen verdienen arbeiders in de schoonmaaksector in Los Angeles nu meer dan 12 dollar per uur, plus de in de Verenigde Staten lang niet vanzelfsprekende ziektekostenverzekering.
Schoonmakers in Nederland verdienen bruto 8,62 euro per uur. Net als hun Amerikaanse collega’s zijn het vaak immigranten die moeite hebben met de Nederlandse taal en cultuur en niet voor hun rechten durven op te komen. Eddy Stam zet zich namens de FNV voor hen in en is een groot voorstander van de aanpak van Shaffer. ‘In 1999 hoorde ik op een conferentie voor het eerst over de organizing-methode. De organizers hebben de essentie van de vakbeweging opnieuw uitgevonden. De traditionele vakbond hield zich vooral bezig met het democratisch soebatten over technische arbeidsvoorwaardelijke thema’s. Organizen is mensen op microniveau bewust maken van het feit dat ze samen iets kunnen doen aan de dingen waar ze ontevreden over zijn.’
Stam probeert in het Nederlandse vakbondsleven een mentaliteitsverandering te bewerkstelligen. De Tegenlicht-documentaire I fight for you volgt Othman Armaris, een organizende medewerker van de FNV. Dagelijks zoekt hij schoonmakers op en probeert hun vertrouwen te winnen. Het mobiliseren van werknemers komt vooralsnog wat moeilijk op gang. Stam: ‘Dat is voor een deel te wijten aan mijn onverwoestbare optimisme. We hebben de lat misschien wat te hoog gelegd. Ons project is klein en kwetsbaar en we hebben nog veel te leren. Ik ben er echter van overtuigd dat dit de manier is.’
Elja Looijestijn – Uit: VPRO Gids 37