Negentien Arabische kapers boren twee lijnvliegtuigen in twee kantoortorens van 'Joods' New York. 11 september 2001 bracht de haat tussen fervent-Joodse en militant-islamistische groeperingen weer sterk naar de voorgrond, ditmaal in het wereldnieuws. Orthodox- en rechts-Joodse stemmen zagen in de aanslag het bewijs dat 'de Arabieren' (of moeten we zeggen 'de militante moslims'?) de Westerse samenleving willen vernietigen, en uit Arabische hoek werd al snel de notie van 'de aanval op het WTC als Joods komplot' naar voren geschoven. Vooral op het internet rouleren visies waarin de partijen elkaar zwartmaken, op basis van steeds ongeloofwaardiger 'bewijs'. Dat de opvattingen echt niet altijd van oudere doemdenkers en complottenspeurders hoeft te komen, bewees de eerste serie van BNN's Couscous & Cola (2004), waarin 9 'allochtone' Nederlandse jongeren van een vmbo-school Ground Zero bezoeken en er hun visie erop geven.
Hoe komen jongeren als Kacem aan dit soort verwrongen clichee-visies? Maar tegelijkertijd: waarom bestaan er ook in het Westen zoveel twijfels over de ware gang van zaken rond 9/11? Hoe heeft komplot-denken de relatie tussen Joden en Arabieren beinvloed? Een korte toelichting, naar beide kanten.
Hoe Joden de wereld regeren
De politieke islam constateert met enige regelmaat dat de VS bijna een tweede Israël genoemd kunnen worden. Bewijs daarvoor wordt gevonden in het feit dat de Amerikaanse regering voor een volgens hen niet onbelangrijk deel 'gedicteerd' wordt door Joodse adviseurs en Joods politiek geld. Bill Clinton luisterde naar hoge Joodse officials als Martin Indyk, Dennis Ross en Robert Satloff, meestal verbonden aan het Washington Institute for Near East Policy. Dit WINEP is naar verluidt voor de nationale Amerikaanse politiek het meest gezaghebbende pro-Israël instituut. In die optiek wordt de Amerikaanse president steevast bijgestaan door hoge adviseurs (soms wel venijnig 'de rabbijnen' genoemd) bij het (in)nemen van de juiste (pro-Israël) standpunten en beslissingen. Onder George W. Bush noemt Wilkerson in de uitzending Elliot Abrams en Paul Wolfowitz als 'rabbijnen'. Maar andere (boze?) tongen dichten veel invloed toe aan Douglas Feith, onderminister van Defensie. Hij geldt als de 'number three' onder nr. 1 minister Donald Rumsfeld en nr. 2 Paul Wolfowitz (de 'deputy secretary'). In de reality thriller 'The Assasin's Gate' van George Packer wordt Feith door Colin Powell in diens laatste gesprek met Bush op het White House aangewezen als het Joodse brein achter het Amerikaanse terugslaan na 9-11. Feith c.s. bepleitten bij Bush een krachtig optreden in het Midden-Oosten. Uiteindelijk werd het Amerikaanse leger min of meer in dienst gesteld van die doelstelling. 'Gekaapt voor Israël's belangen', aldus Wilkerson. Wie zo kijkt impliceert ook dat het optreden van de VS in het Midden-Oosten sinds september 2001 uit veel meer voorkomt dan wraak op terreur. John Mearsheimer schrijft letterlijk: 'The neoconservatives were already determined to topple Saddam before George Bush became president' (p.32 van 'The Israel Lobby'). Een opvatting die veel discussie opriep, want vaak wordt gemeld dat Israël aanvankelijk helemaal niet zo verguld was met de aanval op Irak, want Iran -en dan met name Ahmadinejad- is immers de 'ware' vijand. Mearsheimer noemt er namen en rugnummers bij: Abrams, Bolton, Feith, Kristol, Lewis, Perle, Rumsfeld en Wolfowitz. Niet toevallig allemaal verwant aan het Project for a New American Century, de blauwdruk voor de Amerikaanse wereldheerschappij in de 21e eeuw. Terug te voeren tot 1998.
Reden voor het radicaal-islamistische Radio Islam om verder te gaan wroeten en te komen tot het begrip 'zionistische realpolitiek'. Bron van alle kwaad is het rapport 'A Clean Break with History' (juli 1996), volgens de Radio Islam-site geschreven door Perle, Feith en Wurmser (Perle ontkent elke betrokkenheid hierbij). Daarin omschrijven Amerikaanse likudniks in nauwe samenwerking met rechtse krachten in Israël een nieuwe, meer oorlogszuchtige omgang met de rest van het Midden-Oosten. Het strategy paper verscheen naar verluidt onder auspiciën van de Study Group for a New Israeli Strategy Toward 2000. Niet toevallig viel dat volgens Radio Islam samen met het aantreden van de rechtse regering Netanyahu (juni 1996-juli 1999), als aflossing van het tijdperk Rabin-Peres. Nog verder toegespitst: 'A Clean Break' werd volgens deze bron geinitieerd door een zionistische denktank genaamd Institute for Advanced Strategic and Political Studies. Een instituut gevestigd in....Jeruzalem.
Kortom: wie dat zou willen kan munitie vinden voor de stelling dat het huidige optreden van de VS in het Midden-Oosten via een u-bocht terug te voeren is naar Jeruzalem, ruim 10 jaar geleden...
De ware aard van 'de' moslim
Het verweer van Joodse kant is onmiddellijk denkbaar: ja maar Ahmadinejad wil Israël toch ook van de kaart vegen? Is het dan zo vreemd dat Israël zich wapent tegen islamistische terreur en heethoofdige sjiitische heersers die ook nog doodleuk de holocaust gaan lopen ontkennen? Want ontkenning van de holocaust is uiteraard het ultieme anti-Joodse komplot. En hoe ver gaat de jodenhaat in de Arabische wereld eigenlijk terug? Zoals Neerlands rabiate Israël-verdediger bij uitstek Leon de Winter onlangs in een ingezonden stuk in de Volkskrant schreef: 'niemand minder dan Von Ribbentrop kwam bij de moorddadige sjiitische fascisten op de thee'.
Vaak wordt de antisemitische dreiging vanuit de Arabische wereld aangehaald als reden voor de aanvallen, bezettingen en verschansingen van de staat Israël, en meer recentelijk de Muur. Zo betoogde de joods-orthodoxe rabbijn Lody van der Kamp in november 2006 tegen Harry de Winter (voorman van 'Een Ander Joods Geluid') in een heldere aflevering van NCRV's Tegenpolen: de kwetsbaarheid van Israël ten opzichte van de vijandige buurlanden rechtvaardigt de bezettingen. De Winter riposteerde: Israël neemt ten onrechte een slachtofferrol aan tegenover de haar omringende landen. En is nu van slachtoffer zelf de beul geworden. Van der Kamp bleef volhouden dat het geweld dat Israël daarbij gebruikt zeker niet buitensporig is.
En ongeveer zoals Tony Judt's lezing over de Israël lobby en de Amerikaanse buitenlandpolitiek in het najaar van 2006 in New York op het laatste moment werd afgezegd, zo werd aan de Universiteit van Leeds onlangs een lezing afgeblazen waarin de Duitse historicus Matthias Küntzel het islamitisch antisemitisme onder de loep zou nemen. Centrale stelling in het stuk, aldus Max Pam, is dat 'de jodenhaat in de islamitische en Arabische wereld niet het gevolg is van het conflict tussen Israël en de Palestijnen, maar de oorzaak ervan'. De wortels van de jodenhaat worden hier teruggevoerd tot de Palestijnse leider en Hitler-bewonderaar Haj Aman al-Hoesseini (1895-1974). Dat deze groot-moefti in 1933 een telegram aan Hitler stuurde waarin hij aanbood om de nazi-ideologie te verbreiden in het Midden-Oosten, maakt onze cirkel weer rond.