Om te beginnen was er het diplomatieke geharrewar van de EU-leden rond de benoeming van het eerste hoofd van de Europese Centrale Bank. Duitsland had al vroeg zijn steun uitgesproken voor Wim Duisenberg, en de meeste andere EU-landen hadden zich daarbij aangesloten. Maar Frankrijk lag lange tijd dwars. Chirac maakte er geen geheim van dat hij Duisenberg eigenlijk te ‘Duits’ vond; te rechtlijnig en te streng in het monetaire beleid.
Pas na een lange periode van onderhandelen, waarbij verschillende compromissen over tafel gingen, werd er een akkoord gesloten. Duisenberg werd officieel benoemd voor acht jaar, maar onder de tafel werd afgesproken dat hij halverwege zijn termijn plaats zou maken voor Trichet. De ECB zou in 2002 geleid worden door een fransman.
Maar de afspraak met de Fransen over het tussentijdse aftreden van Duisenberg was duidelijk niet op papier vast gelegd. Eind 2001 liet Duisenberg in het programma Buitenhof weten opstappen in het jaar waarin de euro werd ingevoerd ‘onverstandig’ te vinden. Als nieuwe vertrekdatum gaf Duisenberg juli 2003, op zijn 68ste verjaardag.
De trouw van Duisenberg aan de euro kwam de Franse regering goed uit. Opvolger Trichet was inmiddels namelijk onder vuur komen te liggen in een onderzoek naar een groot bankschandaal rond Credit Lyonnais. Toen deze bank in de jaren negentig nog in de handen van de staat was, werden er grote leningen afgesloten als onderdeel van een megalomane expansiestrategie. Toen de economie in malaise bleef en de Franse franc onder druk kwam te staan, bleek deze strategie de bank op de rand van de afgrond gebracht te hebben. De grootste staatsbank ter wereld kon deze zwakheden niet aan de buitenwereld laten zien, en dus werden de winstcijfers opgeleukt door de directie, al dan niet met medeweten van verschillende medewerkers van het Franse ministerie van financiën. En Trichet was in die tijd als topambtenaar van het ministerie van financiën verantwoordelijk voor staatsondernemingen als Credit Lyonnais. Uiteindelijk moest de Franse overheid de bank financieel steunen om een faillissement af te wenden. De misrekeningen kostten de Franse belastingbetaler tot 30 miljard euro.
De rechtszaak tegen Trichet en acht anderen begon in januari 2003. Trichet ontkende elke vorm van betrokkenheid bij de financiële malversaties. Hij beweerde zelfs zijn toenmalige minister van financiën, Bérégovoy, te hebben gewaarschuwd voor de cijfers van Credit Lyonnais.
Bérégovoy kon niet meer getuigen of Trichet inderdaad de alarmbel had gerinkeld; hij pleegde zelfmoord in 1993. Wel vond de onderzoeksrechter een notitie van Trichet, waarin hij meldt dat het rapporteren van een nog hoger verlies van Credit Lyonnais ‘zou hebben geleid tot het niet respecteren van solvabiliteitseisen.’
Ook het verhoor van Trichet zal de Franse regering niet hebben gerustgesteld. Daarin relativeerde hij de notitie over de solvabiliteitsproblemen van de staatsbank met de woorden dat de notitie door een ondergeschikte is opgesteld, en dat hij meer dan 2500 van dergelijke notities per jaar ondertekende. Hier en daar werden de wenkbrauwen gefronst over de toezichtskwaliteiten van de Fransman; Kon deze man wel goed op de euro passen?
Uiteindelijk werd er tien maanden voorwaardelijk geëist tegen Jean-Claude Trichet. De Franse regering reageerde hierop door de steun aan de kandidatuur van Trichet nog eens te herhalen; er was geen andere Franse kandidaat, Trichet was de beste.
Iedereen moet dan ook opgelucht adem gehaald hebben toen Trichet in juni werd vrijgesproken. Duisenberg had toen al goeiig laten weten nog wel een paar maanden langer te willen blijven zitten, omdat de benoeming van Trichet nog met het Europees Parlement besproken moest worden. Toen het Frans openbaar ministerie een dag na de vrijspraak liet weten niet in hoger beroep te gaan, was de weg echt vrij voor Jean-Claude Trichet.
Ondanks alle negatieve publiciteit die met een dergelijke rechtszaak gemoeid is, heeft Trichet gedurende het proces nooit echt hoeven twijfelen of de post van directeur Europese Centrale Bank nog wel voor hem bestemd was. Talloze Europese leiders hebben steeds hun steun uitgesproken, en ook analisten spreken louter lovend over zijn kwaliteiten. Toch zal de naam Trichet nog een tijd verbonden zijn met een van de grootste financiële schandalen uit de Franse geschiedenis.