Toen Max Kohnstamm eind jaren dertig door de Verenigde Staten trok, onderhield hij een intense briefwisseling met zijn ouders. Een van de brieven, waaruit hij ook citeert in de uitzending, is hieronder te lezen.

Brief van Kohnstamm in Amerika

Northampton, 27 december 1938

[…]
Eerst wat zakelijke dingen: Als je haast hebt met een brief schrijf er dan vooral de boot op, dat scheelt ongeveer een week. De brieven doen er vaak krankzinnig lang over: 14 dagen en meer!. De mijne ook? […]

Floor schreef me over de wintersportplannen. Br! En dat na de ontzettende kou die jullie gehad hebben! Is er schaatsen gereden? Ik ben bang dat het voor Vader heel slecht was. Ik hoop zoo dat zijn kerstvacantie echt een beetje vacantie is, ik vond vader’s brief hier in Northampton. Fijn, ik kom er later op terug. Maar het is zo lief van hem nog tijd te vinden voor deze raadgeving-op-afstand. […]

De situatie is dan op ’t oogenblik deze: Amerika heeft mij danig te pakken. Ik begin me thuis te voelen en de jeugd en de veerkrachtigheid beginnen sterk en verlokkend op me in te werken. Het is zoo ontzettend moeilijk te beschrijven. Maar Europa is soms onbegrijpelijk ver weg. Nee, het bestaat eenvoudig niet. Men haat het Duitschland en Italië, maar zonder diepte of bitterheid. Volslagen anders dan onze intense afweer. Nee, Amerika leeft in groot isolement en ik denk niet dat het op zoo groote afstand anders mogelijk is. En je hebt er werkelijk geen idee van hoe fascineerend Amerika zelf is.

Dit optimisme, dit enthousiasme en dit geloof ik eigen zaak! […]De gevaren loeren aan alle kanten: rassenhaat, geweldpleging, klassenstrijd, groepsegoïsme. Maar dat weegt niet op tegen de ontwapenende kinderlijkheid en de goodwill. Het gaat niet diep, nee, maar het is zoo ontzettend verfrischend na Europa. […]

Daar is zeker de andere zijde: het negervraagstuk, een zeer sterk anti-semitisme. Dan is er de groeiende, eindeloos groeiende rijkdom. Zal er ooit plaats zijn voor een ander ideaal dan bigger en better? Over een jaar of wat reizen we voor 5 dollar van New York naar San Francisco. Een uitvinding misschien even revolutionair als de auto. Zal ’t een kracht ten goede of ten kwade zijn? Of zullen groepen in staat zijn dit land in distress te houden? Dan komt er revolutie. Die was er hier vrijwel in ’32 en ’33. En ’t kan zeker terugkomen. Maar het hoeft niet.

[Over de seculiere betekenis van het kerstfeest in de U.S.A.] Hopkins de radicaal, de roode, de trustbuster en businesshater van wie je ten hoogste een vaag materalistisch-humanisme verwacht had, zegt een dag nadat hij is ingezworen op de Bijbel als secretary of commerce (en de bijbel was een geschenk van Mr. En Mrs. Roosevelt) ‘The story of Christmas is the hope of mankind’.

Ik denk dat jij en Vader van een reis zouden genieten. Vader zou veel meer nog dan ik de goede dingen zien, en zou in staat zijn om niveau te ontdekken waar ik ondiepten zie. Nee, zoo lang Amerika er is, is er hoop […]
Ik heb heel lang over Vader’s brief nagedacht, maar tenslotte geloof ik mijn plan door te moeten zetten. Johnson was mij in New York zeer behulpzaam. Hij animeerde mijn plan zeer en zal het verder voor me uitwerken, me overal introduceren. Ongelooflijk aardig. Hij sprak buitengewoon lief over Vader.

Met Vaders financieele regeling ga ik geheel accoord, maar ik vermoed inderdaad dat 1000 a 1500 dollar genoeg zal zijn. Ik leef hier uiterst zuinig, al zul je dat wel niet gelooven. Als Vaders bezwaren dus niet toegenomen zijn blijf ik hier dus tot juni, en waarschijnlijk ook beie zomermaanden. Maar laat ’t echt weten als jullie het niet eens zijn, of niet erg kunnen berusten in mijn beslissing. Mocht er een kans bestaan voor Herbert dan ben ik graag bereid mogen aan de dag hem credietbrief, introducties en auto te overhandigen. Dit is geen grootspraak [….]

De kinderen [van de Kotschnigs, bij wie Max een deel van de kerstvakantie doorbrengt] zijn volslagen onbeschijflijk. Dat is in alle ernst. Amerika’s staatsvijand no. 1: Progressive Education. Je kunt de heksenketel, tyrannie en guerilla-oorlog niet erg genoeg voorstellen. Als schuwe, bange schaduwen laveeren de volwassenen door de huizen waar de almachtige kinder-dictatoren regeeren. Kinderenvan drie jaar leggen volstrekt beslag op de radio, als ze vijf zijn wisecracken ze door de telephoon met hun vrindjes en als de oudste zeven of acht is legt hij of zij beslag op de auto. Vader kan loopen of een tweede koopen. Brullend en vechtend, smijtend of ze opend latend, jagen ze als een kudde olifanten door de huizen. Meestal hebben ze revolvers en je mag blij zijn als ze met een soort rubberpijltjes schieten want dat doet minder pijn dan loden kogeltjes.

Gelukkig ben je als je geleerd hebt op de grond te zitten, want hun zijn de stoelen. Zoo de kranten, boeken, magazines. Een gepeperde detective houst hen soms even rustig en soms is de bioscoop even een uitkomst. Ik ben er nog niet achter wat voor de volwassenen ’t best is, oorlog tusschen de kinderen of een dictatoren-front. In het eerst geval worden de jongste spruiten geestelijk en physiek afgebroken, evenals het huis.

Maar je kunt met groote slimheid trachten als een soort balancing power jezelf een schijn van gezag te geven. In het tweede geval groeien de kinderen prettig uit, maar je bent zelf een willoos slachtoffer van hun willekeur. Maar het moet gezegd worden; soms zag ik kinderen genade betoonen en ouders wat eten toegooien of toestaan Shirley Temple te zien, wanneer ze zelf hun fellow gangsters gaan bekijken.

Dit beeld is in geen enkel detail overdreven
[…]

Soms, midden in deze roes van indrukken, menschen zien, steden, landschappen, en weer verder trekken, zijn er plotseling stilte punten. Luisterend naar muziek, in een kerk, of starend van hoog op een wolkenkrabber over New York. Daar ligt de haven en de wijde oceaan, de scheidings- en verbindingslijn met Holland. Daar ligt al wat mij dierbaar is:Ermelo, jeugdland waar ik vertrouwd was met elke boom, elk geluid en elke wolk. Onder de bruist een wereldstad. Waar zal het leven me brengen? Het leven is voor velen zoo onnoemelijk zwaar. Zal ik een taak vinden dicht bij huis, dicht bij jullie? Zal er een taak en een toekomst zijn in Europa? Of alleen dood, oorlog en ondergang? Niemand weet het […]

p.s. Ik vind het zuur dat ik een deutsche boot moet gebruiken. Maar alle anderen zijn on cruise!

De briefwisseling van Max en Philip Kohnstamm verscheen bij de Amsterdam University Press. Een link naar de uitgever is te vinden rechts op deze pagina.