De builenpest die in middeleeuws Europa toesloeg kwam van woestijnratten, het dodelijk HIV-virus van gekooide apen, Ebola en Zika van chimpansees, Sars en Mers van vleermuizen, Malaria van muggen, Q-koorts van koeien, schapen en geiten, de Mexicaanse griep van varkens, en Covid-19 waarschijnlijk van een vleermuis of pangolin.
Bijna elk virus dat we kennen is via een dier bij ons terechtgekomen. Doordat mensen het eten, er direct of indirect door gebeten worden (via een mug, teek of vlo), of er anderszins de interactie mee aangaan.
Met het vaccin in het verschiet komt het einde van de coronapandemie in zicht. Toch waarschuwen veel wetenschappers dat we niet te vroeg moeten juichen. We kunnen elk moment weer ten prooi vallen aan een nieuw virus. In het dierenrijk waren namelijk rond de zevenhonderdduizend potentiële pandemieën rond. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze rampen ons bespaard blijven?