Met die waarden als uitgangspunt kom je toch andersoortige economische vragen. Is er binnen een bedrijf sprake van democratisch beleid? Wordt de werknemer eerlijk behandeld? Met welke bank werkt het bedrijf samen? Wat is hun impact op het milieu? Als een bedrijf hoog scoort op zulke waarden, heeft het bedrijf volgens de ECG recht op financiële en juridische voordelen. Zo kan ethiek, dat historisch altijd al een onderdeel was van de economische wetenschap, weer boven financieel gewin komen te staan.
Uiteindelijk wil Felber dat wat bedrijven bijdragen aan de samenleving vangen in een puntensysteem: duizend algemeen belang-punten zijn er te verdienen, maar ook een negatieve score van 3600 punten. ‘We willen greenwashing en compensatie voorkomen. Een kerncentrale kan zijn werknemers misschien goed behandelen, maar het blijft een kerncentrale. We willen waarborgen dat zo’n bedrijf nooit echt hoog kan komen in de totale score.’
Is het dan niet te ingewikkeld om zulke zaken goed in kaart te brengen? Je kan immers eindeloos doorpraten over wat belangrijke waarden zijn en hoe die moeten worden gemeten. ‘Maar dat is nu ook al het geval!’, roept Felber uit. ‘Het probleem is: nu zitten die politieke keuzes verstopt. De situatie lijkt daardoor misschien neutraal, enkel op de cijfers gericht, maar dat is die natuurlijk niet. We moeten die politiek juist weer zichtbaar maken.’
Felber wil bovendien verder gaan dan alleen te kijken naar de huidige grondrechten. ‘We zijn met steden in gesprek om burgerraden te organiseren, waarin we soevereine burgers vragen welke dingen bijdragen aan de kwaliteit van leven. De voorstellen die daaruit rollen, willen we operationaliseren en toevoegen aan de balans voor het algemeen belang.’