Sinds de jaren tachtig zijn aandeelhouders steeds meer de koers van een bedrijf gaan bepalen. Die koers werd bovendien steeds eenzijdiger: hoe meer winst het bedrijf maakt, des te meer geld er binnenkomt: ‘greed is good’.
Bovendien verwaterde het contact tussen aandeelhouders en bedrijven steeds meer. Keuzes die goed zijn voor de winst, maar slecht voor de werknemers worden sindsdien makkelijker gemaakt. Denk aan werknemers die in Azië onder erbarmelijke omstandigheden jouw telefoon in elkaar zetten, of de kledingfabrieken waar mensen tegen een hongerloon jouw spotgoedkope spijkerbroek maken. Om nog maar niet te spreken over de impact op het milieu, die deze winstgerichte beslissingen met zich mee brengen.
Toch zijn er bedrijven, grote bekende bedrijven, die zich niet willen laten leiden door winstmaximalisatie. Ieder vonden ze een eigen manier om hun winst terug te laten vloeien naar de samenleving. Niet omdat het management dat behaagt, maar omdat die missie is vastgelegd in de structuur van het bedrijf.
Bij deze bedrijven gaat (een deel van) het dividend verplicht naar een stichting, die weer zorgt dat het geld op de juiste plek terecht komt. Bovendien, zo wordt vastgelegd, kan zo'n bedrijf vaak niet verkocht worden, en worden er strikte eisen gesteld aan hoelang managers het bedrijf mogen besturen.
Kortom, in zo'n model - dat ook wel steward ownership wordt genoemd - heeft het bedrijf geen echte eigenaar, maar is het vooral van zichzelf. Bestuurders - de stewards - dragen slechts zorg voor de missie van het bedrijf.
We zetten vijf bekende bedrijven voor je op een rij, die al jarenlang op deze manier goed geld verdienen.