Onze manier van leven zal binnen enkele decennia dramatisch veranderen door klimaatverandering. Een aantal onomkeerbare kantelpunten staan op de stoep. Ondertussen willen onze Nederlandse bestuurders vooral zo snel mogelijk terug naar het 'oude normaal'.
Na een weinig vruchtbare COP27 in Sharm El-Sheikh (over prangende klimaatkwesties werden vorig jaar precies nul knopen doorgehakt) is nu COP28 aan zet. Met als hoogst opmerkelijke host de olierijke Verenigde Arabische Emiraten. De voorzitter is zonodig nog verrassender: Sultan Ahmed al-Jaber, baas van staatsoliebedrijf Adnoc. Nooit eerder was de olie- en gasindustrie zo sterk aanwezig op een klimaatconferentie.
Greta Thunberg roerde zich al: ‘Volstrekt belachelijk,’ zei ze erover. En dat is het. Toch: onder het mom ‘kansen zien’ kan het ook zomaar ’ns positief uitpakken daar in Dubai, en beloven de Verenigde Arabische Emiraten beterschap en een olielozere toekomst.
Dat de gemiddelde oliebaron smoor is op geld en niet zoveel op heeft met het klimaat, helpt niet per se. Dat de olie- en gasindustrie best wat macht en daardoor een stevige lobby hebben ook niet. Dat Abu Dhabi onlangs zijn olieproductie in plaats van afbouwde juist opschroefde, helpt ook niet mee. En nu we toch bezig zijn, schuiven we voor het gemak ook maar terzijde dat The Guardian eerder dit jaar ontdekte dat staatsoliebedrijf Adnoc e-mails kon inzien van COP28, waarop de Franse Europarlementariër Manon Aubry ontsteld sprak van een schandaal:
‘An oil and gas company has found its way to the core of the organisation in charge of coordinating the phasing out of oil and gas. It is like having a tobacco multinational overseeing the internal work of the World Health Organization.’
Hoe dan ook zijn de verwachtingen dit jaar hooggespannen. Niet in de laatste plaats vanwege de Global Stocktake, lees: in Parijs werd in 2015 afgesproken dat in 2023 voor het eerst de balans zou worden opgemaakt wat betreft de klimaatdoelen. Ligt de wereld op koers wat betreft de 1,5 graad? Het antwoord: nee.
Het is dus te hopen dat COP28 vruchtbaarder blijkt dan COP27, want er zitten ons een paar tipping points akelig op de hielen. Daar schreven we eerder over. Leest u mee:
Het is een beetje een gek contrast. Het nieuwe IPCC-rapport voorziet binnen enkele decennia een einde aan onze huidige manier van leven. Het is alle hens aan dek. Maar dan onze Nederlandse bestuurders:
De directeur van Schiphol hoopt zo snel mogelijk het vliegniveau van 2019 weer aan te tikken;
De directeur van Shell moet door een rechter gedwongen worden om versneld te verduurzamen en gaat daartegen beroep aantekenen;
De directeur van het ABP laat het pensioenfonds niet desinvesteren in fossiele energie, maar juist extra aandelen Shell kopen.
Het lijkt alsof bestuurders er nog steeds niet van doordrongen zijn dat klimaatverandering een directe bedreiging vormt voor hun eigen kinderen. Een veel gehoord argument is dat te snel veranderen slecht zou zijn voor de economie of het vestigingsklimaat in Nederland. Maar wat voor zin heeft het om op de tent te passen als onze huidige samenlevingen binnen enkele decennia verdwijnen?
De bevindingen in het voorlopige IPCC-rapport zijn niet nieuw. Nieuw was vooral dat ze in het gelekte rapport van de Verenigde Naties zaten. In eerdere versies van deze zogenaamde ‘assessment reports’, waarop het politieke beleid gebaseerd wordt, werden een aantal gevaarlijke situaties nog niet meegeteld in de hoeveelheid koolstof die we nog kunnen uitstoten.
Het gaat dan om de zogeheten ‘tipping points’. Tipping points zijn momenten waarop veranderingen op sommige plekken in de wereld niet meer te stoppen zijn. Van smeltend ijs, waardoor de zeespiegel dertien meter zou kunnen stijgen, tot aan het afsterven van het regenwoud in de Amazone, waardoor het van CO2-opslag verandert in een CO2-uitstoter.
Wanneer we deze omslagpunten bereiken, zetten veranderingen zoals opwarming door, en dat buiten onze macht. Opwarming van de aarde is dan ook geen lineair proces dat sowieso stopt wanneer we in 2050 geen broeikasgassen meer uitstoten. Verschillende klimaatsystemen over de hele wereld maken opwarming en andere vernietiging van de aarde abrupt, onvoorspelbaar en wellicht onomkeerbaar. We moeten er dus alles aan doen om deze dominostenen zoveel mogelijk te laten staan.
Klimaatwetenschappers hebben inmiddels meer dan tien tipping points geïdentificeerd in klimaatsystemen op onze planeet. Die systemen kunnen elkaar ook nog eens versterken. Hieronder vind je een paar van de belangrijkste.
Op verschillende plekken in de wereld vlakbij de Noordpool of de Zuidpool is de grond bevroren. Deze grond in Siberië, Alaska, Canada of Argentinië, genaamd permafrost, houdt koolstof vast, dat daar verstopt zit in soms duizenden jaren oude dode planten en dieren. Er zit ongeveer twee keer zoveel koolstof opgeslagen in permafrost als zich momenteel in de aardatmosfeer bevindt.
Door klimaatopwarming dooit de bevroren grond en worden micro-organismes wakker. Die organismes breken het koolstof in de grond af. Daardoor kunnen twee broeikasgassen vrijkomen: CO2 of methaan. Methaan is een broeikasgas dat 86 keer zo sterk is als CO2.
Broeikasgassen die vrijkomen uit het permafrost zorgen voor extra opwarming van de aarde, wat weer zorgt voor verdere dooi van de bevroren grond. Wat weer zorgt voor de uitstoot van broeikasgassen en opwarming van de aarde. Het dooiende permafrost verandert zo in een vicieuze cirkel waaruit niet meer valt te ontsnappen.
Wanneer zo’n onomkeerbare vicieuze cirkel wordt bereikt en met welke snelheid blijft vooralsnog onzeker. Temperaturen rondom de Noordpool stijgen twee tot drie keer zo snel als gemiddeld op aarde. In mei van dit jaar was het 25 graden warmer dan normaal in Siberië. Een rapport van het IPCC uit 2019 waarschuwt dat het dooien van permafrost onomkeerbaar kan worden ‘op een tijdschaal relevant voor samenlevingen en ecosystemen.’
Hoeveel het dooien van permafrost uiteindelijk gaat bijdragen aan de opwarming van de aarde - en hoe snel dat gaat - hangt af van verschillende factoren. Van het tempo waarin we onze broeikasgasuitstoot naar nul brengen ten eerste. Ook kunnen er positieve effecten zijn: in een warmer Siberisch klimaat kunnen nieuwe planten groeien, die een deel van de CO2 weer kunnen opnemen. Maar hoeveel is nog erg onzeker.
Verder wordt het nogal spannend hoeveel koolstof verandert in CO2 en hoeveel in methaan. Dooi van bevroren grond kan geleidelijk gaan, waarbij de bovenste laag als eerste dooit. Maar dooi kan ook abrupt en onvoorspelbaar inzetten. In de bevroren grond zit ijs verborgen. Wanneer dat ijs smelt zakt de grond in waardoor diepere lagen sneller worden blootgesteld aan de luchttemperatuur. Die ingezakte grond wordt gevuld met smeltwater, regen en sneeuw. Dergelijke natte omstandigheden zorgen voor de uitstoot van het veel sterkere methaan.
Ook talloze oude virussen en bacteriën schuilen in het permafrost, waaronder de Spaanse Griep en de Pest, maar ook prehistorische ziektes waartegen de moderne mens geen weerstand heeft opgebouwd.
In 2016 was er een uitbraak van miltvuur in Siberië, waarbij een 12-jarig kind overleed. De theorie is dat een 75-jaar oud besmet maar bevroren rendier-lijk ontdooide tijdens een hittegolf in de zomer van 2016 en via drinkwater de jongen besmette.
Dat het smeltende ijs op de Noord- en Zuidpool zorgt voor zeespiegelstijging is wellicht bekend. Groenland heeft genoeg ijsvolume om de zeespiegel met zeven meter te laten stijgen. West-Antarctica aan de andere kant van de wereld is goed voor vijf meter zeespiegelstijging. Het gaat dus om een mogelijke stijging van 12 meter.
De vraag is: houdt het ijs op met smelten als het opwarmen van de aarde onder controle is gebracht?
Dat zit zo: in Groenland bevindt ongeveer de helft van het smeltende ijs zich aan de bovenkant van de ijskap. Maar dat oppervlak komt door het smelten steeds lager te liggen. Als je ooit een berg hebt beklommen, weet je dat het op hogere niveaus kouder is, en dus op lagere niveaus warmer. Het omslagpunt, waarop het smelten niet meer tegen valt te houden, ontstaat wanneer het oppervlakte-ijs zo laag komt te liggen dat het blijft smelten door de warmere temperaturen op dat niveau.
Daarnaast is de sneeuwlaag op de ijskap ook nog een ding. Die beschermt de ijskap tegen opwarming en reflecteert een hoop zonlicht terug de atmosfeer in. Die sneeuwlaag smelt nu ook.
Vrijwel zeker is dat gebieden als Bangladesh, Miami en Nederland binnen enkele decennia onder water zullen verdwijnen. Nederland kan wellicht nóg hogere dijken bouwen, maar de vraag is of dat niet veel te duur wordt.
Wetenschappers achten het onwaarschijnlijk dat de volledige verdwijning van het ijs in Groenland zich deze eeuw al voltrekt. Waarschijnlijker is een tijdspanne van een paar duizend jaar. Maar: dit proces zou al in gang gezet kunnen worden bij een opwarming van 1.6 graden Celsius. Momenteel zitten we op schema voor 3 graden Celsius opwarming in 2100, als overheden daadwerkelijk uitvoeren wat ze op dit moment hebben beloofd.
Eenmaal voorbij hun tipping point zullen essentiële plekken op aarde onomkeerbaar veranderen. De gevolgen daarvan zijn weliswaar moeilijk voorspelbaar, maar in elk geval immens. Het betekent mogelijk het einde van de mensheid.
Het regenwoud van de Amazone is het grootste regenwoud ter wereld. Om te kunnen bestaan heeft een regenwoud - de naam verklapt het al - regen nodig. Warmer klimaat vermindert regenval. Bovendien komt ongeveer de helft van de regen vanuit vocht in bomen en planten van het woud zelf. Ook ontbossing zorgt dus voor minder regen. Zo blijft het woud steeds minder goed overeind.
Het Amazone-regenwoud kan maar een bepaalde hoeveelheid droogte verdragen. Eenmaal voorbij dat punt, zal het gebied veranderen in een savanne: een open graslandschap met veel minder soorten. Wanneer dat punt bereikt wordt, blijft onzeker. Klimaatwetenschappers denken dat het omslagpunt ligt bij een opwarming tussen de 3 en 4 graden Celsius.
Maar daarnaast speelt ontbossing zelf natuurlijk een rol. De Braziliaans klimaatwetenschapper Carlos Nobre denkt dat een omslagpunt plaatsvindt als 20 tot 25 procent van het regenwoud wordt ontbost. Momenteel zitten we op 17 procent, zo schat hij.
Het afsterven van het regenwoud in de Amazone heeft gevolgen voor het klimaat over de hele wereld. Maar ook het vermogen van het regenwoud om CO2 uit de lucht te halen neemt af. Het woud verandert nu al in een uitstoter van koolstof.
Onderzoek wees uit dat tussen 2000 en 2011 de hoeveelheid CO2 die het gebied jaarlijks opneemt, afnam met 30 procent ten opzichte van de twintig jaar daarvoor. Dat is meer dan twee keer de uitstoot van het hele Verenigd Koninkrijk.
Het regenwoud in de Amazone is overigens niet het enige ‘bos’ in de wereld dat dreigt te veranderen van permanente koolstofopslag naar koolstofuitstoter. Rondom de Noordpool liggen de zogenoemde boreale bossen, goed voor dertig procent van de wereldwijde bossen. Ook bij deze bossen is er een omslagpunt, waarop het afsterven van de bossen niet meer te stoppen is en de bossen veranderen in een koolstofuitstootbron.
Eerder doorliep de aarde vijf massa-extincties. Eén daarvan werd veroorzaakt door een inslaande meteoriet. Toen verdwenen de dinosauriërs op aarde. De andere vier werden mede-veroorzaakt door een snelle opwarming van de aarde, waarschijnlijk als gevolg van een snelle toename in broeikasgassen in de atmosfeer. De meest beruchte massa-extinctie was 250 miljoen jaar geleden en een theorie is dat hij werd veroorzaakt door ontsnappend methaan op Antarctica. Dat ging ten koste van 97 procent van al het leven op aarde. Momenteel gaan er sneller broeikasgassen de atmosfeer in dan tijdens de vijfde massa-extinctie. We staan volgens wetenschappers dan ook aan het begin van een zesde massa-extinctie.