Een flinke aanval op de dominantie van Facebook deze week. De Amerikaanse toezichthouder Federal Trade Commission (FTC) – vergelijkbaar met de Autoriteit Financiële Markten – klaagt het techbedrijf aan vanwege machtsmisbruik. FTC eist onder meer dat Facebook wordt opgesplitst en dat WhatsApp en Instagram van de hand worden gedaan.
De politiek moet de regie terugpakken in de slag om het internet. Daarom is het besluit van de Amerikaanse toezichthouder FTC om Facebook op te knippen een overwinning voor politiek en overheid. Want ondanks de belofte van een ‘Hooggerechtshof’ gaat Big Tech zichzelf nooit reguleren, schrijft Tom Reijner.
Al vroeg uit op een monopolie
Het zou een flinke strop betekenen voor het beursgenoteerde bedrijf. Instagram neemt bijna 50 procent van alle advertentie-inkomsten van Facebook voor zijn rekening, schat onderzoeksbureau eMarketer. Zo bezien is die 1 miljard die Zuckerberg in 2012 betaalde voor de foto-app een schijntje.
Saillant detail in de aanklacht zijn Zuckerbergs interne e-mails. De CEO appt en mailt wat af met zijn collega’s. Dat is een goudmijntje voor zijn latere biograaf, maar ook bewijslast voor rechters en toezichthouders. Je krijgt een inkijkje in zijn intenties die korte metten maken met het idee dat het allemaal zo onschuldig begon. Geen social network van nerds maar een bikkelharde onderneming die al vroeg uit is op een monopolie.
Zuckerberg mailde in 2008 – het jaar waarin Facebook explosief groeide - over andere opkomende start-ups: ‘Laten we ze opkopen in plaats van met hen te concurreren.’ Hij zag apps als Instagram en WhatsApp als een bedreiging.
Ter verdediging van Facebook: diezelfde FTC die nu zo fel van leer trekt, zag jarenlang alle overnames door de vingers. Zuckerberg investeerde flink in Instagram en WhatsApp. Als de opsplitsing erdoor heen komt, ziet hij dit verdienmodel als sneeuw voor de zon verdwijnen.
'Zuckerberg zag Instagram en WhatsApp als een bedreiging'
Overwinning van de politiek
Je kan, met enig cynisme, zeggen: had het maar eerder gedaan. Waarom zo laat? Maar de actie van de Amerikaanse toezichthouder is een overwinning voor het publieke domein en al die mensen die al heel lang aan de bel trekken. En een klap in het gezicht van Big Tech. Want als we echt iets willen doen aan de verspreiding van misinformatie, nepnieuws en dataroof zullen we moeten reguleren en het monopolie opbreken. De GDPR – de Europese wet voor databescherming – en de Nederlandse equivalent AVG zijn stappen in de juiste richting – al blijft de echte handhaving nog achterwege.
En er staat meer actie op stapel. De Europese Commissie werkt aan een wet die onlineplatforms die ‘systeemrelevant’ zijn geworden, aan banden moet leggen. Als ze zich met oneerlijke praktijken inlaten, worden ze gestraft. ‘Net zoals op onze wegen bestuurders straffen kunnen krijgen, zal de Digital Markets Act voorzien in krachtige, evenredige en geleidelijk oplopende, maar toch afschrikkende sancties bij overtredingen, schreef Eurocommissaris Margrethe Vestager deze week in een opiniestuk. Boodschap: de EU is de baas op eigen territorium, niet de techbedrijven.
Naïef geloof in zelfregulering
Te lang is in politieke kringen geloofd dat de techreuzen zichzelf wel zouden reguleren, maar Facebook, Google en Amazon gaan zichzelf niet beteugelen. Daar hebben ze namelijk geen enkel belang bij. In dat licht is Facebook’s ‘Hooggerechtshof’ niets meer dan een wassen neus. Het Oversight Board, zoals de instantie officieel heet, bepaalt welke content mag worden geplaatst en welke niet. Gebruikers die het niet eens zijn met Facebook’s moderatoren kunnen zich wenden tot de twintig ‘rechters’. Zij komen vervolgens met een finaal oordeel. In theorie hebben ze de macht om de Facebook-top terecht te wijzen.
Erg slagvaardig is Facebook’s Hooggerechtshof niet
Erg slagvaardig is het Hooggerechtshof vooralsnog niet. De commissie, die zegt onafhankelijk te zijn, zou begin dit jaar al moeten zijn begonnen. En de eerste zes zaken – uit alle twintigduizend zaken die sinds oktober binnenkwamen - werden pas ná de Amerikaanse presidentsverkiezingen opgepakt. Volgens de commissie kunnen niet alle kwesties worden opgepakt, alleen als ze impact hebben op het publieke debat. Maar dat kun je van de zes geselecteerde zaken niet zeggen. Zo kijkt de raad bijvoorbeeld naar het verwijderen van afbeeldingen van borsten bij een bericht over borstkanker en een quote van nazi-minister Joseph Goebbels.
Facebook heeft wetenschappers, mensenrechtenactivisten en oud-politici aangetrokken die de hele operatie van legitimatie moeten voorzien. De oud-premier van Denemarken is co-chair bijvoorbeeld, onder auspiciën van de Britse ex-premier Nick Clegg, hoofd communicatie bij Facebook.
Daarin schuilt een groot probleem en een uitdaging voor de toekomst: dat Zuckerberg het publieke domein uit elkaar probeert te spelen. Terwijl je aan de ene kant politici als Vestager en Paul Tang (Europarlementariër, PvdA) hebt, zijn er aan de andere kant politici met een jarenlange staat van dienst die zich voor het karretje van Big Tech laten spannen. In het publieke belang zouden zij juist samen moeten optrekken. Desinformatie, nepnieuws en slechte algoritmes zijn immers een directe bedreiging voor hún en onze democratie.