Ze moet nog even bijkomen. De stakingen in Frankrijk verhinderden een rustige treinreis terug, en dus moest Laurie van der Burg (29), onderzoeker bij Milieudefensie, tegen wil en dank het vliegtuig terug naar Nederland pakken.
Elf dagen lang bezocht ze evenementen, talks en overleggen op de vijfentwintigste Conference of the Parties (COP25), de jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties, waar 197 landen het eens proberen te worden over hoe de wereldwijde energietransitie eruit moet gaan zien.
Tot nu toe lopen landen dramatisch achter om de doelstelling van maximaal anderhalve graad opwarming te halen. Er staat dus nogal wat op het spel. Maar volgens Van der Burg ontbreekt het gevoel van urgentie binnen de onderhandelingsmuren volledig.
'Er wordt vooral gesproken over de technische invulling van het Parijs-akkoord. Niet over het verhogen van de ambitie, of meer maatregelen om de klimaatcrisis te stoppen. Dat staat volgend jaar pas op de agenda, op de klimaattop in Glasgow. Vreemd natuurlijk, want als we onder die anderhalve graad willen blijven, moeten we ieder jaar drastisch uitstoot gaan reduceren. Landen doen nu nog maar eenvijfde van wat nodig is. Het is problematisch als dat niet bovenaan de agenda staat.'