‘Het surveillancekapitalisme zat de afgelopen twintig jaar op rozen’, zegt hoogleraar Shoshana Zuboff in de uitzending ‘De grote dataroof’. ‘Twintig jaar lang werd grote techbedrijven geen strobreed in de weggelegd.’
Die techbedrijven uit Silicon Valley lappen namelijk al jarenlang elk recht op privacy aan hun laars, werken polarisering in de hand, en maken burgers verslaafd met geniepige algoritmes en ontwerptrucjes.
Hoe kunnen we het internet weer van ons, de burgers, maken? En hoe ziet zo’n wereld met een eerlijk internet er dan ook alweer uit? Is het überhaupt mogelijk om te concurreren met de kapitaalkrachtige tech-reuzen?
Die vragen leggen we voor aan Marleen Stikker, directeur van onderzoeksinstituut Waag. In haar nieuwe boek ‘Het internet is stuk. (Maar we kunnen het nog repareren)’ toont de internetpionier ons een weg uit de krochten van het surveillancekapitalisme.
Al sinds de opkomst van het internet in de jaren negentig houdt Stikker zich bezig met het inrichten van de digitale publieke ruimte. In 1993 richt zij het revolutionaire ‘De Digitale Stad’ op: de eerste digitale Nederlandse gemeenschap, met ‘pleinen’ voor bijvoorbeeld het onderwijs en gezondheid, een verkiezingscentrum waar burgers en politici elkaar konden ontmoeten, en een ‘postkantoor’ om je mail op te halen.
Steevast verkondigt Stikker de boodschap: maak technologie transparant.