'Help ons het draagvlak in de samenleving te versterken in plaats van verpleeghuizen door verscherpt toezicht en verwijten tot instituten van verdriet en ellende te maken', schrijft Thed van Kempen, directeur van het Hoogeveense verpleeghuis Weidesteyn aan staatssecretaris Ross van VWS, als hij na jaren stroomlijnen, maar ook afbouwen van de verzorging in zijn verpleeghuis besluit een brief te schrijven. Tegenlicht volgt de manmoedige pogingen van een burgemeester in oorlogstijd om zijn verpleeghuis op verantwoorde wijze draaiende te houden.
Tegenlicht
Normen en bejaarden
Tegenlicht volgt de manmoedige pogingen van een burgemeester in oorlogstijd om zijn verpleeghuis op verantwoorde wijze draaiende te houden.
Publiciteit in kranten en op TV hebben de zaak geen goed gedaan: het beeld van verpleeghuizen is dat van de bovengenoemde instituten van verdriet en ellende geworden, het is de schuld van de managers, iedereen heeft genoeg van doorligwonden en volle luiers, en het regerende deel van de politiek blijft zeggen dat de problemen niet structureel zijn, en dat meer geld de oplossing niet is. Van Kempen legt uit hoe de spoeling ieder jaar dunner is geworden, dat uit alles blijkt dat managers het helemaal niet slecht doen, en dat hij ieder jaar de bezuinigingen weer als een uitdaging aan zijn personeel moet verkopen omdat anders de hele tent bij de pakken neer gaat zitten. En hij laat ook zien waarom het nog steeds niet gillend misgaat: personeel is ondanks alles gemotiveerd, en een groot deel van de zorg is overgenomen door vrijwilligers.
Maar dat neemt niet weg dat Van Kempen zich, met zijn collega's, in de steek gelaten voelt door de politiek en daar ook helemaal niets meer van verwacht. En dus houden ze de kiezen op elkaar, snijden nu eens hier en dan eens daar, gaan in zee met lager opgeleid en dus goedkoper personeel, soebatten met het zorgkantoor over het budget en delen schouderklopjes aan de vrijwilligers uit in de hoop dat ze niet weglopen.
De overheid heeft gekozen voor de meest magere zorg die maar mogelijk is, en de samenleving gaat ermee akkoord. Dat is het makkelijke deel van de boodschap. Het moeilijke deel van de boodschap is dat een overheid die oude zieke mensen als kostenpost beschouwt, niet kan inzien dat meer geld tot een beter resultaat leidt. Betrokkenheid, beroepstrots en veerkracht maken dat het allemaal nog nèt goed gaat.
Bij de brief stuurt van Kempen gefilmde ontmoetingen mee van zijn bewoners zodat tussen de alinea's duidelijk blijft waar het ook alweer om te doen is: terechte zorg voor mensen die waardevol waren en het ook nu nog zijn. Oude mensen bij wie het licht nog niet gedoofd is: vrolijk, wijs, ontroerend, doorleefd. Het zijn, in alle eenvoud, de momenten die laten zien waar Van Kempen en zijn mensen het voor doen en waarmee hij een beroep doet op de beschaving van de Haagse bestuurders.
Regie: Eugene Paashuis
Research: Hanneke Bouwsema
Productie: Karin Spiegel/Madeleine Somer
Eindredactie: Doke Romeijn/Frank Wiering