Een filosoof begint zo’n goed gesprek met zijn overvallers dat ze spontaan geld teruggeven. Een man besluit zaaddonor te worden om dichter bij zijn vader te komen, die hij nooit heeft gekend omdat het een anonieme zaaddonor was. De jeugd op een gereformeerd college wordt zo streng in de gaten gehouden dat er eigenlijk maar een plek is waar ze uit de band kunnen springen: op de bus van en naar school.
In dertig afleveringen volgen de makers steeds verschillende mensen in de meest pijnlijke, bijzondere en bizarre periodes uit hun leven. Hoewel de verhalen klinken als ontspoorde sprookjes of een tragikomische film, is niets gespeeld of verzonnen.