OVT / Spoor Terug
De Twaalf Provinciën 8: Noord-Brabant
Achtste aflevering van de twaalfdelige zomerserie de Twaalf Provinciën, over de geschiedenis van Noord-Brabant gemaakt door Jacqueline Maris en Gerard Leenders.
Aan de vooravond van de aanstaande regionale herindeling van Nederland onderzoekt de OVT-redactie hoe het is gesteld met het historisch besef per provincie. Er is een vragenlijst opgestuurd naar de provincies en aan de hand van de antwoorden zal een klassement worden opgesteld.
De winnende provincie - met het grootste historisch besef dus - krijgt op 19 september a.s. de OVT-trofee uitgereikt. In de studio wordt gepraat over het onderzoek en over diverse onderwerpen die te maken hebben met de provincie.
Dit keer wordt gesproken met mevr. A. v.d. Veen, voormalig provinciaal historicus, en met dhr. J. van Oudheusden, huidig provinciaal historicus.
Het interview wordt afgewisseld met diverse reportages:
10:08 Mevrouw Quinten zingt het dorpslied van Liempde.
10.11 In de uitzending wordt een volkslied gezongen. Er is geen officieel lied, het lijkt wel of ieder Brabants gehucht een loflied op zichzelf heeft.
Afdeling voorlichting van de provincie weet het niet precies. Omroep Brabant houdt het op het in 1947 verschenen Hartog Jan van Brabant. Twee priesters schreven het ter opluistering van een avond van Brabantia Nostra, een Brabants Herengenootschap.
10.25 Gesprek met dhr. Gerard Trienekens van de universiteit van Utrecht over het Meierij-projekt, waar hij al jaren mee bezig is. Eenzelfde onderzoek is tegelijkertijd in Groningen uitgevoerd, met een aantal voorbeeldgemeenten.
Zo willen de onderzoekers proberen het leven van de gewone man in de periode 1770-1914 in beeld te brengen.
Onlangs verscheen het eerste boek naar aanleiding van het onderzoek:
Een pront wijf, een mager paard en een zoon op het seminarie. Met als ondertitel: aanzetten tot een integrale geschiedenis van oostelijk Noord-Brabant.
10.42 Fragment van een gesprek, eerder uitgezonden op 14 februari 1989, uit een programma van Jacqueline Maris en Kiki Amsberg, over de VKAJ (Vrouwelijke Katholieke Arbeiders Jeugd). Leider van de VKAJ was de Vlaamse priester Cardijn.
In het fragment: Riet van Gils, die op haar 15e in de handschoenenfabriek in haar geboorteplaats Oosterhout ging werken. Toen zij tegen de slechte arbeidsomstandigheden in opstand kwam werd zij bij de rector Maas van de VKAJ op het matje geroepen.
10:47 Een portret gemaakt door Jacqueline Maris in 1986 over het veendorp Griendtsveen, in de vorige eeuw gesticht door de familie Van Der Griendt. Het dorp bleef tot na de 2e WO particulier bezit. De veenarbeiders woonden in kleine huisjes, terwijl de baas en zijn gezin in villa Spagnum woonde, een Zwitsers reuzenchalet van vier verdiepingen.
11:08 In Noord-Brabant heeft historisch besef veel met geloof te maken. Het is de vraag of pastoor Binck zoveel moeite had gedaan om het Alphense pestkerkhof te bewaren als de twee priesters niet waren omgekomen aan de pest!
11.22 Gesprek door Jacqueline Maris met Janus Quinten, 81-jarige boer is geboren en getogen in Liempde. Hij woont nog in de boerderij waar zijn voorvaderen 200 jaar geleden begonnen te boeren. Jacqueline Maris praat met hem over het verschil tussen vroeger en nu.
11:34 Reportage over de Tempel van Empel, in 1986 gevonden door amateurarcheoloog Jan van Bergen. Pas in 1989 is men begonnen met de 1e officiële opgraving, die leidde tot een van de grootste archeologische vondsten van Nederland. Veel van de stukken zij in particulier bezit gebleven van Jan van Bergen. April 1994 wordt er een tentoonstelling ingericht. Romeinen langs de Maas. Stadsarcheoloog Eddie Nijhof laat aan Jacqueline Maris een paar van de mooiste vondsten van de stadsarcheologische dienst zien.
11:49 Item over archeologie en subsidie. Breda, Eindhoven en Helmond hebben stadsarcheologen. Waarom Bergen op Zoom niet, waar al dertig jaar lang de amateurs van In Den Scherminkel de strijd aanbinden met projectontwikkelaars en gemeente. De archeologen krijgen dit jaar voor het eerst een subsidie van 10.000 gulden.
Ook hebben zij moeite met het opslaan van hun vondsten, bij gebrek aan goede ruimten namen de leden de vondsten mee naar huis. Sinds kort mogen ze gebruik maken van de kelders van Museum de Markiezenhof.
11.59 Liedje "Mijn Brabant" door Ad de Laat.
Uitgebreidere documentatie aanwezig in VPRO archief