Spoor terug: De Gedroomde Eeuw 17: Het Kruis Geplant
Fragment OVT 25 april 1999 uur 2 (40 min.)
Inleidende teksten:
Tekst 1
Geen land is zo rijk gezegend geweest met missionarissen als het voormalige Nederlands-Indië. Al aan het begin van deze eeuw wordt de verspreiding van het katholieke geloof op grote schaal aangepakt. Honderden paters, fraters en zusters zwermen uit over de immense Archipel. Elke orde van religieuzen krijgt een specifiek werkterrein aangewezen. De bisdommen worden ingedeeld, parochies en Staatsies worden gesticht. Vele missionarissen verrichten hun normale werkzaamheden, zoals het lezen van missen, en het toedienen van de sacramenten. Maar de meesten van hen die vol idealen naar de Oost varen, zijn opgeleid om de les te geven en de gezondheidszorg te verbeteren. Het feitelijke bekeringswerk raakt door de confrontatie met de bevolking meer en meer op de achtergrond.
Zuster Xaveria Thorborg zit in een beige habijt met bruine sluier voor ons in het missiehuis van de zusters Franciscanessen van het Heilig Hart; Het duurt even tot het tot ons doordringt dat deze 94-negentigjarige vrouw in de vorige eeuw is geboren. Als meisje van zestien heeft ze een onstuitbare drang naar avontuur. Als ze achttien is, de eerste Wereldoorlog is dan net uitgebroken, gaat ze zich melden bij de Franciscanessen van het Heilig Hart. Haar ouders zijn niet zo ingenomen met de innerlijke drang van hun dochter, want ze zijn bang dat ze haar nooit meer terug zullen zien. In de heidense binnenlanden van Indië dreigen ongetwijfeld vele gevaren.
Tekst 2
Om te kunnen intreden moet Zuster Xaveria eerst een uitzet bij elkaar sparen, wat heel wat moeite kost omdat het immers oorlog is. Het klooster telt dan nog maar tien zusters, ze doen alles zelf en ze zijn straatarm. Zuster Xaveria krijgt een opleiding als verpleegster. Als de grote reis eindelijk begint is het 1928, ze gaat per trein naar Italië, dan met de boot naar de Oost.
Tekst 3
De eindbestemming is Sintang op Midden-Borneo. Daar zal zuster Xaveria als verpleegster te werk gesteld worden, en ze hoopt door haar levenshouding de mensen tot het katholicisme te brengen. De omstandigheden zijn in het begin uiterst primitief.
Tekst 4
Als in maart 1942 de Japanners bijna geheel Nederlands Indië veroveren, is de jezuïet pater Brantjes op Java werkzaam. Hij is in 1937 naar Batavia gekomen om Franse les te geven aan een middelbare school, die voornamelijk door Hollandse kinderen wordt bezocht. Door de komst van de Japanners worden zijn lessen wreed verstoord.
Tekst 5
Alle Nederlanders worden tijdens de Japanse bezetting geïnterneerd. Zo ook de missionarissen, die niet kunnen rekenen op een aparte behandeling. Na de capitulatie van Japan in augustus 1945 komt iedereen weer vrij, en kan het missiewerk gecontinueerd worden. Zuster Xaveria:
Tekst 6
In 1945 heeft maken de Indonesiërs gebruik van de zwakke Nederlandse positie en roepen de onafhankelijke staat van Indonesië uit. Onze regering is echter nog niet bereid de republiek te erkennen. Er ontstaat een harde guerrillastrijd tegen het Nederlands bezettingsleger en het KNIL, die vier jaar zal duren. De politieke situatie wordt uiterst verwarrend. Voor iedere blanke, of hij nu priester is of niet, kan de guerrilla een levensbedreiging vormen. Dat ondervindt Pater Ammerlaan, behorende tot de Orde der Karmelieten en werkzaam als leraar filosofie op een grootseminarie in Malang op Oost-Java.
Tekst 7
Frater Wim Janssens vertrekt in 1947 naar Indonesië waar hij dertig jaar zal blijven. Een frater, zo legt hij uit, heeft ook een gelofte van het celibaat afgelegd, hij is alleen niet tot priester gewijd. Ook fraters kennen een roeping. Zijn reisdoel is Menado op Noord-Celebes waar hij hoofd van een lagere school en mulo wordt. Daarnaast geeft hij een medische opleiding aan verplegers en verpleegsters, die kraamklinieken zullen opzetten in het land. Als hij aankomt in Menado is alles platgebombardeerd.
Tekst 8, 9 en 10 ontbreken.
Tekst 11:
Aan het eind van de vijftiger jaren worden steeds meer Nederlanders het land uitgezet. Ook de missie wordt het werk door de overheid bemoeilijkt. Hun activiteiten moeten overgenomen worden door Indonesische missionarissen, het onderwijs mag uitsluitend gegeven worden in het Bahassa. Veel Nederlandse missionarissen nemen daarom de Indonesische nationaliteit aan. Gedwongen door ouderdom of ten gevolge van ziekten keren ze tenslotte terug naar Nederland.
Talloze missionarissen slijten talloze missionarissen hun laatste dagen in het klooster vanwaar ze eens uitzwermden. Over hun belevenissen in de Indonesische Archipel, in Afrika, China of Zuid-Amerika zijn ze allang uitgepraat met elkaar. Met weemoed denkt Zr. Xaveria, inmiddels 94 jaar, terug aan haar afscheid van Indonesië.
1