Transcript aflevering 6: Puzzelstukjes

Synopsis afl. 6

Op Berkenbosch koesterde Mina een innige vriendschap met de tuindersvrouw van een landgoed verderop. Of was het meer dan dat? De suggestie zorgt voor consternatie bij de families Marinusse en van Lynden. Een gesprek met de zoon van de tuindersvrouw maakt veel duidelijk over de aard van hun relatie.

Maartje onderzoekt het thema homoseksualiteit in haar familiegeschiedenis en die van Mina. Hoeveel ruimte was er in het Zeeland van de jaren ‘50 en ‘60 om te ontdekken wat je voelde, wie je was? En welke invloed had dat op de generaties na Mina en Mevrouw? 

 

Aflevering 6: Puzzelstukjes

 

PROLOOG

 

Tante Eva: Maakte Mina ook deze taart? 

 

Maartje Duin: Ze maakte biscuittaart. 

 

Tante Eva: Ja, precies.

 

Tijdens het dagboekenweekend op Ter Hooge eten we jaren ‘60 taart naar Mina’s oude recepten. 

 

Albertine Duin - van Lynden, Maartje’s moeder: Wat is dit voor taart, de biscuittaart? 

 

En we lezen elkaar onze opmerkelijkste dagboekpassages voor. 

 

Tante Eva: … koffie, met melk. 

 

Aan het eind ben ik zelf aan de beurt. 

 

Maartje: In 1964 krijgt Mina een huwelijksaanzoek van haar zwager. Haar zusje die is overleden en ze hebben volgens mij 7 kinderen. En die zwager, ben ik inmiddels achter, die wilde gewoon een huishoudster. Dus die dacht: ik trouw de zus, er is nog een ongetrouwde zus.  ‘6 maart 1964…’ 

 

MUZIEK

 

DAGBOEK:

 

Mina vertelde mij haar haar perikelen met haar zwager Boone die met haar wil trouwen, maar Mina voelt geen liefde voor hem en is het niet van plan. ‘t zou voor ons ontzettend zijn, maar als zij er gelukkig door zou zijn, zou ze dit om ons niet moeten laten.

 

13 mrt. Mijn lieverd jarig. De goede Mina had mooie rode tulpen gekocht in Domburg en voor zijn bord geplaatst.

 

15 mrt. Mina ziet af van huwelijk met haar zwager.

 

Maartje: Ja, ik vond dit echt heel mooi. En ook altijd weer een beetje schrijnend. Dat ze dan dus de tulpen voor de man van haar mevrouw… dat, dat ze… een rol speelt in dat huwelijk eigenlijk, dat het echt een drietal is. Maar ik vond het ook heel mooi dat Grootmama zegt: ‘het zou om ons ontzettend zijn, maar ze zou het niet moeten laten.’ Het zou inderdaad ontzettend geweest zijn, want ze was totaal hulpeloos zonder Mina. Ja. 

 

Dan neemt mijn tante Eva het woord. 

 

Tante Eva: Mina viel niet op mannen, dus ze wilde helemaal niet trouwen. 

 

Maartje: Hoe weet je dat? 

 

Tante Eva: Dat weet ik.

 

Gelach.

 

Tante Eva: Mina is een keer gesnapt dat ze zoenend zat met, ja jij weet met wie het was. 

 

Albertine: In het bushokje. 

 

Tante Eva: In het bushokje. 

 

MUZIEK

 

Consternatie. 

 

Maartje: Is dit een bom, die wordt gedropt, of…? 

 

Het verhaal van het bushokje doet nog niet zo lang de ronde in onze familie. 

 

Tante Eva: … heb ik dat gehoord.

 

Maar de bron is onduidelijk, en van ons heeft niemand het met eigen ogen gezien. 

 

Oom Frits: Was jij daar Eva? 

 

Voor oom Frits maakt dat het niets meer dan een roddel. 

 

Oom Frits: Nou ja, ik vind, dan moet je het wel heel erg zeker weten. Er zijn sommige mensen die gewoon maar wat zeggen natuurlijk. 

 

Maartje: Maar goed, je kunt ook zomaar zeggen dat ze heteroseksueel is terwijl dat niet zo was. 

 

Oom Frits: Ja.

 

Tante Heleen: ‘t Is ook geen schande. 

 

Albertine: Dat wou ik er dus mee zeggen! 

 

Er zijn meer familieleden die hechten aan bewijzen. 

 

Oom Godert-Jan: Gaat het jullie om de dagboeken als bron? Want daar staat niks erover in. 

 

Albertine: Uiteraard niet!

 

Oom Godert-Jan: Nee, nee, maar ik bedoel…

 

En de tegenargumenten vliegen door de grote zaal. 

 

Tante Paulien: Ze is wel verloofd geweest met iemand die aan tbc is overleden. 

 

Tante Heleen: Maar ik ben ook getrouwd geweest, en ik leef ook met een vrouw samen. Dus wat dat betreft… ik geloof het heilig. 

 

Tante Paulien: Nee…

 

Het is Heleen die de discussie doet verstommen. De tante met wie ik altijd vergeleken wordt. 

 

START TITELSEQUENTIE

 

Vrouwenliefde in Zeeland, jaren ‘50 en ‘60. 

 

Sari Toussaint - Marinusse, Mina’s nichtje: Dat ze op elkaar gek waren, dat weet ik wel bijna zeker. Maar of dat nou een lesbische verhouding is, dat weet ik niet. 

 

Hoeveel ruimte was er om te ontdekken wat je voelde, wie je was?

 

Jan de la Hayze: Ik werd er totaal niet in opgevoed, ik had er geen idee van ook toen ik hier praktiseerde. 

 

Maartje: Dat het bestond? 

 

Jan: Je wist dat het bestond, en dat waren dan vieze ouwe mannetjes bij wijze van spreken, hè. 

 

Maartje: Oh…

 

En hoe werd die ruimte bepaald door kerk en klasse? 

 

Maaike Meijer: En Engelse kostscholen, die waren berucht hoor, voor dit soort dingen. 

 

Maartje: O ja? 

 

Maaike: Ja joh! 

 

Kon Grootmama meer kanten op dan Mina op dit gebied? 

 

André Dekker: Ik ben denk ik nog steeds de enige die uit de kast is in die hele omgeving. 

 

Maartje: En dan heb je het dus over begin jaren ‘90 al? 

 

André: Begin jaren ‘90 ja.

 

Ik ben Maartje Duin, en dit is ‘Mina & Mevrouw’. Aflevering 6: Puzzelstukjes.

 

Corine: Door allerlei omstandigheden kwam je er op een gegeven moment achter…

 

Tante Heleen: Van: nu durf ik het wel. En toen heb ik Corine gevraagd, van… ja…

 

Corine: Zullen we trouwen? 

 

EINDE TITELSEQUENTIE

 

Maaike: Er is een tijd geweest waarin homoseksualiteit niet was uitgedokterd. Lesbisch bestond niet, homo bestond niet, de term hetero bestond ook niet.  

 

Ik ben op bezoek bij Maaike Meijer, emeritus hoogleraar genderstudies. 

 

Maaike: Er bestond wel één huwelijk en kinderen krijgen. Maar dat was allemaal niet zo verbonden met je identiteit, je persoonlijkheid en je seksuele verlangens, dat was allemaal niet zo benoemd. En dat vrouwen innige vriendschappen konden hebben en zelfs van elkaar hielden, dat was eigenlijk vrij normaal.

 

Maartje: En wanneer veranderde dat? 

 

Maaike: Ja, dat veranderde dus aan het eind van de 19e eeuw, en het hangt natuurlijk gewoon samen met de verwetenschappelijking van de cultuur in de 19e eeuw, alles wordt geclassificeerd en bestudeerd, planten, dieren, de zucht om in te delen en normen en afwijkingen te vinden, dat strekt zich op een gegeven moment ook tot seksualiteit uit. Heel boeiend is dat. 

 

Maartje: Heel erg. 

 

Maaike: Een geschiedenis die heel veel mensen niet kennen. Omdat wij altijd onze huidige cultuur terugprojecteren naar het verleden. Dus wij denken dat meisjes verliefd worden op jongens, nee, die worden ook heel vaak verliefd op meisjes. 

 

Grootmama werd geboren in 1886. In haar meisjesdagboeken las Meijer het staartje van die 19e eeuwse norm. 

 

Maaike: De eerste liefde dat is een kostschoolliefde, een Engelse kostschool. Die waren berucht hoor, voor dit soort dingen. 

 

Maartje: O ja? 

 

Maaike: Ja joh! 

 

Ik heb het ook gelezen, in de transcripties van mijn moeder. Het viel me op dat zij deze passages tijdens het dagboekenweekend verzweeg. Terwijl ze me eerder vertelde dat ze ervan gesmuld had. 

 

MUZIEK

 

DAGBOEK:

 

Vrijdag 24 juni 1904. Ik had vandaag een heerlijke pianoles van Miss Brinkworth. (geheimschrift): Ze is een snoes! Toen ik haar vanavond goedenacht kwam zeggen, gaf ik eerst alleen maar de hand. Toen zei ze: ‘I haven’t had a kiss’ wat mij zo verrukte, dat ik haar dadelijk een dikke kus gaf. C. was haast jaloers toen ik haar dat vertelde. (einde geheimschrift)

 

Maaike: Dat is dus eigenlijk niet seksueel, het is erotisch, er wordt geknuffeld, gestreeld, maar het is ook heel emotioneel, en het kan dat zij later in haar leven toch enigszins is beïnvloed door, dat je daar als vrouw niet mee door kan gaan, en dat als je eenmaal getrouwd bent, dan is dat voorbij. 

 

3 juli 1904: (geheimschrift) Na de kerk, toen wij naar huis gingen spraken wij erover, dat wij elkaar misschien nooit weer zouden zien. Miss Brinkworth zei toen: “that she had never cared for a foreigner so much as for me”, on which I was delighted!! “At any rate we shall meet again, if it is not here then it will be above, isn’t it, Marie, you believe that now.“ 

 

EINDE MUZIEK

 

Kees Marinusse, Mina’s neefje: Inmiddels doet dus ook in mijn gezin de ronde dat tante Mientje lesbisch was. Daar ben ik heel kwaad om geworden. 

 

Ik heb Kees en Sari al een tijd niet gesproken. 

 

Kees: Hoe kom je daar nou bij?

 

Maar in hun eigen familie is het gesprek over hun tante doorgegaan. 

 

Kees: Dat zou dus wel kunnen, dat weet ik niet, maar om dat nu zomaar te poneren en dat als waar aan te nemen, dat vind ik wel heel ver gaan. 

 

Sari: Ik ook. Ik weet enkel, Bè, heette ze geloof ik, daar ze heel veel kwam. 

 

Maartje: Betje Geertse? 

 

Sari: Juist. Bè Geertse. 

 

Betje Geertse. De tuindersvrouw van landgoed Duinbeek, op een paar minuten lopen vanaf Berkenbosch. 

 

Sari: Een kwekerij geloof ik hè?

 

Met haar zou Mina in het bushokje zijn betrapt.

 

Sari: Die twee vrouwen die waren echt heel gek op mekaar. En ik als jong meisje dacht: nou, dát zijn nou ‘es…

 

Janny Marinusse, vrouw van Kees: Dikke vriendinnen. Maar vind je het interessant dan, wat zij was? 

 

MUZIEK

 

Vind ik het interessant of Mina lesbisch was, vraagt Kees’ vrouw Janny. 

 

Janny: Dat geeft toch helemaal niet? 

 

Maartje: Nee… ik denk dat voor mij de vraag is: mag zij die optie hebben? Mag zij…

 

Ik probeer de Marinusse’s uit te leggen dat ik een volledig beeld wil schetsen. 

 

Maartje: … in het verhaal, maar ook in hoe we over haar denken… 

 

Dat ik Mina recht wil doen, als vrouw van vlees en bloed. Iemand die méér was dan alleen een trouwe dienstbode en lieve tante. 

 

Maartje: Omdat er dus in uw familie ook wel ‘s over is gesproken…

 

Dankzij Sari’s dochter Rianne weet ik inmiddels ook hóe er door de jongere Marinusse’s over wordt gesproken. 

 

Rianne Toussaint, achternichtje van Mina: Zou ze misschien wel lid hadden geweest te willen te wezen te zijn van de firma Likkepotje? 

 

            Hard gelach.

 

Rianne: En dat we zeggen nou wat jammer hè, dat ze niet, goh, dat was toch zo leuk… als het dan zo was geweest, dat ze dat gewoon in alle vrijheid had kunnen omarmen. 

 

Trix Marinusse: Ja. 

 

En dus zeg ik:

 

Maartje: Ik wil in ieder geval het onderzoeken.

           

Ik lijk op de grenzen van Sari’s openhartigheid gestuit. 

 

Sari: Toen ik dat hoorde zo net, dan gaat er bij mij even… nee hè, dat moet er niet in. Tante Mientje was tante Mientje. Ik denk… ja. Net alsof ze een beetje naar beneden gaat. 

 

Kees: Ik had hetzelfde gevoel als jou.

 

Ik besluit de enige, onbevestigde, aanwijzing ter sprake te brengen. 

 

Maartje: Laat ik het zo zeggen. Er is een verhaal in Oostkapelle dat de vriendschap tussen mevrouw Geertse en Mina meer was dan vriendschap. 

 

Sari: Kijk, dan heb ik dat toch wel ervaren toen. Maar ik kon dat geen woord vinden. Ik denk misschien dat ik daar ook te jong daar nog voor was. Maar ik heb het altijd gedacht. Want die vlogen elkaar om de hals als ze mekaar… en Zeeuwen, die zijn niet zo hè… van…

 

Kees: Zo om de hals vliegerig…

 

Sari: Dus daar heb ik altijd gedacht: joh… doe je dat echt zo met een vriendin? 

 

MUZIEK

 

DAGBOEK:

 

30 september 1952. Om 10 uur kwamen Mina en Vrouw Geertse thuis, die samen vanaf Vrijdag in Hilversum gelogeerd hadden en erg hadden genoten.

 

23 september 1953: Ik had het druk, want doordat Mina het lendeschot had - spit -  bleef zij met warme kruiken in bed en werd door vrouw Geertse met Sloan balsem gewreven. 

 

5 december 1963: Mina ging de avond doorbrengen bij de familie Geertse wie ik een trommel speculaas gaf.

 

Zou Grootmama iets hebben vermoed over de relatie van Mina en Betje? Het is verleidelijk om in haar dagboeken tussen de regels door te lezen. Toch snap ik ook de bezwaren van onze beide families wel. Mina was een bescheiden vrouw, en diepgelovig. Doe ik haar recht als ik iets naar buiten breng waar zij altijd over zweeg? Maar volgens haar achternichtjes Trix en Rianne had ze het vast verteld, als iemand er maar naar gevraagd had.

 

Ik moet nog wat dichter bij Mina proberen te komen, vind ik. Ik kan me niet verlaten op een onbestemd gevoel of een gerucht.

 

Kees: Heb jij ook contact gehad met de familie Geertse? 

 

Maartje: Ik ben heel erg hard m’n best aan het doen om die op te sporen, maar het is me nog niet gelukt.

 

Kees: Want dat zou ook interessant zijn. Want die weten ook van alles te vertellen over tante Mientje.

 

Sari: Ze heeft wel tot ‘t laatst in d’r leven heeft ze contact gehad met de jongste zoon. Dat was Wim, die was naar tante Mientje genoemd. En daar... Wim was ze heel gek op. 

 

Een peetzoon. 

 

DAGBOEK:

 

18 oktober 1953:

 

Mina had een peetzoon. 

 

‘s Middags was ik even naar Vrouw Geertse en zag de baby, Wimmie

 

Zou hij nog leven? 

 

Vrouw Geertse maakt het best en is zo gelukkig. 

 

Zou hij herinneren hebben aan Mina? 

 

Ik bracht haar een zelfgemaakte trappelzak. 

 

En wat zou hij weten van de band die zijn moeder met haar had? 

 

EINDE MUZIEK

 

MUZIEK

 

Voetstappen.

 

Maartje: Kijk ‘s. U bent Wim Geertse!

 

Wim Geertse: U bent mevrouw Duin.

 

Het is gelukt. Het was een hele zoektocht. De Geertse’s blijken na hun jeugd over de hele wereld uitgezwermd. Naar Zuid Korea, Ghana, Canada… Uiteindelijk kwam ik Wim op het spoor, die in Zeeuws Vlaanderen was neergestreken. Hij sprak vol warmte over Mina en zag uit naar een ontmoeting met haar nicht.

 

Sari: Kijk, komen ze allemaal tegelijk! 

 

Maartje: Inderdaad!

 

Sari: Ik ben Sari. 

 

Marjan Geertse: Hallo, Marjan Geertse. 

 

Sari: Dat is Wim!

 

Wim: Aangenaam kennis te maken. 

 

Sari: Ja, dank je wel, jij ook hè? Leuk dat jullie even kwamen. 

 

Wim: Ja.

 

EINDE MUZIEK

 

Maartje: Wim, of Willem, wat is het? 

 

Wim: Wim, Willem. Doopnaam is Willem. Wilhelmina. Komt van Wilhelmina eigenlijk. 


Maartje: Maar wat weet u van die vernoeming, wat is u daar over verteld? 

 

Wim: Niks. Niks. Nee. Nee. 

 

Maartje: En wat wist u daarvan? 

 

Sari: Dat tante Mientje heel erg blij was. 

 

Sari lacht.

 

MUZIEK

 

Wim Geertse heeft familie-albums meegenomen. 

 

Wim: Dit is dan Duinbeek. 

 

Maartje: Dit is Duinbeek? 

 

Sari: O ja! Ik zie het. 

 

We vallen midden in een Zeeuws gezinsleven halverwege de 20e eeuw. 

 

Wim: Dat is een buitenplaats met twee tuinmanswoningen, en we konden door het bos liepen we naar Berkenbosch. Vijf, vijf tot tien minuten. 

 

Sari: Tien minuten. 

 

Wim: Ja. 

 

Sari: Want ik ging wel eens naar jullie toe met tante Mientje. Want ik vond jullie gezin altijd heel erg gezellig. 

 

Wim: Dat was het ook. 

 

Sari: Ja. 

 

Een foto van moeder bij de waslijn. Van vader als ouderling in de kerk. 

 

Sari: Wasgoed bleken op de bleek.

 

Zeven kinderen. IJspret. Strandplezier. 

 

Wim: Ja, spelletjes werden altijd gedaan. Nou, dit is dan thuis ook….

 

Sinterklaasavonden met gedichten. 

 

Wim: Ja, dit was een elektrisch orgeltje. 

 

En soms, in een hoekje, zien we Mina zitten. 

 

Maartje: Ziet u het? 

 

Wim: Was een verjaardag. Kijk en hier zit Mina ook. 

 

Sari: Volgens mij, dan genoot ze ook wel hoor. 

 

Ze zit naast Betje, die in het album wordt beschreven als leergierig. Een vrouw die koken, bloemschikken én schaken kon. 

 

Sari: Ja, zo kan ik je moeder ook heel goed nog voorstellen. 

 

EINDE MUZIEK

 

Een sociaal leven, zegt Sari, was voor een ongetrouwde dienstbode niet vanzelfsprekend. 

 

Sari: Dat kun je met deze tijd niet vergelijken. Je moest alles eigenlijk via je werk. Keukenmeisjes, of voor te strijken, er was natuurlijk van alles…

 

Maar dat gold ook voor een getrouwde tuindersvrouw, zegt Wim.

 

Wim: Haar hele doen en laten was gericht op het gezin. Ze kwam bij ons, Mina, en het was altijd heel gezellig. En ze was ook altijd gericht op anderen. Op ons. En wat ik dan nog herinner omdat ik dat gelezen heb, was het niet een vrolijke Frans, nee. Ze was wat zwaarmoedig wel. En bij ons werd ze wel een beetje vrolijk, want van allemaal jonge gasten bij ons thuis, en die allemaal gek deden en allerlei gekkigheid uithaalden, nou, dat had ze wel nodig. 

 

Voor Wim en zijn broers en zussen was ik op zoek gegaan naar dagboekfragmenten waarin hun moeder voorkwam. Het had mezelf verrast hoe vaak haar naam werd genoemd. 

 

MUZIEK 

 

Alsof ik nu pas oog kreeg voor een personage dat al die tijd al op de hoek van het toneel stond. 

 

DAGBOEK:

 

Zondag 12 oktober werd ik opgebeld door Paula of zij de volgende dag met de kindertjes kon komen voor 5 dagen. Ik zei dat ze hartelijk welkom was.  Al was ik bang dat het voor Mina wat veel zou zijn, want deze maakt het niet zo best. Mina zal nu voortaan niet meer alles wassen, maar vrouw Geertse zal de lakens, slopen en doeken wassen, Mina enkel het lijfgoed. 

 

De Geertse’s hebben de fragmenten met verwondering gelezen. 

 

Wim: Onafhankelijk van elkaar kwamen we wel tot de conclusie dat uw overgrootmoeder wel een, ja, soort romantisch, rooskleurig beeld had over het leven van Mina. Want ze had gewoon wel echt een heel zwaar leven.

 

Wim herinnert zich goed hoe het er op Berkenbosch aan toeging. 

 

Wim: Het was een centrale verwarming op kolen. Dus de kolen werden wel gebracht, waarschijnlijk werden ze door de kolenboer, met een mud kolen op zijn rug waarschijnlijk in de kelder gegooid, maar zij moest wel steeds die kolen in die kachel scheppen. Want dat is… vrij zwaar werk. Ze moest altijd eigenlijk wel beschikbaar zijn. Hè, niet voor niks nam mijn moeder dan wat wasgoed met zich mee. 

 

Maartje: Maar u zegt…

 

Wim: Terwijl ik nu denk, met m’n 21e eeuwse manier van denken, denk ik van ja, mevrouw kan toch ook helpen de lakens wassen? Ik bedoel, dat kan iedereen hè.

 

Wims moeder deed meer dan de lakens wassen. Toen Mina weer eens ziek was, in ‘56, speelde zij een cruciale rol.

 

MUZIEK

 

DAGBOEK: 

 

20 maart 1956. Om half 4 is Mina pas ingeslapen, voelde zich wel wat beter en ging met Willem mee naar het ziekenhuis. 

 

22 maart. Betje Geertse was bij Mina geweest, die morgen onderzocht wordt op nieren, wat wel vervelend zal zijn. Ik heb innig met de arme Mina te doen. 

 

18 april. Ik zorgde om kwart voor 1 bij Geertse te zijn, want Mina zou er door Willem gebracht worden. Mina straalde om naar haar vriendin te gaan, die in de mooie kamer het bed had opgemaakt en goed voor haar zal zorgen. 

 

23 april. Mina kwam om 9 uur terug. Ze belooft nu kalm aan te doen. Ik vind het een weelde haar weer te hebben. 

 

EINDE MUZIEK

 

Over de telefoon heb ik Wim niets verteld over de geruchten in onze beide families. Alleen gevraagd of hij iets over Mina’s vriendschap met zijn moeder wist. Vervolgens duurde het een tijdje voor deze afspraak bij Sari plaats kon vinden, want Zeeuws Vlaanderen is een flink eind van Rheden weg. Nu zie ik hem voorzichtig in Sari’s richting kijken. 

 

Wim: Ik weet niet of ik het te berde mag brengen, of dat iemand boos wordt of zo. 

 

Sari: Nee. 

 

Zij knikt hem bemoedigend toe. 

 

Wim: In november, vlak nadat we voor de eerste keer contact hebben gehad, was ik daar redelijk vol van. En toen hadden we een etentje in Middelburg, in eh, Oostkapelle. Nely was er, Gilles was er, André was er, we waren met z’n vieren. En ja, toen vertelde ik dat, en of ze dingen wisten. Eigenlijk onafhankelijk van mekaar vertelden ze dat er wel wat meer was tussen Mina en mijn moeder dan alleen maar een vriendin. Of een buurvrouw die regelmatig bij ons kwam. 

Want er waren dan broers of zussen die bij ons op de… de verdieping eigenlijk van het huis… had je zo’n open raam, kon je zo het pad zien dat van ons huis zo naar het bos liep en naar Berkenbosch, dat ze elkaar toch wel innig omhelsden. Vooral Mina bij mijn moeder. Dat hadden zij gezien. 

 

Maartje: Ja. Oké. Oké. Ehm… 

 

Het valt even stil in Sari’s woonkamer in Rheden. 

 

Maartje: Ja.

 

Ik kijk naar haar. Ze lijkt niet verbaasd. 

 

Sari: Heel apart hè. Da’s echt heel apart wat jij zegt. Want dat had ik al ontdekt als meisje. 

 

Wim: Oh kijk. 

 

Sari: En ik vind het eigenlijk heel prettig dat je dat zo hoort, nou, hè, van Wim. Er komen toch, vallen puzzelstukjes toch wat op mekaar hè. Ja. Ik moet ook eventjes… ja. 

 

Voetstappen.

 

Vogelgeluiden.

 

MUZIEK

 

Het is voorjaar in de Manteling van Walcheren. In het bos bloeien de narcissen. Ik loop met de hond over het pad waar Betje en Mina elkaar troffen. Puzzelstukjes, had Sari gezegd. Ik denk aan die ene uitspraak van een dokter in het dagboek, die ik niet goed plaatsen kon.

 

DAGBOEK:

 

2 febr.  1957. Mina, die met de Geertse’s naar een uitvaart geweest was, voelde zich de hele dag ellendig. ‘s Av. Dr Bom laten komen voor morele steun. Volgens hem had ze niets en was zij “verkeerd geboren”. 

 

De tuinderswoning van buitenplaats Duinbeek ligt rechts van de oprijlaan met beuken. Ik herken de wit met groene luiken uit het familiealbum van Wim. De ramen op de eerste verdieping kijken uit op het klompenhok, een eindje verder. Van daaruit slingert het paadje langs de moestuin en de houtopslag, via een hekje, door het berkenbos, naar Mina’s oude huis. 

 

Hond blaft. 

 

Maartje: Roefes, kom.

 

Geluid voetstappen op schelpenpad.

 

Ik denk aan wat de Marinusse’s zeiden over Mina’s sociale omgeving. 

 

Maartje: Waren er weleens inderdaad mensen die uit de kast kwamen in uw tijd? 

 

Sari: Nee. Dat heb ik nooit meegemaakt. Nee.

 

Kees: Helemaal niet. 

 

Maartje: In uw familie? 

 

Sari: Nee. 

 

Janny: Bij mij ook niet. 

 

Sari: Maar ook niet in het dorp Koudekerke zelf. Ik zou echt niet weten dat ik daar ooit gehoord heb…

 

Kees: Dat ze echt uit de kast zijn gekomen. 

 

Janny: Nee. Wel, wel mensen die alleen waren… 

 

Sari: Jaaa, dat wel!

 

Janny: … en dat vond je gewoon normaal. 

 

Sari: En dat je dan ook wel ‘s dacht: wat een aparte vrouw, of wat een aparte man… ja. 

 

Kees: En stel dat het dus zo was hè. Dan moet je je voorstellen hoe moeilijk leven of zulk soort mensen hebben gehad. Totaal geen acceptatie…

 

Sari: En mag het wel van mijn geloof?

 

Kees: Nou dat bedoel ik. Dat was echt zonde hè. Dus dan was je ook nog eens een keer veroordeeld tot de hel hè. 

 

Sari: Jajaja. 

 

Kees: Dus die consequentie was zo enorm. 

 

Sari: ja.

 

Kees: Je hield gewoon je mond. Dus stel dat het wel zo is… nou, dan heb ik toch wel bewondering voor hoe zij ermee om is gegaan. 

 

Sari: Is dat best moeilijk.

 

Kees: Ja. 

 

Voetstappen.

 

Het pad naar Berkenbosch is bedekt met bladeren en schelpen. Puzzelstukjes. Zoals wat Jan de la Hayze zei over zijn huisartspraktijk in die tijd. 

 

Jan: Ik herinner mij één opvallende man, dat was een man van de Gereformeerde Gemeente die bij mij kwam, en die was homoseksueel. Hij was dus naar een ouderling toegegaan geloof ik, en gezegd: ik houd van mannen, en wat moet ik daarmee? Hij zei: nou dat is heel slecht, en dan moet je je zonden belijden voor de volle kerk. Ja. Toen is ie hier weggegaan, naar Drenthe of zo, of Overijssel. Helemaal nieuw leven beginnen, waar niemand je kent. Hè. Ja. Het was voor mij eigenlijk de eerste keer dat ik er echt mee geconfronteerd werd. Op mijn studie bij psychiatrie of psychologie, geen woord erover gehoord.

 

Maartje: Homoseksualiteit werd helemaal niet behandeld? 

 

Jan: Nee. Nee, absoluut niet. Ik werd er totaal niet in opgevoed, ik had er geen idee van ook toen ik hier praktiseerde. 

 

Maartje: Dat het bestond? 

 

Jan: Je wist dat het bestond, en dat waren dan vieze oude mannetjes bij wijze van spreken hè. 

 

Maartje: Ohh….

 

Jan: Maar goed, van lesbisch zijn, had ik nog nooit van gehoord. Gek hè. 

 

Daar doemt het lichtgele Berkenbosch op, ik kan de pauwen al horen. Tussen Duinbeek en hier heb ik nog geen mens gezien. Puzzelstukjes. Zoals mijn gesprek met André Dekker. De zoon van de pachtboer van Ter Hooge, die zulke mooie herinneringen had aan de boerderij en het bos.

 

Maartje: Want wilde jij niet op een gegeven moment ook Zeeland uit? 

 

André: Ja kijk, dat wilde ik zeker op een gegeven moment. En dat heb ik ook gedaan. 

 

Ik sprak hem in zijn appartement in het Amsterdamse Bos en Lommer, waar hij woonde met zijn vriend. 

 

André: Ik ben denk ik nog steeds de enige die uit de kast is in die hele omgeving. 

 

Maartje: Ja…?

 

André: Nou, er zijn er nu wel meer, er zijn er nu wel meer. Maar in die tijd… nee, daar had je echt niet mee aan moeten komen. Het stempel is veel te groot. En het wereldje is veel te klein. 

 

Maartje: En dan heb je het dus over begin jaren ‘90 al.

 

André: Begin jaren ‘90, ja. 

 

Wat hij me toen vertelde, had ik niet verwacht. 

 

André: In die tijd, en dat was al wel toen ik mijn eerste vriendje had, dan was bijvoorbeeld je oudoom Anton en je oudtante Paula waren de eersten die ik het vertelde. 

 

Maartje: O ja?

 

André: Ja. Ja kijk, dat waren natuurlijk 1, heel erg ontwikkelde mensen, 2, ze kenden je vanaf kind, en 3, ja het waren liberaal denkende mensen waarvan ik wist dat ze anders dachten over zaken dan de familie zelf. 

 

Maartje: Dan jouw eigen familie?

 

André: Ja. 

 

Maartje: Jajaja.

 

André: Trok ik altijd naartoe met dat soort dingen. 

 

Maartje: Oh, wat, wat ontroerend…

 

André: Ja. 

 

Een landgoed als een vluchtheuvel in een beklemmende omgeving. En de adel als mensen van een ander slag, een andere kerk. Ik vind het fijn dat André Dekker het zo heeft ervaren.

 

Pauwen roepen.

 

Maar zelf heb ik zo mijn twijfels over die ruimdenkende aristocratie. 

 

Corine van Boetzelaer: Heleen, wat heb je voor lekkers gekocht?

 

Tante Heleen: Eh, eerst, heb je je koffie? 

 

Corine: Ja.

 

Tante Heleen: OK, da’s het belangrijkste. Dit is voor bij de koffie. 

 

Corine: Oh! 

 

Corine lacht.

 

Maartje: Misschien kunnen jullie ietsje dichterbij nog, dan heb ik jullie in één keer zo…

 

Tante Heleen: We zijn tenslotte getrouwd hè. 

 

Gegiechel.

 

Ik zit in de tuin bij mijn tante Heleen barones van Lynden, mijn moeders oudste zus. 

 

Maartje: Hoge Raad van Adel…

 

Ze zit naast haar vrouw, Corine barones van Boetzelaer. Volgens mij zijn ze een beetje zenuwachtig. Dit is dan ook niet iets waar je dagelijks over wordt geïnterviewd. 

 

Maartje: Wanneer zijn jullie ook alweer getrouwd? 

 

Tante Heleen: 11 mei 2023.

 

Corine: ‘22.

 

Tante Heleen: ‘22. 

 

Binnenkort staan mijn tantes als eerste vrouwenechtpaar in het Rode Boekje - ook wel het  ‘Nederlands Adelsboek’, een genealogisch naslagwerk. 

 

Tante Heleen: Maar het ging erom dat het ook nog eens twee adellijke dames waren die samen trouwden. Dat was wel nummer één. 

 

Corine: En hoe gaat dat in dat boekje..? Want het boekje…

 

Ik heb het gecheckt bij de Hoge Raad van Adel: mijn tantes worden gewoon als twee getrouwde baronessen vermeld. Maar als zij kinderen hadden gekregen, zouden die niet hun titel erven. Want adeldom wordt alleen doorgegeven via de mannelijke lijn. Zo was het en zo blijft het. Dat heet een ‘historisch instituut’. 

 

Maartje: Waarom wilden jullie eigenlijk trouwen? 

 

Corine: Ja, dat moet jij zeggen, jij hebt het gevraagd.

 

Gegiechel.

 

Tante Heleen: Nee, gewoon om een soort van bevestiging, een statement. Eh… voor onszelf…

 

Corine: Door allerlei omstandigheden kwam je er op een gegeven moment achter…

 

Tante Heleen: Van: nu durf ik het wel. Nou ben ik 70, hoe oud was ik, 71, en toen heb ik Corine gevraagd van: het wordt wel ‘s een keer tijd? Ja. Ja. 

 

Corine: ‘Zullen we trouwen?’ Ik ben nooit zo geweest van twee vrouwen met elkaar trouwen, dat… ja, waarom? Maar ja, als jij dat gezellig vindt, ja, ik hou van jou, dus ja, ik vind ‘t goed. 

 

MUZIEK

 

In het dagboekenteam hebben mijn tantes zich ontpopt als de productiefste transcribenten. Ook zij lazen gefascineerd hoe Grootmama over haar kostschooljaren schreef. 

 

Corine: Jaaa, daar was wel wat aan de hand! Dat denk ik wel, dat denk ik wel! 

 

Maar ook over Grootpapa’s broer Anton, die op Ter Hooge logeerde met zijn Indonesische bediende. 

 

Tante Heleen: En toen dacht ik van goh, die Bakrah, of hoe heet ie, nee dat is niet een bakra…

 

Maartje: Barkah.

 

Tante Heleen: Ja Barkah. Ik kreeg toch wel de indruk dat dat toch wel een heel dierbaar vriendje van ‘m was. 

 

Over oom Piet, die in de jaren ‘60 ‘wegens ziekte’ naar Griekenland afreisde, en altijd blakend van gezondheid terugkwam van zo’n trip. 

 

Tante Heleen: Dat Grootmama dan wel schrijft: ‘Ik ben toch zo innig blij dat Henriette en Piet zo gelukkig zijn samen.’ 

 

Corine: Want zij wist heel goed: ze sliepen apart. 

 

Tante Heleen: Ze sliepen apart…

 

Corine: Ze keek ervan weg. 

 

Toen Heleen las hoe Grootmama schreef over háár als jong meisje, schrok ze. Tijdens het dagboekenweekend deelde ze dat met de groep. 

 

Tante Heleen: Opstandig, vinnig, onopgevoed…  brutaal, nou ja, noem maar op. 

 

Maartje: Dat was dus ook niet altijd makkelijk voor jou? 

 

Tante Heleen: Nee, nee, helemaal niet. Nee, ik heb zelfs gezegd: die transcribeer ik niet meer. Want daar word ik akelig van. Ik word er gewoon akelig van. Je vindt al je kleinkinderen toch even lief? 

 

EINDE MUZIEK

 

MUZIEK

 

Heleen was een stoer meisje, dat hield van voetballen en houtjes hakken. Een mooi meisje ook, en, volgens Grootmama in 1972, een ‘beelderige bruid’. Typisch, vindt Heleen.

 

Tante Heleen: Toen ik eenmaal met die man thuis kwam, toen begon ze ook aardiger over mij te schrijven. 

 

Pas jaren na haar dood ontdekte Heleen dat zij ook verliefd kon worden op vrouwen. 

 

Tante Heleen: Toen ik 40, 42 was of zo. 

 

Lesbisch vindt zij een ‘klotewoord’.

 

Tante Heleen: En dat hebben een héleboel lesbische vrouwen, hoor. 

 

Maartje: Van jouw leeftijd? 

 

Tante Heleen: Ja, denk ik ja. 

 

Corine: Nou ja die spreken we. 

 

Zij plaatst zichzelf ergens in het midden op de schaal tussen homo en hetero. Maar:

 

Tante Heleen: Ik vind het leven met een vrouw veel makkelijker. Je begrijpt mekaar, ja, je bent meer 'equal' zeg maar.

 

Corine was 37 toen zij uit de kast kwam. 

 

Corine: Ja, 2000, het jaar januari 2000. 

 

Pas toen viel het zwijgen haar te zwaar. 

 

Corine: Ik zie mij nog, dan was het Kerst en dan zat je met Kerst aan tafel, en dan gingen we het over homo’s hebben. ‘Nou, aan mijn lijf geen polo…’, ‘ik moet er niet…’ ‘gatverdamme’, dus zo ging dat aan tafel. Toen was ik 23. 21, weet ik veel. En 37, ben je wel 15 jaar verder. Echt het is…

 

Tante Heleen: Ja. En het is eerlijk gezegd, het is nog steeds… je voelt je nog steeds anders. 

 

Corine: Ja. 

 

Tante Heleen: We worden niet vaak te eten gevraagd door een man en een vrouw. Ja, mijn beste vriendin, daar wel, omdat die toevallig een man heeft die daar totaal geen probleem mee heeft en die net zo leuk een gesprek met een vrouw kan voeren als met een man kan voeren. Maar het zijn uitzonderingen. In dit hele dorp… ja, Oké.

 

Corine: Het is, het is moeilijk. Het blijft altijd een worsteling. 

 

EINDE MUZIEK

 

Luisterend naar mijn tantes besef ik hoezeer dit soort verhalen in onze familiecanon ontbreken. En hoe fijn ik het had gevonden als ze daar wel toe hadden behoord. Ook ik was een stoer meisje, en ik wist lang niet wat ik met de liefde aan moest. En ook mijn verhaal zie ik niet in een stamboom of familiealbum terug.

 

Maartje: Nee, maar dat is gewoon zo. En dat ik in die zoektocht dacht: oh maar kennelijk lukt het niet met mij en rechtenstudenten met een stropdas, zoals mijn vader altijd zei. 

 

Tante Heleen: Ja. Ja. 

 

Corine: Nee, dat begrijp ik. 

 

Maartje: En dat ik dacht: misschien moet ik dan met een vrouw… oh, oh… en ik had een heel lieve vriendin en die was lesbisch, en oh, misschien is dit dan mijn weg, want het lukt mij kennelijk niet om die gendernormen, hè, daar gaat het dan natuurlijk om, om die naar mijn eigen hand te zetten. En dat is dus pas op mijn 37e gelukt, want toen kwam ik Reinoud pas tegen. Dat ik kon zeggen: oh, het is niet erg als je als vrouw dominant bent, of jij bent de ambitieuze en je man niet, je man is de zorgzame, je man doet het huishouden, hè…

 

MUZIEK

 

Destijds besloot ik voor mezelf dat ik heteroseksueel was. En in mijn hoofd sloot ik de weg naar vrouwenliefde af. Maar Heleen keek met andere ogen naar haar oudste nichtje.

 

Tante Heleen: Jij kon voor mij alle kanten op. Maar zat wat dat betreft ook een beetje net zoals ik, in die schaal, denk ik. 

 

Zij vond me tof, zegt ze - wat me raakt, want in die tijd voelde ik me voornamelijk eenzaam. En ik zocht naar rolmodellen om te begrijpen wie ik was. 

 

Tante Heleen: Ja, ik dacht van: het interesseert je allemaal niks en jij gaat gewoon je eigen leven leiden en je komt misschien wel eens een keer iemand tegen, nou, een vrouw of een man, en in dit geval is het een man en daar was ik heel blij om, want ik dacht, dat is tenminste makkelijker. 

 

EINDE MUZIEK

 

Vogelgeluiden.

 

Zijn we afgedwaald? 

 

Maartje: Even kijken hoor… eh…

 

Ik pak het fotoalbum erbij dat Wim Geertse me heeft meegegeven. Ik wil mijn tantes een foto van Mina laten zien. 

 

Tante Heleen: Ja nee absoluut, ja. 

 

Corine: En dit is vrouw Geertse? 

 

Maartje: Ja. 

 

Tante Heleen: O, ja. 

 

Maartje: Mina staat op bijna alle foto’s die we van haar hebben met een heel serieus gezicht. 

 

Corine: O ja? Maar hier niet. 

 

Maartje: Hier straalt ze. 

 

Tante Heleen: Ja, inderdaad. Jeetje. 

 

Maartje: En haar vriendin ook. 

 

Tante Heleen: Ja. 

 

Mina en Betje staan gearmd op een grindpad voor de rhododendrons. Begin jaren ‘60 zal het zijn. In diezelfde periode herkende mijn tante haar eerste verliefdheden niet.

 

Tante Heleen: Omdat je niet weet dat dat ook kan voorkomen met vrouwen onderling. 

 

MUZIEK 

 

Tante Heleen: En ik denk dat het bij Mina net zoiets was.

 

Puzzelstukjes. Mijn hond en ik zijn bij de rhododendrons van Berkenbosch aangekomen. Ik kijk op mijn stopwatch: ik ben nog geen vijf minuten onderweg. Dit strookje ruimte en tijd stond Mina en Betje in de jaren ‘50 en ‘60 ter beschikking. Op dit paadje konden zij ontdekken wat zij voelden voor elkaar. Of het vriendschap was, verliefdheid, of iets waarvoor zij nog geen woorden hadden. Maar terwijl zij zich onbespied waanden, zagen Betje’s kinderen vanuit het open raam hun innige omhelzing.

 

Wim: Vooral Mina bij mijn moeder. 

 

… had Wim eraan toegevoegd.

 

Wim: En m’n moeder, ze liet zich dat begaan, en… misschien had zij die gevoelens wel niet denk ik… 

 

Aan het eind van ons gesprek kwam ik op die observatie terug.  

 

Maartje: Waarom werd er geconcludeerd dat Mina lesbisch was en uw moeder niet? 

 

Wim: Ehhhh… ja, ze konden zich dat niet voorstellen denk ik. Omdat zij dan toch het gezin had en mijn vader, en zij waren toch wel gek op elkaar. 

 

Maartje: Maar ik kan me toch ook niet voorstellen dat er echt een optie was voor uw moeder om te scheiden of een relatie aan te knopen? 

 

Wim: Nee. Nee, nee. Dat is niet ooit in haar hoofd opgekomen, nee. Dus het kan zijn dat mijn moeder daar ook gevoelens bij had, bij Mina. 

 

Maartje: Goh. 

 

Sari lacht.

 

MUZIEK

 

Volgende keer in Mina & Mevrouw:

 

Oom Frits: Het woord feminisme: geen idee, geen idee. 

 

Maartje: En Mina? 

 

Oom Frits: Mina was ook geen dolle Mina. 

 

Oom Frits lacht.

 

Maartje: Want in de jaren ‘60 had je natuurlijk ook de vakbonden, en de beweging die voor een 40-urige…

 

Leintje van den Brink: Ja, daar houd ik helemaal niet van. 

 

Maartje: Daar houdt u niet van?

 

Leintje: Nee, nee hoor. 

 

Sari: Ik had véél meer, ja, m’n stem moeten laten horen!

 

Maaike: Nou ja, je moest natuurlijk een goede reden hebben om feminist te worden. Maar misschien had je moeder dat eigenlijk niet. 

 

Maartje: Maar hoe komt het dan, dat je nu daar meer oog voor hebt? 

 

Albertine: Wat, van dat feminis… van dat seksisme?  Ja, door jou natuurlijk! Ja! Dat leer ik!

 

Mina & Mevrouw is een Prospektor / VPRO productie voor OVT en NPO Radio 1 met muziek van Rory Ronde en Eva van Manen en sound design van Wederik de Backer. Stem van Marietje van Lyncen: Machtella Hekkema. Creatief producent Eefje Blankevoort, uitvoerend producent Laura Verduijn en Vera Bachrach. Dagboektranscripties familie van Lynden, research- en montage assistent Lotteke Boogert. Grafisch ontwerp Marieke van der Perk, eindredactie OVT Katinka Baehr. 

 

Partners het Zeeuws Archief en Theaterproductiehuis Zeeland, met speciale dank aan Silvie Dees. Deze podcast kwam tot stand met steun van het NPO-fonds, Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, Cultuurfonds Zeeland en een heleboel andere fondsen. Voor meer informatie: ga naarvpro.nl/mina.

 

afleveringen