In deze aflevering schrijver en dichter Simone Atangana Bekono. Haar poëziebundel Hoe de eerste vonken zichtbaar waren werd in 2018 bekroond met de Poëziedebuutprijs Aan Zee. Dit jaar verscheen haar debuutroman, Confrontaties. In haar werk doet ze onderzoek naar manieren waarop mensen zich tot elkaar verhouden en hoe realiteiten van verschillende personen haaks op elkaar kunnen staan.
Mondo Minute
Mondo Minute - Simone Atangana Bekono
In deze serie staat elke aflevering een bijzondere kunstenaar centraal, met wie een korte, 1 minuut-durende documentaire wordt gemaakt. Met een begeleidend interview.
Waarom ben je begonnen met schrijven?
‘Ik ben heel erg opgevoed met literatuur. Ik las vooral om aan de wereld te kunnen ontsnappen, maar ook om deze beter te leren begrijpen en vanuit andere perspectieven te bekijken. Een schrijver, boek of dichtbundel kan de lezer iets doen begrijpen over zichzelf of over de wereld om hem of haar heen. Dus ik dacht: misschien kan ik dat dan ook. Dat is het startpunt geweest.
Ik denk dat ik echt ben begonnen met schrijven toen ik 19 of 20 was. Niet zo heel ver voordat ik naar de kunstacademie ging. Daarvoor studeerde ik een tijdje Media & Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Ik wilde ooit graag iets met films doen, maar besefte op een gegeven moment dat ik liever zelf bezig was met verhalen maken in plaats van alleen die van anderen te analyseren. Ik heb tijdens die studie heel veel geleerd over verhaalstructuren en karakterontwikkelingen, maar ik wist al gauw dat ik geen academica ging worden. Zo kwam ik dus bij de kunstacademie terecht en begon ik echt serieus met schrijven.’
Je bent opgegroeid in een klein Brabants dorp dat je als ‘beklemmend’ omschrijft. Hoe heeft het jouw kijk op de wereld beïnvloed?
‘Ik heb me nooit helemaal thuis gevoeld in dat dorp, altijd geweten dat ik anders was dan de rest. Mijn moeder was best wel intellectueel, heel belezen en een kunstliefhebber. Het feit dat wij thuis veel lazen, naar musea gingen en interesses hadden buiten het dorp werd daar ook niet per se gewaardeerd. Het is alsof je niet helemaal op dezelfde golflengte met je omgeving zit. Wat dat wél doet, is dat het je leert om dingen te zien die anderen helemaal niet opmerken. Je krijgt de rol van observator; je leert begrijpen wat wel en niet geaccepteerd wordt en hoe je daar soms mee moet spelen om te kunnen doen wat je wilt doen.
Veel vragen die ik in mijn werk stel, zijn te herleiden naar mijn jeugd. Hoe verhouden mensen zich tot elkaar? Wat wordt er wel en niet geaccepteerd en waarom? En wat zijn daar de gevolgen van? Wat me ook altijd heel erg heeft geïnteresseerd is hoe de realiteit van de ene persoon zo haaks kan staan op die van de ander, terwijl ze wel dezelfde dingen mee maken. Zelfs vriendinnen van me die naar dezelfde middelbare school gingen, hebben die plek zó anders ervaren als ik. Hoe kan dat? Dat heeft me altijd gefascineerd, hoe je je eigen werkelijkheid construeert.’
Wist je toen je begon met schrijven al dat dit ‘jouw onderwerpen’ waren?
‘Ik schreef vaak wel vanuit personages die anders waren, van kleur waren of redelijk misantropisch. Het waren wel altijd personages die niet helemaal meegingen of meewilden met de rest. Dat was ook een beetje mijn werkelijkheid. Als je begint met schrijven, behandel je toch vaak dingen die dicht bij je liggen. Ik denk dat ik onbewust al wel wist dat dit mijn onderwerpen waren.
Ik ben geïnformeerd over de wereld vanuit mijn lichaam en ervaringen. Ik wil me dan ook vrij voelen om vanuit die positie te schrijven. Niet om witte mensen iets te bewijzen maar meer voor mezelf, omdat literatuur bij uitstek een plek is waar je iedereen een stem kan geven.’
Je debuutroman Confrontaties gaat heel duidelijk over deze onderwerpen. Onbegrip, discriminatie en het perspectief van de ‘outsider’.
‘Het boek gaat natuurlijk over discriminatie, maar als ik een boek schrijf over een zwart zestienjarig meisje in een Brabants dorp, gaat racisme sowieso een onderdeel van het verhaal zijn. Dat is een realiteit die ik niet wil ontlopen.
Als iemand niet de tools heeft om te begrijpen waarom diegene anders behandeld wordt, roept dat veel woede, frustratie en verdriet op. In de eerste plek denk je dat het volledig aan jou ligt dat mensen niet diezelfde frustraties ervaren. Wat voor mij destijds supervervelend was, hoorde er voor anderen gewoon bij.’
De grootste confrontatie is misschien wel tussen hoofdpersoon Salomé, die na een ernstig geweldsdelict in een detentiecentrum belandt, en haar begeleider Frits, die in het verleden heeft deelgenomen aan een realityserie die veel overeenkomsten toont met het SBS6-programma Groeten uit de Rimboe.
‘Het was voor mij bij het ontwerpen van mijn personages belangrijk dat het niet over heel duidelijke antagonistische en protagonistische personages moest gaan. Iedereen moest gewoon iemand zijn, maar wel in een wereld waarin je niet kunt ontkomen aan de stigma’s die kleven aan de kleur van je huid.
Het personage Frits is in de ogen van Salomé gewoon heel duidelijk slecht, maar hij doet dingen niet met het idee om haar te kwetsen. Toen ik aan begin van de roman bezig was, was hij voor mij echt een lomp, fout, racistisch iemand. Maar ik dacht: het is te makkelijk om hem zo neer te zetten. Uiteindelijk is hem nooit gevraagd om te reflecteren op zijn positie in de wereld.
Salomé wel. Zij is door geweld in een jeugdgevangenis terechtgekomen, geweld dat voortkwam uit pesterijen om haar huidskleur. Ze komt erachter dat er wel degelijk processen zijn die mensen naar de marge duwen. Zij kan wat zij heeft gedaan op een bepaalde manier rechtvaardigen omdat ze slachtoffer is geweest van racistische pesterijen en geweld, maar tegelijkertijd heeft zij iets verschrikkelijks gedaan. Iets waar ze bovendien geen spijt van heeft.’
De confrontaties vinden niet alleen plaats tussen verschillende personen, maar binnen mensen zelf.
‘Ja, ook Salomés proces van volwassenwording is een confrontatie met haarzelf. Die zit hem in het feit dat ze ontdekt dat het haar niks gaat brengen als ze altijd maar haar middelvinger opsteekt naar iedereen die in haar ogen ‘verkeerd’ is. De wereld is gewoon veel genuanceerder dan dat. Zij moet ook op de een of andere manier accepteren dat het feit dat iemand anders slechte kanten heeft van haar niet per se een beter persoon maakt. Zij moet met haar eigen kwaadaardigheid worstelen.’
Tot slot: waar droom je nog van?
‘Ik zou ooit nog wel een echt genreroman willen schrijven. Echt een gangsterverhaal of zo. Dat komt denk ik echt door mijn achtergrond in film- en mediastudies. Een beetje chique, noir, maar dan wel mijn eigen versie daarvan. Waar ik eigenlijk echt van droom, is dat ik kan blijven schrijven. Gewoon weten dat dit is wat ik doe en dat ik de rest van mijn leven verhalen kan blijven maken. Ik zou graag willen dat mijn werk blijft leven.’
Geen editie van onze Mondo Minute missen? Volg ons op Facebook en Instagram.
Mondo Minute is gemaakt in opdracht van VPRO Mondo door:
Productie: Pastrami Film Co
Eindredactie: Simone Dekkers
Redacteur: Sjoerd Aarden
Producer: Dion Ghijsen
Creative Director: Sami El Hassani
Camera: Sami El Hassani
Still Photography: Dion Ghijsen
Sounddesign: Ricardo Paterno
Muziek: Tom Hofland
Editor: Huub Verburg
Colorgrading: Wietse van Bezooijen
Met grote dank aan Simone Atangana Bekono en cultureel centrum Rozet in Arnhem.