‘Deze foto van mijn vader en mij is mijn lievelingsfoto. Mijn vader houdt me in de lucht, het plezier spat van ons af. Maar als je goed kijkt zie je een wapen liggen op de voorgrond. Mijn vader streed, net zoals de andere Koerden, voor zijn vrijheid en onafhankelijkheid, maar had daar ook gewoon zijn leven. Dat zegt voor mij iets over hoe belangrijk deze mensen het vonden om hun omstandigheden te verbeteren en niet meteen weg te lopen bij bombardementen. Als je weet wat je wil heb je daar veel voor over. Dat maakt je gelukkig; ondanks de constante stress en het gevaar beleefden zij daar misschien wel de mooiste tijd van hun leven, dat is wat iedereen die ik sprak vertelde.
Mijn vader heb ik ook geïnterviewd in de documentaire. Hij vertelt over het dagelijks leven in het dorp, over bombardementen en ons vertrek. Iedere migrant heeft een eigen geschiedenis wanneer ze in Nederland terechtkomen en over dat verleden horen we vaak heel weinig. Ik zou heel graag willen dat oud-collega’s van mijn vader dit zien en zich beseffen: “Wow, dit is dus zijn verhaal.”’