Mijn boekenverzameling… ‘bestaat eigenlijk vooral uit comics, ik heb er meer dan duizend. Ik denk dat ik voor elk boek wel honderd comics heb. Ze zitten nu nog in dozen, maar het plan is om er een mooie kast voor te maken.’
Ik koop mijn leesvoer… ‘bij stripboekenwinkel Henk op de Zeedijk in Amsterdam. Dat is mijn safe space, mijn self care, mijn ontsnapping uit de realiteit. Daar ben ik volledig in mijn element.’
Mijn leesritueel is… ‘Ik koop wat snacks en ga met mijn nieuwe comics in bed zitten. Dan geniet ik en denk ik ondertussen de hele tijd: ooit ga ik ook stripboeken maken.’
Mijn lievelingsgenres zijn… sprookjes, fantasy, sciencefiction. Ik wil niet lezen over racisme, armoede of klimaatverandering; over die ellende krijg ik al genoeg mee. Als ik een boek oppak, wil ik meegenomen worden naar een andere, fucking spannende en grappige wereld. Dat wil niet zeggen dat er in scifi of fantasy geen ruimte is voor maatschappijkritiek. Het is alleen toffer verpakt dan in droge non-fictie. Je kunt er ideeën in uitvergroten, problemen op een nieuwe manier benaderen. Je kunt de kaders waar we in de realiteit elke dag tegenaan lopen helemaal omver schoppen.
Je leert mensen pas écht kennen via hun boekenkast. Mondo duikt daarom elke week in de boekenverzameling van een cultuurmaker. Deze week: schrijver en oud-politicus Tofik Dibi, wiens laatste boek 'Het monster van wokeness' in oktober is verschenen.
Boeken-cv
#1 The Velvet Rage
Alan Downs
‘Dit boek is geschreven door een psycholoog die veel homoseksuele mannen behandeld heeft. Alan Downs beschrijft hierin de drie fases waar elke homoman doorheen gaat, ongeacht zijn afkomst, sociale klasse of kleur. Dit boek heeft een soort heilige status in de gay scene, omdat veel mannen zich erin herkennen. Toen ik het las, vlak na mijn coming-out, gaf het woorden aan zó veel van mijn gedachten en gevoelens.
De eerste fase die Downs beschrijft is die van de schaamte, die begint wanneer je erachter komt dat wat je voelt niet oké gevonden wordt. Voor mij was dat toen ik als klein jongetje tijdens Marokkaanse bruiloften altijd liever bij de vrouwen wilde zitten. Als ze hun hoofddoek om hun middel knoopten en buikdansten, wilde ik meedoen. Dat werd heel even grappig gevonden, maar algauw was het van: snel, stuur Tofik naar de mannen! Toen al begon het gevoel dat een deel van mij er niet mocht zijn.
Downs’ omschrijving van de tweede fase was echt een eye-opener voor me: overcompensatie. Veel gays proberen op allerlei manieren extra mannelijk over te komen: door spieren te kweken of heel succesvol te worden in hun werk. Ik herken dat bij mezelf; toen ik Kamerlid was en de kostwinner van het gezin, voelde dat heel lekker. Zo van: zien jullie wel! Ik herken die geldingsdrang ook in mijn omgeving, en soms neemt die ongezonde vormen aan: niet tevreden zijn met je lichaam, middelengebruik. Allemaal dingen die in de gayscene gelukkig steeds bespreekbaarder worden.
In de derde fase - en daar zit ik denk ik nog steeds in - ga je de weg terug zoeken naar jezelf. Je probeert verloren tijd in te halen, want je hebt allerlei ontwikkelingen gemist. Terwijl anderen de eerste stappen op liefdesgebied zetten, verkering hadden en zoenden op het schoolplein, was jij alleen maar krampachtig aan het doen alsof je hetero was. En dan ben je ineens vrij, je mag feesten, naar de pride, de datingapps zijn als een open buffet. Maar je weet helemaal niet wanneer het genoeg is, of wat voor soort relatie je wilt. Dat moet je allemaal gaan uitzoeken en die verloren tijd - en dit heb ik pas recent echt geaccepteerd - krijg je nooit terug.
The Velvet Rage is soms wel erg Amerikaans - in zijn harde veroordeling van partydrugs bijvoorbeeld - maar al met al vond ik dit idee van een gedeelde, universele ervaring heel troostend.’
#2 X-Men
Marvel Comics
'Ik lees vooral veel strips van Marvel en mijn favoriet is de X-men-serie. Recent is er een shift in de verhaallijn geweest, die ik baanbrekend vond. Ik weet in één keer weer waarom ik zo veel van comics houd.
Het zit zo: de mutanten uit de X-men-serie hebben altijd geprobeerd vreedzaam samen te leven met de mensen, hoe slecht ze ook werden behandeld. Maar in deze nieuwe verhaallijn komt een van de mutanten erachter dat ze, wat ze ook doen, nóóit geaccepteerd zullen worden.
Sterker nog: er wacht de mutanten een duistere toekomst waarin de mensheid ze zal proberen te vernietigen. Daarom besluiten ze zich af te sluiten van de samenleving. Ze richten een eigen staat op en gaan zichzelf beschouwen als superieur aan de mensen - iets wat ze nooit hebben gewild.
Ik zie de mutanten als een metafoor voor minderheden. Ze zijn anders, en worden daarom gevreesd en opgejaagd. De X-men zijn de ambassadeurs van de mutanten, de ‘goede’ mutanten, die willen laten zien dat ze nuttig zijn voor de mensheid. Maar in deze verhaallijn geven ze dat dus op. Het is heel duister, maar er worden wel fundamentele vragen gesteld waar ook activisten mee worstelen: moet je het systeem van binnenuit veranderen? Of moet je je eigen partijen en media beginnen?
Op een sombere dag denk ik ook weleens: hoe lang moeten we nog wachten om echt geaccepteerd te worden? Gaat het ooit wel gebeuren? Deze strips zijn voor mij een gedachte-experiment over een potentiële toekomst. Maar dan met explosies en superheldenpakjes.’
#3 Minnares van de duivel
Naima El Bezaz
'Toen ik jonger was las ik niet echt graag. Tot ik rond mijn 20ste een keer met mijn moeder op bezoek was bij een van haar vriendinnen en me zo erg verveelde dat ik een boek uit de kast pakte. Ik sloeg het open en dacht meteen: ‘Dámn! Wat schrijft zíj́ nou!?’ Naima El Bezaz beschrijft hierin namelijk dingen die in de Marokkaanse cultuur heel aanwezig zijn, maar totaal taboe; djinns, tovenaressen, zwarte magie.
Je mag geen afgoden vereren of in hekserij geloven, maar toch is er een enorme industrie voor. Mijn moeder en haar vriendinnen laten kaarten leggen of vragen tovenaressen om raad, die ze allerlei spreuken en middeltjes meegeven. Er wordt veel over gefluisterd, maar nooit openlijk over gesproken. En ineens schreef Naima El Bezaz deze verhalen: over een vrouw die een middeltje in de couscous van haar man doet zodat hij stopt met vreemdgaan bijvoorbeeld. En El Bezaz schreef ook nog over seks, iets wat al helemáál niet kon. Ik wilde bijna tegen het boek fluisteren: ‘Sssssjt, dat mag niet!’, zo bekrompen was ik zelf nog. Maar ik moest Minnares van de duivel na die middag natuurlijk hebben. Ik vond het zó spannend, het ging over onze eigen, Arabische sprookjes, niet die van Grimm of Disney.
Ze zeggen vaak dat de eerste dochter van migranten de weg vrijmaakt voor haar zussen. Ze rekt de marges op, zodat zij meer mogen. Zo zie ik Naima El Bezaz’ rol ook ten opzichte van andere Marokkaanse schrijvers in Nederland. Zelf was ik bang voor de reacties op mijn eerste boek, Djinn, maar toen zij deze roman schreef was het nog veel gevaarlijker. Ze werd uitgemaakt voor slet en hoer, haar werd verweten dat ze de vuile was buiten hing. Alle Marokkaanse schrijvers van nu hebben profijt van haar dapperheid. En bovendien vind ik dat ze echt een waardevolle bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse literatuur. Ze was een grootheid.'