Wie door de sjieke buurt Saint-Germain-des-Prés wandelt, in het zesde arrondissement van Parijs, moet niet verbaasd opkijken als hij in de Rue de Verneuil tussen alle keurige panden plots een pand ontwaart dat is vol gekliederd met leuzen en smoezelige graffiti. Het is het voormalige woonhuis van Serge Gainsbourg (1928-1991), de duivelskunstenaar en aartsprovocateur in wie Frankrijk voor altijd haar modelrebel vond. Doodsbedreigingen ontving hij van rechtse oorlogsveteranen uit de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog toen hij een reggaeversie van het volkslied de Marseillaise opnam, schande werd er gesproken van het feit dat hij met zijn 13-jarige dochter Charlotte een broeierig duet opnam onder de titel Lemon incest.
Het is die dochter Charlotte, inmiddels een 46-jarige gevierde actrice en zangeres, die er vandaag de dag persoonlijk op toe schijnt te zien dat niemand het in zijn hoofd haalt die muur netjes in de verf te zetten. Wie wil, die zet er zijn tag maar op. Het is een plek waar de geest van de rebel rondwaart, zoals er zo vele zijn in Europa. Een in spuitbusverf gevatte middelvinger naar het burgerlijke establishment.
(tekst loopt door na foto)